ColumnMark Elchardus
Emmanuel Macron heeft een metamorfose ondergaan. Maar bij hem is de vraag altijd of hij het wel meent
Mark Elchardus is emeritus professor sociologie aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Zijn bijdrage verschijnt tweewekelijks.
De kandidaat voor het Franse presidentschap Emmanuel Macron begon met zijn politieke richtsnoeren op te sommen. In de eerste plaats, zo zei hij, “volkssoevereiniteit”. Ik vond het spijtig dat de voorzitter van Open Vld, Egbert Lachaert, toen niet naast me zat. Ik had graag zijn reactie gezien. Volgens hem eindigen volkssoevereiniteit en de volkswil altijd in “bittere armoede, ongelijkheid, segregatie, zelfs genocide en oorlog”. Hij is het duidelijk oneens met deze kandidaat, ook al zitten hun partijen bij dezelfde fractie in het Europees Parlement.
Toegegeven, presidentskandidaat Macron bracht ook mij in de war. Zijn twee andere uitgangspunten zijn humanisme en geloof in wetenschappelijke en technologische vooruitgang. Mocht ik mijn drie fundamentele politieke richtsnoeren opsommen, dat zouden ze zijn. Ik had nochtans al besloten dat, mocht ik Fransman zijn, ik in geen geval voor Macron zou stemmen.
Het bleef niet bij die uitgangspunten. De kandidaat begon zijn lange toespraak met te wijzen op de “terugkeer van het tragische in de geschiedenis”. Dat is codetaal om te zeggen dat “het einde van de geschiedenis” van Francis Fukuyama en de illusie van soft power en liberale wereldorde waarmee de Europese elite decennialang heeft geslaapwandeld, lichtzinnige en uiteindelijk gevaarlijke onzin zijn. We moeten, zo vervolgde Macron, daarom niet nostalgisch worden, integendeel, met ‘lucide ambitie’ naar de toekomst kijken. Ook met die diagnose ben ik het roerend eens.
Dat betekent, zo verduidelijkte Macron, dat we moeten streven naar een meer onafhankelijke natie in een sterker Europa. ‘Open, maar niet afhankelijk’. Daartoe, concretiseerde Macron, moeten we meer investeren in defensie, ons beter wapenen tegen cyberaanvallen en hybride oorlogsvoering; technologie ontwikkelen voor defensie in de ruimte.
We moeten – hij geraakte op dreef - niet alleen het beroepsleger meer kansen geven, maar ook legerdienst bevorderen, reservisten opleiden. Fransman zijnde, vermeldde hij Jonathan Holslag en Joachim Pohlmann niet , maar hun patriottisch engagement om te trainen als reservist (DM 13/7/2018) is duidelijk wat hij voor ogen heeft voor jonge Fransen. Iedereen moet zijn steentje bijdragen. Voor wat hoort wat. Mensen die het leefloon krijgen en daartoe in staat zijn, kunnen best wat terugdoen voor het land, 10 à 15 uur werk per week. Macron gelooft in workfare, verhogen van de pensioenleeftijd tot 65 en lagere werkloosheidsvergoeding in periodes van hoogconjunctuur. Daarvoor kreeg hij meteen kritiek van links en van Marine Le Pen.
De Franse natie moet onafhankelijker worden, autarkisch in feite wat landbouw, energievoorziening, en strategisch onderzoek en ontwikkeling betreft. Frankrijk moet her-industrialiseren: er moet goed werk komen, ook buiten de steden. Voor iemand die liberaal heet te zijn, kan Macron verassend uit de hoek komen. Hij wil een dirigistische staat. Spreekt van planeconomie. Wil zowaar de overheidsparticipatie in cruciale bedrijven verhogen. Strategische bedrijven moeten “100 procent Frans” worden.
Hij wil zijn land weer verenigen. Streng optreden tegen wie de samenleving verdeelt. Hij gaat er prat op tijdens zijn mandaat 20 moskeeën en 650 andere instellingen te hebben gesloten, waar sujetten doende waren de natie neer te halen. Hij wil meer veiligheid, meer politie, meer personeel bij justitie. Hij wil de Franse en Europese grenzen beter bewaken, investeren in Frontex, een strakker, doeltreffender terugkeerbeleid, geen of weinig visa voor landen die hun uitgewezen burgers niet vlot terugnemen. Een permanente verblijfsvergunning is nog enkel weggelegd voor wie slaagt in een inburgeringsexamen.
Het lijkt een keerpunt, een bekering tot een gezond, inclusief, dynamisch nationalisme, in toom gehouden door een soeverein volk. Waarom zou wie het daarmee eens is, niet meteen voor Macron stemmen? Wel, omdat zich bij hem altijd de vraag stelt of hij het wel meent. In 2017 voerde hij links campagne, waarna hij rechts-liberaal bestuurde. Hij staat voor alles en voor het tegendeel van dat alles, beweren mijn Franse vrienden.
Zijn ambtstermijn werd gekenmerkt door ‘verticaal’, technocratisch beleid. Heeft hij zich nu echt bekeerd tot volkssoevereiniteit? Hij wil, zo liet hij weten, tijdens de campagne liever rechtstreeks met de Fransen praten, niet via debat met hun politieke vertegenwoordigers. Dat gebeurde inmiddels in Poissy, op een bijeenkomst waarvan achteraf is gebleken dat de vragen, gesteld door een zorgvuldig geselecteerd publiek, vooraf samen met zijn campagneteam waren voorbereid en doorgepraat. Een burgerpanel als volksverlakkerij.
Kiezen is moeilijk. Ook als je hoort wat je graag hoort, rest de vraag of je vertrouwt wat je hoort. Niet zo verwonderlijk dat bijna een op de drie Franse kiesgerechtigden zegt niet te zullen stemmen.