OpinieCelia Groothedde
Een kindje is gestorven. Voor de kinderopvang is het vijf ná twaalf
Celia Groothedde is Vlaams parlementslid voor Brussel namens Groen en lid van de commissie Zorg en Welzijn.
Een kindje is gestorven. De wereld van kinderopvang viel stil. Onder mekaar viel de zin wel, in onmacht, verdriet en boosheid: “We hebben zo vaak gewaarschuwd.”
Al twee jaar geleden kaartte ik handhaving in kinderopvang in het Vlaams Parlement aan, met vragen naar hoeveelheid inspecties, opvolgbezoeken, termijnen en maatregelen. Een antwoord werd beloofd maar kwam niet. Een jaar later: weer schandalen. Ik bracht de onderbemande zorginspectie aan het licht, die aan pedagogische ondersteuning niet toekomt. Opvolging werd beloofd. In de krant vandaag lezen we over 44 gevaarlijke situaties waar dat niet gebeurde.
Lees ook
Hoe geloofwaardig is Wouter Beke nog? De onstuitbare val van een minister
44 klachtendossiers over crèches tonen hoe wachttijd op inspectie oploopt tot meer dan twee maanden
Als het over kinderen gaat, mag er geen twijfel bestaan: voorkomen is beter dan genezen
De kinderopvang zelf klaagt aan hoe de inspectie vooral administratief opvolgt, maar aan pedagogie niet toekomt.De zorginspectie moet écht versterkt in plaats van met symboolmaatregelen, zodat ze inhoudelijker en pedagogisch kunnen coachen. Van juridisch denken moeten we naar een voorzorgslogica, en een extern comité van specialisten moet klachten beoordelen. Maatregelen die nu worden aangekondigd, en allang getroffen moesten zijn. Ze zijn des te belangrijker omdat de minister de sector nu laat zwemmen in zware crisis, minstens zo hard verwaarloosd als de inspectie zelf. Het effect voelen alle mensen die in kinderopvang werken, gezinnen en ook kindjes.
Wat zijn de problemen? Ten eerste moeten kindbegeleiders nu acht à negen baby’s per persoon opvolgen. De hele dag warm en responsief zoveel baby’s opvolgen is zowat onmogelijk. Geen enkele expert verdedigt onze normen en begeleiders staan dagelijks onder hoogspanning. De Gezinsbond pleit voor de verhouding 1/6. De oplossing van minister Beke? Een werkgroep die tegen 2024 plannen uitstippelt. Het beroep is onderbetaald. Minister Beke pocht met investeringen, maar die leidden voor een kindbegeleider met 10 jaar ervaring tot 14 euro opslag per maand. De hoogspanning verzwaart door gebrek aan kindvrije uren, voldoende opleiding, overleg en bijscholing. Pedagogisch en sociaal werken in kinderopvang is nochtans kapitaal. Kinderopvang is geen parkeerplaats voor kindjes, maar een plek waar ze zich gehecht, veilig, warm moeten kunnen ontplooien. Je hebt daarvoor structureel gemengde teams nodig met bachelors en kindbegeleiders samen, tijd voor overleg, plannen en bijscholen, ruimte om jezelf als begeleider op te werken.
Dat blijft uit. Verbaast dan het enorm tekort aan kindbegeleiders? Per jaar kiezen 100 mensen minder voor de opleiding, amper tientallen willen de kinderopvang in, die het grootst aantal vacatures van zorg en welzijn telt. Vele mensen met hart voor kinderopvang verlaten het beroep, omdat ze geen slechte kinderopvang willen bieden.
De “oplossing” van de Vlaamse regering? Normverlaging en zij-instromers on the job laten verzuipen, terwijl al overbelaste en onderbemande kindbegeleiders hen moeten inwerken, en door de normen verlagen. De kinderopvang en experts vragen het omgekeerde: professionaliseren en de normen hoog houden. Als de afgelopen weken iedereen iets duidelijk werd, is dat kindbegeleiders professioneel, warm en met veel emotionele intelligentie aan de slag moeten in een verantwoordelijke job. Deze job is niet voor iedereen, en de Vlaamse regering mag niet iedereen erheen duwen om te verzuipen in de kindjes. De kinderopvang trekt zelf aan de alarmbel. Als ik dat in het parlement vertolk, noemt de minister het stemmingmakerij. Die vlieger gaat niet meer op. De handhaving moet nù beter en de crisis aangepakt. Laten we eerlijk zijn: het moest al gebeurd zijn.