Opinie
Een Duits mirakel is het, niet minder
Geert van Istendael is schrijver van onder andere Mijn Duitsland.
Als je deze week Europese commissarissen met een omzwachtelde hand door Brussel ziet lopen, wees dan niet verbaasd. Zij hebben schouderklopjes moeten geven aan de meer dan 300.000 Duitse sociaaldemocraten die hun eigen vaderland, maar vooral ook Europa hebben behoed voor de totale kladderadatsch.
Van Gelsenkirchen tot Bremen en Neurenberg zijn de brave roden massaal hun 128 jaar oude traditie van ernst en plicht trouw gebleven. Een mirakel is het, niet minder.
Want wat ze de jongste jaren allemaal over hun kop hebben gekregen, is meer dan een mens kan verdragen. Onder de rode kanselier Schröder de schandelijke beroving van werklozen (Hartz IV is er het bekendste onderdeel van) en de invoering van hongerlonen. Vervolgens zien hoe diezelfde Schröder voor de Russen gaat werken en schaamteloos poen pakt. Vervolgens moeten toezien hoe de partij verkiezing na verkiezing afkalft. En hoe zelfs de zo geestdriftig toegejuichte nieuwe Messias Martin Schulz de oudste partij des lands feilloos naar haar historisch dieptepunt leidt.
Waarna bokkensprongen. Nee, wij regeren niet mee! Ja, wij regeren mee! Nee, Schulz dient niet onder Merkel! Ja, Schulz wordt Merkels minister van Buitenlandse Zaken! Nee, toch niet!
De pietluttigste ruzies bespaar ik u.
En toch heeft de kleine militant voor de grote coalitie gestemd, met opgeheven hoofd, zodoende het radeloos rondkolkende partijbestuur een les gevend in coherentie. Het ontroert me.
Dat partijbestuur mag nu vooral niet beginnen te denken dat het onbekommerd voort kan banjeren zoals vroeger. Het zal de CDU een links beleid moeten ontwringen. Merkel zal zich niet al te heftig verzetten, maar in haar partij begint het zo langzamerhand te wemelen van christenen die haar maar al te graag zouden kruisigen. Deze mensen vinden het regeerakkoord ondraaglijk links. Volgens hen heeft Merkel zich laten rollen door de rode onderhandelaars.
Laten rollen? Wie dat beweert, vergeet gemakshalve dat Merkel een virtuoos is van de politieke tactiek. Zo heeft ze bijvoorbeeld een van haar luidruchtigste critici, de conservatieve katholiek Jens Spahn, in een weelderige ministerszetel geduwd. Sindsdien heerst aan die kant stilte.
Maar waarom zou Duitsland een andere politiek nodig hebben, laat staan een links beleid? De economie bloeit, de staat heeft geld zat, de begroting vertoont een comfortabel overschot. Merkel zei onmiddellijk na de verkiezingen dat ze niet goed inzag hoe ze het anders had moeten doen. En toch heeft de kiezer haar partij een nog groter pak slaag gegeven dan de SPD.
Aan de randen van het Duitse economische paradijs worden de sociale kerkhoven alsmaar groter. Steeds meer Duitsers komen niet rond met hun loon. Een stad als Essen heeft 600.000 inwoners. 100.000 van hen moeten het stellen met de aalmoes van Hartz IV. Die Tafeln, die voedsel uitdelen aan de allerarmsten, zien de toeloop schrikbarend stijgen. In grote steden worden concentratiescholen steeds vaker oorden van bittere strijd. Het aantal uitgemergelde dorpen is niet meer te tellen.
De Merkelianen en de sociaaldemocraten hebben geen pleziervaart voor de boeg. Binnenlands. En Europees? Ze kunnen een voorbeeld worden voor ons allen. Niet zozeer economisch. Vooral sociaal.