OpinieStijn Bex
Elektrische bussen vormen de zoveelste groene puinhoop van de Vlaamse regering
Stijn Bex is Vlaams volksvertegenwoordiger voor Groen.
Na het zonnepanelendebacle, het stikstofdossier en de droogteproblematiek gaat de Vlaamse regering alweer hopeloos onder de groene lat door. De ambitie van emissievrij busvervoer in de stadskernen tegen 2025 wordt al zeker niet gehaald. En zonder strak plan zal ook een emissievrije busvloot tegen 2035 van De Lijn en de pachters in heel Vlaanderen een illusie zijn.
Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) blijft maar voluntaristisch citeren uit het Vlaams regeerakkoord: in 2025 moet het busvervoer in de stadskernen emissievrij zijn en in 2035 moet deze regel in heel Vlaanderen gelden. Maar de jongste doortocht van Ann Schoubs, de nieuwe baas van De Lijn, en haar bestuursvoorzitter Marc Descheemaecker in het Vlaams Parlement heeft geleerd dat deze doelstellingen serieus op de helling staan. Dat is ontluisterend voor minister Peeters. Het is ontnuchterend voor al wie begaan is met de luchtkwaliteit en het klimaat.
De Lijn en de zogenaamde exploitanten of private pachters zetten samen meer dan 3.600 bussen in voor het gemeenschappelijk vervoer in Vlaanderen. Door jarenlange onderfinanciering gebruikt De Lijn, in tegenstelling tot de Brusselse MIVB, nog steeds 600 oude, zwaar vervuilende Euro 3-bussen. Om het eerste, tussentijdse vergroeningsdoel van de Vlaamse regering in 2025 te halen, zou 70 procent van de vloot (meer dan 2.500 bussen) emissievrij moeten worden gemaakt. Aan het huidige ritme van bestellen en investeren rijdt De Lijn over vijf jaar met niet meer dan 250 elektrische bussen.
De elektrificatie is nochtans cruciaal om de doelstellingen inzake klimaat, stikstof, luchtkwaliteit en gezondheid te realiseren. Terwijl andere landen al grotendeels elektrisch rijden, staat Vlaanderen nergens. De Lijn wijst terecht op een jarenlang gebrek aan investeringsmiddelen, maar heeft zelf ook boter op het hoofd.
Het Vlaamse vervoersbedrijf heeft momenteel dertien (!) e-bussen en die staan vooral stil. Technische problemen, onvoldoende laadcapaciteit, te weinig opgeleide chauffeurs: het zijn andere woorden voor onkunde. De private exploitant Multiobus uit Vlaams-Brabant slaagt er intussen in twee e-bussen te laten rijden met zelf opgewekte energie. Eind maart breidt het bedrijf zijn vloot uit met tien bussen. Het heeft dan meer e-bussen operationeel dan De Lijn.
Dat is dubbel jammer omdat Vlaanderen Europees koploper is in de productie van elektrische bussen. Het bedrijf VDL bijvoorbeeld bouwt in Roeselare een nagelnieuwe fabriek om aan de grote vraag uit vooral Nederland, Duitsland en Scandinavië te voldoen. Nederland wil een volledig elektrische busvloot tegen 2030 en haalt momenteel al 25 procent.
Ook zonder elektrificatie moeten De Lijn en de exploitanten investeren in een vernieuwing van hun vloot en de stelplaatsen. Een volledige vergroening van alle bussen, de aanleg van laadinfrastructuur en de renovatie en uitbreiding van de stelplaatsen vergt tot in 2035 in totaal 2,5 miljard euro extra. Daarvan is 1,5 miljard euro voor rekening van De Lijn. Gespreid over vijftien jaar komt dat neer op 100 miljoen euro per jaar.
De Lijn kijkt naar een mix van klassieke begrotingsmiddelen en beproefde formules van publiek-private samenwerking. Groen steunt die combinatie. Maar we verzetten ons tegen de verdere privatisering van De Lijn in de vorm van een deconsolidatie. Ook de Mobiliteitsraad, de sociale partners van de SERV en andere middenveldorganisaties tekenen groot voorbehoud aan. Door een deconsolidatie is De Lijn niet langer een Vlaams overheidsbedrijf, maar een marktspeler als alle andere private vervoersondernemingen. De rekening dreigt voor de reiziger te zijn.
Gemeenschappelijk vervoer moet voor Groen een publieke dienst blijven en e-bussen zijn de toekomst. Vlaamse bedrijven lopen voorop. De Vlaamse regering hinkt achterop. Minister Peeters moet dit dossier eindelijk in handen nemen en een duidelijk financieel meerjarenplan aan het Vlaams Parlement voorleggen. Anders komt niet alleen de doelstelling tegen 2025, maar ook de doelstelling om tegen 2035 emissievrij te rijden in het gedrang.