Opinie
Efficiënt optreden met respect voor de rechtsstaat
Raf Jespers en Jan Buelens zijn advocaten bij Progress Lawyers Network. In juni 2010 publiceerde Raf Jespers het boek Big Brother in Europa.
Na de verschrikkelijke aanslagen in Parijs vraagt de bevolking volkomen terecht dat de daders worden gevonden, maar ook dat zulke aanslagen in de toekomst worden voorkomen. De regering stelde achttien nieuwe maatregelen voor in de Kamer. Laat ons de maatregelen beoordelen op basis van twee criteria.
Ten eerste zijn ze efficiënt en ten tweede zijn ze inpasbaar in de rechtsstaat?
De rechtsstaat vormt een evenwicht tussen diverse belangen, een afweging van rechten. Een van de kernprincipes van de rechtsstaat is de scheiding der machten: de wetgevende macht maakt de wetten, de uitvoerende macht (regering, openbaar ministerie, politie) past ze toe en de rechterlijke macht doet uitspraak over geschillen en controleert de uitvoerende macht. In tegenstelling tot de feodaliteit waarbij de koning deze drie machten in één persoon verenigde, zijn deze machten sinds de Franse Revolutie van 1789 verdeeld en dat is een goede zaak.
Premier Charles Michel (MR) verklaarde dat de maatregelen met het volle respect voor de rechtstaat worden genomen.
Als het om efficiëntie gaat, stellen de meeste experts dat terroristen best bestreden worden met een op hen gefocuste aanpak. Na 9/11 werd integendeel geopteerd voor "het brede net". Op basis van de inderhaast aangenomen Patriot Act werd iedereen in de gaten gehouden. In Europa ging men niet zover, maar toch koos men in essentie voor dezelfde strategie.
Hoewel dit aanlokkelijk kan lijken, zijn de meeste experts het erover eens dat dit contraproductief is omdat een te grote hoeveelheid gegevens ertoe kan leiden dat iemand door de mazen van het net glipt. Na verschillende aanslagen lieten de politie- en inlichtingendiensten trouwens weten dat de daders van de aanslagen bij hen bekend waren. Het probleem zit dus niet zozeer in de hoeveelheid informatie, maar in de concrete analyse en opvolging ervan, waarin veel sterker moet worden geïnvesteerd.
Het massaal verzamelen van gegevens is niet alleen contraproductief, het dreigt een onnodige inbreuk op de rechten van iedereen uit te maken. We stellen vast dat de helft van de achttien maatregelen tegen iedereen wordt toegepast, zoals een algeheel verbod op prepaid gsm-kaarten, de screening van alle nummerplaten en een monsterdatabank met alle passagiersgegevens voor alle vluchten, bussen, treinen en schepen. Zowel de grondwet als het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens aanvaarden dat er uitzonderingen op fundamentele rechten en vrijheden zijn, maar deze mogen niet verder gaan dan wat strikt nodig is in een democratische samenleving.
Wat te denken van de maatregelen die specifiek gericht zijn tegen terroristen zoals de huiszoeking dag en nacht (nu verboden tussen 21 uur en 5 uur), de verdrievoudiging van de duurtijd van de voorlopige hechtenis (van 24 uur naar 72 uur) en het geven van een enkelband aan "al wie bekend is bij de diensten die een dreigingsanalyse maken"? Met dergelijke uitzonderingsbepalingen moet erg opgelet worden.
Het bestaande arsenaal aan wetgeving biedt al zeer veel mogelijkheden.
Met de huidige wetgeving kan men al nachtelijke huiszoekingen uitvoeren ingeval van 'betrapping op heterdaad'. Bovendien kunnen tal van andere observatietechnieken worden gebruikt. Het klopt dus niet dat politie- en veiligheidsdiensten 's nachts machteloos moeten toekijken.
Hetzelfde geldt voor het vasthouden van een verdachte. De grondwet bepaalt dat er binnen de eerste 24 uur een tussenkomst van een rechter moet plaatsvinden. Maar als er aanwijzingen zijn tegen een bepaalde persoon, kan de onderzoeksrechter de voorlopige hechtenis met 24 uur verlengen. En als een verdachte wordt vrijgelaten, betekent dat niet dat hij niet meer kan worden gevolgd. Integendeel. De Franse antiterreurrechter Trevidic stelt zelfs dat geen enkele verdachte die gerechtelijk werd gevolgd ooit een aanslag heeft gepleegd.
Bij de enkelband rijst de vraag door wie die maatregel kan worden opgelegd en aan wie? Aangezien het om een vrijheidsberovende maatregel gaat, dient dit door een rechter te gebeuren die daarbij het best kan beoordelen of het om het meest geschikte instrument gaat. De maatregel mag alleen worden opgelegd aan terroristen. Ook in het belang van de maatschappij. De Franse antiterreurrechter Trevidic stelt dat je anders bepaalde jongeren die onterecht worden geviseerd in de armen van de terroristen dreigt te duwen. Opnieuw betekent dit niet dat je bepaalde van deze personen niet zeer nauwlettend in het oog kunt houden.
De democratische vrees is dat maatregelen die initieel enkel voor bepaalde groepen golden, later naar andere delen van de bevolking worden uitgebreid. Zodra een uitzondering wordt ingevoerd, kan niet worden uitgesloten dat ze wordt veralgemeend. In het justitieplan van minister Koen Geens (CD&V) was bijvoorbeeld al een voorlopige hechtenis van 72 uur voorzien zonder tussenkomst van de rechter en deze maatregel zou gelden voor iedereen.
Wat we nodig hebben in de strijd tegen het terrorisme is maatwerk, gebaseerd op het individuele gevaar en risico en met respect voor de rechtsstaat. Dat is een moeilijke uitdaging, maar tegelijk efficiënter, rechtvaardiger en dus in het belang van de gehele samenleving.