ColumnMark Elchardus
Er komt een nieuwe migratiegolf, de vraag is hoe we erop reageren
Mark Elchardus is emeritus professor sociologie aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Zijn bijdrage verschijnt tweewekelijks, afwisselend met Vincent Stuer.
In 2019 verlieten 18,6 miljoen Afrikanen hun continent; zes op de tien van hen kwamen naar Europa. Europa is innig verbonden met Afrika. Het gaat daarbij niet zozeer om Europa en Afrika op zich, maar om de complexe relaties tussen de 54 Afrikaanse en de 51 Europese staten.
In vele Afrikaanse landen valt inmiddels de aanwezigheid van China en Rusland op. China verantwoordt die door te wijzen op verwantschap: wij, China en Afrika, waren beide slachtoffer van de Europese expansiedrang en kolonialisme, laten we samen de rug rechten. Verder biedt het de Afrikaanse landen een model van economische ontwikkeling zonder democratie. Rusland probeert ondertussen duidelijk te maken dat de strijd tegen islamisme en terrorisme eveneens vlotter verloopt zonder democratie, zeker als men Poetin te vriend houdt.
Het is geenszins duidelijk welk model en welk beleid de Europese landen daar tegenover stellen. Wie onze kranten leest, krijgt de indruk dat alles draait om de vraag of spijt volstaat of we de vorst daarentegen op pad moeten sturen om sorry te zeggen. Afrika dient op een ernstige manier gepolitiseerd te worden. Politieke partijen mogen best naar hun kiezers stappen met een visie op het Afrikabeleid dat zij voorstaan. De vrome wolligheid over ‘ontwikkelingssamenwerking’ volstaat al lang niet meer.
Elke vorm van buitenlands beleid die niet de eigen belangen, veiligheid, welvaart en welzijn vooropstelt, is een leugen en gedoemd om te eindigen in schijnheiligheid. In een geglobaliseerde wereld gebeurt grensbewaking niet aan de eigen grens, maar ver daarbuiten, op de plek waar de bedreiging van onze veiligheid en welvaart zijn oorsprong vindt. Dat veronderstelt respectvolle samenwerking met Afrikaanse landen, niet alleen op onze, maar ook op hun voorwaarden. Het veronderstelt het zoeken naar gedeelde belangen.
Graan leveren
Laten we één aspect van onze relatie met Afrika nader bekijken: de verzuchting van veel Afrikanen om naar Europa te komen.
Afrikanen besteden gemiddeld bijna 60 procent van hun budget aan voedsel (in België is dat ongeveer 18 procent, drank en tabak inbegrepen). Ongeveer 44 procent van het graan dat in Afrika wordt ingevoerd, komt uit Rusland en Oekraïne. De kans is dus groot dat hongersnood weldra talrijke Afrikanen motiveert om naar Europa te komen. Tussen hun vertrekpunt en onze grootsteden liggen tal van grenzen. Ik bedoel dan niet enkel de landsgrenzen, maar ook de heel reële economische, sociologische en psychologische grenzen die mensen een reden en mogelijkheid geven om te blijven leven, werken, hopen en investeren in eigen land of regio.
In het voorbeeld dat we hier bekijken, wordt een eerste grens of, preciezer, de afwezigheid daarvan gevormd door de internationale arbeidsdeling. Afrika bleef achter in agrarische ontwikkeling. De industrielanden en diensteneconomieën zijn de grootste exporteurs van landbouwproducten. De vaststelling dat dit onzinnig is, kan leiden tot een ander beleid, maar brengt in Afrika niet meteen brood op de plank.
We kunnen door leveringen van graan proberen de hongersnood te milderen. Het is onzeker in welke mate we daarin slagen, onder de huidige omstandigheden. Het is onwaarschijnlijk dat het in voldoende mate lukt om een nieuwe migratiegolf te voorkomen.
We kunnen, zonder belerende en loze preken, intenser samenwerken met de betrokken landen, die van herkomst en transit. Hen voordelen bieden, met inbegrip van kanalen voor (circulaire) legale migratie, in ruil voor hulp bij het afremmen van illegale migratie, het terugnemen van uitgewezen asielzoekers, het bestrijden van criminaliteit. Die relaties zijn echter nog onvoldoende uitgebouwd en vangen nu reeds kritiek van de machtige opengrenzenlobby.
Fort Europa
Dus zijn we nu aangewezen op nabije grensbewaking. Die werd echter onmogelijk gemaakt door de Europese regelgeving die - activistisch en fantasierijk - op het Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag van de rechten van de mens werd gebouwd. Dat gebeurde niet democratisch, wel in grote mate via uitspraken van het Europees Hof van Justitie en het Europees Hof voor de rechten van de mens. Op die manier ontstond een situatie waarin het asielrecht wordt misbruikt voor illegale migratie, waarin de grenzen in feite open staan, een effectief terugkeerbeleid onhaalbaar is en de aangroei van de bevolking illegalen niet te stuiten is.
Het beeld van een fort Europa met poorten beschreef tot voor kort vrij goed de ambitie van betrokken en ernstige mensen in tal van Europese lidstaten. Een fort Europa dat effectieve grenscontrole en een doeltreffende strijd tegen illegale migratie mogelijk maakt, met poorten voor een waardig migratie- en asielbeleid. Nu zien we dat verschillende Europese landen de poorten dichttimmeren, wanhopig omdat een effectief beleid onmogelijk wordt gemaakt. Ondertussen worden de muren van het fort door het opgelegde Europese beleid verder gesloopt.
Dat resulteert is een surrealistisch beeld: op zich staande gesloten poorten in een desolaat, open landschap waarin staatssecretarissen en burgemeesters een op voorhand verloren strijd leveren.