Blik op BelgiëDouglas De Coninck
Er is nog steeds een tekort aan alles in Trooz, behalve botervlootjes
Douglas De Coninck is journalist bij De Morgen.
“Er was ook een tekort aan experts”, zegt Pierre. “Na een tijdje hebben de verzekeringsmaatschappijen zowat iedereen aanvaard als expert, ook ongevallenexperts. Mensen die enkel iets afweten van schade aan auto’s.”
“Je kon beter een ongevallenexpert toegewezen krijgen”, zegt Jacques, zijn buurman. “Die noteerden gewoon wat je hen vroeg te noteren. Die deden niet moeilijk over een trapleuning of een parketvloer. Die gingen niet vragen naar de weggespoelde aankoopfactuur van je tv.”
In het in Ardens gesteente opgetrokken huisje van Jacques en Nadine aan de N61, een mislukte steenworp verwijderd van de oever van de Vesder, kwam het water volgens nadien gemeten schimmels twee meter hoog. “Wij waren met vakantie, die dag”, zegt Jacques. “Wij dachten: we zullen een beetje wachten. Laat het eerst wat opdrogen. We zijn hier een paar kilometer verder iets gaan huren.”
René en z’n echtgenote vertoefden drie dagen op hun zolder, verwoed bezig te bellen naar de hulpdiensten om die te attenderen op nog precairdere situaties rondom hen. “Achteraf komt de expert en die vraagt: waarom hebt u uw ijskast niet gered? Ik zeg: ik was bezig mensen te redden.”
Nu is de lentezon daar, gaat het kriebelen bij elke doe-het-zelver en is er oorlog in Oekraïne. In de bouwmarkten zijn de prijzen van Gyproc- en OSB-platen verdrievoudigd. “De verzekeringsmaatschappij houdt daar geen rekening mee”, zegt Jacques. “De overheid creëerde een hulpfonds. Het kwam erop aan snel een dossier in te dienen. Ik weet van iemand in het dorp die 20.000 euro schade heeft geleden en 80.000 euro kreeg. Nu wij aan de beurt zouden moeten zijn, zitten ze door hun noodfonds heen.”
Nadine: “Mensen moesten foto’s insturen. Ze fotografeerden de duurste iPads van bij de buren en kwamen dan opscheppen. Dat het was gelukt.”
Knellende ramen
Jacques en Nadine zitten allang door de hen toegewezen 80.000 euro heen, maar hun huisje oogt als een decor voor Help, mijn man is een klusser, de sequel. Overal slingeren elektrische en gasleidingen richting imaginaire zekeringskasten of radiatoren. Midden in wat voorheen de keukenvloer was, heeft de loodgieter een enorme sleuf geslepen. De vijftigers zijn hier zeventien jaar lang gelukkig geweest, lieten destijds nieuwe ramen steken, tegen het lawaai van de N61. “De expert vond dat er niks mis was met de ramen”, zegt Jacques, demonstrerend hoe het hout is aangevreten door vocht. “Ze knellen, en telkens je ze probeert te openen, knellen ze nog meer.”
Quizvraag: wie was ooit keeper bij de Rode Duivels, en behield voor eeuwig een clean sheet? Eric Deflandre, natuurlijk. In Trooz geniet de gewezen nationale rechtsback om heel andere redenen een status als onvergetelijk.
“Hij kwam, zei amper iets, en hielp dagenlang smurrie naar buiten slepen, de hele zomer lang”, zegt Jacques. “Er was ook een groep jonge Antwerpenaren. Ik ben die jongens en meisjes eeuwig dankbaar. Er was voedselbedeling op het marktplein, georganiseerd door het gemeentebestuur. Ik vroeg een paar broodjes voor die Vlamingen. Nee, zeiden ze: ‘Alleen voor de getroffenen.’ En weet u wat? De volgende dag stonden die jongelui daar terug.”
Intussen zijn de door de gemeente aangeboden containers weg. “Dat had ook geen zin”, zegt Pierre. “Zet hier een container en binnen het halfuur is die vol.”
Platte kaas
Nadine struint door de tuin. De Vesder brak de vloertegels en bracht in ruil duizenden botervlootjes. We zijn negen maanden verder en Nadine blijft botervlootjes vinden. Eerst kwamen ze met het water, nu met de wind. “Ze komen van de zuivelfabriek Corman in Limbourg”, zegt ze. “Hier, Balade So Light. Daar, platte kaas.”
Jacques is tegelzetter. Er was de afgelopen maanden zeker geen gebrek aan werk, en dat zal de komende jaren zo blijven”, zucht hij. “Ik moet keihard werken omdat de verzekering niet wil tussenkomen, maar kom amper aan m’n eigen huis toe. Ik hoop dat we hier tegen het eind van het jaar weer kunnen wonen.”
Hij lijkt vooral zichzelf moed in te praten.