StandpuntBart Eeckhout
Een goede ‘opvoeding’ bestaat uit meer dan dreigen en straffen alleen
Bart Eeckhout is hoofdredacteur.
Alweer nadert de aanpak van het coronavirus een kantelpunt. Om de tweede coronagolf, die hier harder mocht toeslaan dan elders, de kop in te drukken, kozen de Belgische regeringen voor een vrij strenge koers. Dat viel te rechtvaardigen als een keuze voor een zo kort mogelijke pijn, opdat het later weer beter zou worden.
Nu het aantal besmettingen en hospitalisaties gestopt is met dalen, slaat evenwel de twijfel toe. Sommige mensen vragen zich af waarom we onszelf dit aandoen, als het effect onzeker is. Let wel: nog altijd is er een grote meerderheid van de burgers die zicht zo goed en zo kwaad mogelijk aan de veiligheidsregels houdt. Maar je voelt wel dat er een soort breekpunt in zicht komt. De regeringen, en met name dan de leidende federale regering, houden best rekening met dat sentiment. Niet door domweg te gaan versoepelen, zoals in september, wel door – eindelijk – empathie en motivatie mee in het centrum van het beleid te plaatsen.
Vertwijfeld vragen virologen, epidemiologen en biostatistici zich af waar die plotse stagnatie in de cijfers vandaan komt. Ligt het aan het afnemende telewerk, het toenemende winkelen, het vooruitzicht van een vaccin of een algemeen ras-le-bol? De grijze waarheid is wellicht: aan een beetje van dat alles.
Mensen zijn net mensen. Ons brein is tot veel in staat, maar het is niet goed uitgerust om complexe, collectieve risico’s over de langere termijn in te schatten. Liever denken we dat het niet zo heel veel kwaad zal kunnen als we een klein beetje over de schreef gaan. Het probleem begint wanneer heel veel mensen dat gaan denken. En dus zien we dat de achteloosheid groter wordt telkens als het acute risico wat kleiner wordt. Neen, dat is niet typisch Belgisch. Het is typisch menselijk.
Dat besef zou mee een uitgangspunt in de beleidskeuzes moeten zijn. Op dit moment is het arsenaal beleidsreacties te veel beperkt tot dreigen met verstrenging als het minder gaat. In theorie kan het een werkzaam idee zijn om de bewegingsvrijheid van mensen te beperken binnen een perimeter, in de praktijk van een samenleving die de donkerste periode van het jaar doormaakt en traditionele eindejaarsfeesten moet opgeven, kan het de stap te ver zijn. Met als resultaat een vertrouwensbreuk die handhaving nog moeilijker zal maken. Een goede ‘opvoeding’ bestaat uit meer dan uit dreigen en straffen alleen.
Het ‘team van 11 miljoen Belgen’, dat de regering zo graag wil zien, heeft op dit cruciale moment geen nood aan een coach die sakkert dat hij het hele team wil wisselen of die dreigt met alweer een straftraining. Het team heeft nu behoefte aan een aanmoediging, een opfrissing van de gemaakte afspraken en uitleg waarom die zo strategisch belangrijk blijven.
En misschien moet ‘de coach’ ook nog eens naar zichzelf kijken. Naar verluidt valt er op administraties en kabinetten nog heel wat laaghangend thuiswerkfruit te plukken.