ColumnJulie Cafmeyer
Fictieve excentrieke vrouwen geven mij troost
Julie Cafmeyer is columnist.
In een van haar columns voor De Standaard uit schrijver Ibe Rossel haar verlangen om alleen nog maar boeken te lezen over rare vrouwen. Rare vrouwen als in: “te asociaal en onvoorspelbaar om aan onze maatschappelijke normen te voldoen”. Het lezen over onconventionele vrouwen zou helpen om hen ook in het echte leven te accepteren.
Fictieve excentrieke vrouwen geven mij ook troost. Vrouwen, constant op de rand van een inzinking. Vrouwen die foute beslissingen nemen. Vrouwen die zich vergissen. Luie vrouwen. Vrouwen die te veel zijn. Of zoals Virginie Despentes het beschrijft in haar boek King Kong Theory: “Een vrouw waar je niet mee trouwt, waar je geen baby’s mee wil. Te agressief, te luid, te dik, te ruig, te rode lippenstift, te behaard.”
In The New York Times verscheen er onlangs een artikel met de titel ‘Why We Love Lazy, Drunk, Broke Women on TV’. Voor velen is het een opluchting om naar vrouwen te kijken die niet langer voor ambitie, persoonlijke groei en zelfverwerkelijking gaan: “Vrouwelijke protagonisten die zich keren tegen de verwachting om hardwerkend en sociaal verantwoordelijk te zijn. Ze neigen naar traagheid en zelfsabotage. Ze zeggen hun baan op als ze zich vervelen, nemen afstand van stabiele relaties, een goede job en zelfs hun persoonlijk waardigheid.”
Onder het artikel staat een een onwetenschappelijk schema van vrouwelijke personages die evolueren van ‘having it all’ naar ‘losing it all’. Op kop staat Fleabag uit de gelijknamige serie.
Het lijkt me een goed idee om excentrieke vrouwelijke personages op te lijsten. Een lijst die je kan aanmoedigen om je tegen de norm te verzetten. Bij deze introduceer ik de badass girl Mei Lee uit de Pixar-film Turning Red. Wanneer Mei Lee een van haar superkrachten ontdekt, wordt dat aanvankelijk gezien als storend voor haar omgeving en voor zichzelf. Iets waar ze van af moet. Ze ziet zichzelf als een monster. Uiteindelijk overtuigt haar vader haar om de messy kant in zichzelf niet weg te duwen, maar er ruimte voor te maken, ermee te leren leven. Het is haar rare kant die anderen doet lachen. Mei Lee ontdekt dat ze haar grillen kan ombuigen tot een sterkte. Wat haar vreemd maakt, stelt haar juist in staat om zich met anderen te verbinden; haar vrienden, haar familie, haar voorouders. Het omarmen van haar - bij momenten - oncontroleerbare zelf doet haar plezier maken en liefhebben. Uiteindelijk weigert ze afstand te doen van haar superkracht.
Misschien is dat de reden waarom verhalen over vrouwelijke buitenbeentjes inspireren. We worden door hen aangestoken omdat ze niet buigen. De bezetene, de hysterische, de mystieke, de storende, de geile, de geflipte. Wie volhoudt, ontwaakt in een nieuw land, een soort van wonderland.