ColumnHans Vandeweghe
Een zware koers eindigt niet zelden met totale onderwerping en onvoorwaardelijke overgave
Hans Vandeweghe is sportjournalist bij De Morgen.
Extra Time Koers haalt vooralsnog niet het niveau van de voetbalversie. Dat kan ook moeilijk anders met die lage frequentie, gasten die niet op elkaar zijn ingespeeld en die formule, een hapsnap van toogpraat die eenmaal goed op gang steevast wordt onderbroken met een leuke, net iets te lange repo.
Sammy Neyrinck volgde tijdens Nokere Koerse deze week Mark Cavendish. Die kwam in die wedstrijd nogal uitgewoond over de streep, ver na het peloton. De directe en officiële reden was een val, de indirecte en echte reden was dat hij na die al bij al onschuldige val nogal makkelijk bleef liggen, wellicht omdat hij toen al aan het eind van zijn Latijn was. Anders val je ook niet op die plek, in die fase van de koers.
Komt het nog goed met jou, Cav? Het had een vraag kunnen zijn. Maar neen. Van Mark Cavendish mag niemand iets zeggen of vragen over Mark Cavendish, tenzij hij Mark Cavendish heet. Op een andere terechte en onschuldige vraag van Sammy wilde Cav niet antwoorden. Hij excuseerde zich: het was allemaal de schuld van die – aldus Cav – shitty small cycling websites die een quootje van hem uit een interview overnemen, waarna die quote een eigen leven gaat leiden. En dat wil hij niet meer. Wat hij dan wel wil? Met rust worden gelaten.
Ik vind het in wielrennen meevallen met die shitty wielersites, vergeleken met het voetbal tenminste. Ik weet niet of Wielerflits daarbij wordt gerekend, ik hoop het niet, want ik haal daar wel wat info uit. Zoals eergisteren dat verhaaltje over Mathieu van der Poel en zijn cockpit, het onderdeel van zijn fiets dat we vroeger gewoon stuur en stuurpen noemden. Dat stuur was in Le Samyn ter hoogte van de kromming afgebroken bij Van der Poel en daarop besloot Canyon alle (dure) fietsen van dat type aan de kant te zetten. Klanten krijgen 1.000 euro vergoed en een nieuw stuur, excuseer cockpit. Mathieu krijgt die natuurlijk als eerste.
Waarmee we – alle wegen leiden erheen – bij Mathieu van der Poel zijn aanbeland. En natuurlijk ook Wout van Aert. Als je de een ziet staan in de krant, zie je de ander. Op een echt wel shitty site, die van de Gazzetta dello Sport, las ik dat Van Aert vandaag met nummer 1 start, het minste dat je kunt verwachten voor een ex-winnaar. Het grote rugnummernieuws was dat Van der Poel met 21 van start gaat. Big deal. Toch voor de Italianen. Eenentwintig is namelijk het geluksrugnummer van Marco Pantani. Met 21 heeft hij in 1998 de Tour gewonnen, schreef de Gazzetta er nog bij. De Tour van 1998… De Tour van de schande. Als er nu één Tour was die je niet wilde/mocht winnen, dan toch die. In zijn volgende grote ronde, die van Italië, werd Pantani uitgesloten voor doping.
Wat ik mij nu afvraag na het lezen van de kranten deze week: waar zijn de conculega’s van Mathieu en Wout of Wout en Mathieu en heel af en toe Julian – die het inmiddels flink op hun heupen krijgen van die onophoudelijke stroom aan lofbetuigingen aan het adres van die twee/drie? Houden die zich in, is de woede-uitbarsting nabij, broeden ze op een plan voor vandaag? Of, waar ik voor vrees, is er echt sprake van totale onderwerping?
Wielrennen is geen voetbal, waarin je kunt worden gedomineerd en toch winnen. Of een paar goals tegen krijgen, toch zelf nog een mooie goal scoren en met een redelijk gevoel van het veld stappen. Of de VAR met de vinger wijzen voor het verlies. Wielrennen is vaak een fysiologische afrekening, des te meer naarmate de wedstrijd zwaarder wordt. Wielrennen is ook een sport waarin de beste wil laten zien dat hij de beste is, zelfs tegen beter weten in.
Dat vertaalt zich in flukser overnemen, langer op kop blijven, trager van kop af gaan waardoor de andere zich tussen zijn kader moet plooien om vooraan te komen. Aan het eind van een zware wedstrijd weten de koplopers maar al te goed wie de sterkste is en ze zijn niet eens te beroerd om dat onderling toe te geven, ook al zijn ze nog onderweg. Zo hielden Mathieu van der Poel en Julian Alaphilippe in de slotfase van de Strade een praatje onder elkaar. Waarbij Julian tegen Mathieu zei dat het beste eraf was bij hem en Mathieu dat na de aankomst even duidde met een extra melding: Julian zal niet liegen tegen mij. De maat van Egan Bernal hadden ze eerder al genomen, zonder te praten, gewoon op het zicht.
Een zware wielerwedstrijd eindigt niet zelden met de totale onderwerping en onvoorwaardelijke overgave. Toprenners worden niet geklopt, ze capituleren. Soms ver op voorhand zoals Philippe Gilbert: “Die gasten mogen nog vijftien pinten drinken de avond voor de wedstrijd, ze winnen nog.” Het mag een wonder heten dat ze vandaag met 175 aan de start staan. 172,5 van hen rijden vandaag de meest zinloze 300 kilometer uit hun bestaan.