OpinieFrederik Ceulemans
Emotie alleen redt ons erfgoed niet
Frederik Ceulemans is Brusselaar, interieurarchitect en architectuurgids. Hij is woordvoerder bij Open Vld Brussel, maar schrijft dit in eigen naam.
Hoogdagen voor ons erfgoed. De emotionele liefdesbetuigingen aan tal van historische architecturale pracht kwam de afgelopen dagen uitvoerig aan bod. Van de Hallepoort in Brussel tot ettelijke GO!-kastelen die sinds kort in de etalage staan, met zoveel liefde voor al dat moois lijkt het voorbestaan van onze stenen geschiedenis verzekerd. Toeval? Niemand die het weet. Of het zou moeten zijn dat Het verhaal van Vlaanderen nu al zorgt voor de identitaire bewustwording van onze (Vlaamse?) architectuur.
2 scholen voor de prijs van 1
Als echte architectuurfanaat vind ik al die aandacht een fantastische zaak. Zelfs de respectabele professor internationale politiek Jonathan Holslag laat zijn emoties terecht de vrije loop wanneer het GO! aankondigt een aantal prachtige schoolgebouwen van de hand te doen. Toegegeven, wie wil er nu niet schoollopen in een kasteel uit de 16de eeuw waar grote historische figuren ooit op diezelfde blauwe hardstenen vloeren geschiedenis schreven?
Helaas, met emotie alleen redden we ons erfgoed niet. Eén blik op enkele van die kastelen van het GO! spreekt boekdelen. In budgettair moeilijke tijden, met daarbovenop een nijpend plaatstekort, is er gewoonweg geen geld om deze prachtige bouwwerken binnen de structuren van het GO! te restaureren en aan te passen aan de noden van vandaag. Bovendien kost een respectvolle renovatie van één kasteel gemakkelijk evenveel als de bouw van pakweg twee nieuwe scholen. Wanneer een scholengroep als het GO! in eigen boezem kijkt en toegeeft dat ze bepaalde gebouwen niet langer als een goede huisvader kan onderhouden, nogal essentieel als het om historisch erfgoed gaat, dan is de beslissing om tot een verkoop over te gaan moedig en terecht.
Helaas heeft niet elk kasteel dat geluk gehad. Het statige kasteel van Mesen in Lede werd eind negentiende eeuw eveneens omgetoverd tot een indrukwekkende school. Dit eigendom van de staat raakte in verval en werd uiteindelijk afgebroken, alle verwoede pogingen van erfgoedorganisaties en architectuurliefhebbers om het gebouw te redden ten spijt.
Turnles in de kerk
Onderwijs evolueert en dat vraagt gepaste infrastructuur. Nieuwe inzichten en innovatieve pedagogische projecten vragen gebouwen op maat van het onderwijs van vandaag. Ook op vlak van hedendaagse architectuur zorgen die noden net voor interessante voorbeelden waarvan een aantal zelfs bakens zullen worden van onze tijd.
Neem bijvoorbeeld het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Sinds 2000 werden duizenden extra plaatsen gecreëerd in het basis- en secundair onderwijs waarvoor heel wat nieuwe scholen werden gebouwd. Vandaag zijn deze scholen uitgegroeid tot belangrijke ontmoetingsplekken waarrond wijken heropleven. Gaat dat gepaard met slechte architectuur? Vele van die scholen blinken net uit omwille van hun toonaangevende architectuur. Een mooi voorbeeld daarvan is de tienerschool Porta 1070 in Anderlecht. Deze school combineert een innovatief pedagogisch project met een herbestemming van een kerk. Vandaag turnen er Brusselse ketjes tussen prachtige oude glasramen. Over verbeelding en durf gesproken.
Op zoek naar een goede huisvader
Naar analogie met het GO! zouden wel meer publieke instellingen weleens een hand in eigen boezem kunnen steken. Want wat met de Japanse toren en het Chinees Paviljoen, het Zuidpaleis of het Klein Kasteeltje? Al jaren staat dit erfgoed onder druk en kan de vraag gesteld worden of een (semi-)private partner geen betere oplossing zou zijn. Het is tijd om deze monumenten uit handen te geven aan een betere huisvader. Niets mis met een horecazaak in pakweg het Chinees Paviljoen of bijvoorbeeld een hotel in de reeds gerenoveerde Hallepoort.
Zo kom ik tot de essentie: wat verstaan we onder goed beheer van ons historisch patrimonium? Simpel, ervoor zorgen dat we deze parels in optimale omstandigheden kunnen doorgeven aan de volgende generaties door middel van een tijdelijke invulling waar geen onomkeerbare interventies voor nodig zijn. Die tijdelijkheid moet men letterlijk nemen. Wanneer het om een historisch gebouw gaat is een invulling immers altijd tijdelijk. Zo zijn heel wat van die scholen van het GO! niet gebouwd als school. Het is dus perfect normaal en zelfs noodzakelijk dat een gebouw af en toe van invulling verandert opdat het verder kan overleven. Wanneer aan deze voorwaarde voldaan is, kunnen we onze emoties de vrije loop laten en echt genieten van al die architecturale pracht. Zo zal de volgende generatie ons dankbaar zijn, bij de opnames van Het verhaal van Vlaanderen 50 jaar later.