OpinieFatima Bhutto
Een derde van Pakistan staat blank, maar waar blijft de internationale aandacht?
Fatima Bhutto is een Pakistaanse schrijfster en de auteur van de roman The Runaways.
We hoorden het verhaal zo vaak, verteld als een waarschuwing: toen de mens voor het eerst voet op aarde zette, vlogen alle gevleugelde dieren hoog in de lucht en doken de vissen dieper in de zee, zich angstig verspreidend, omdat ze wisten dat de vernietiger van de wereld was gearriveerd. Wat is folklore anders dan profetie?
Vandaag staat een derde van mijn land, Pakistan, onder water. Na weken van ongewoon hevige moessonregens is het water van de overstromingen in de Indus gestroomd en heeft de rivieroevers overspoeld. Volgens klimaatdeskundigen hebben snel smeltende gletsjers als gevolg van de stijgende temperaturen bijgedragen tot de razende supervloed van epische proporties.
Een op de zeven Pakistanen is getroffen, velen slapen onder de blote hemel. Ongeveer 900.000 stuks vee zijn verloren gegaan, en meer dan twee miljoen hectare landbouwgrond en 90 procent van de gewassen zijn beschadigd. In sommige provincies zijn de katoen- en rijstvelden, dadelbomen en suikerriet quasi weggevaagd en is de helft van de uien-, chili- en tomatenvelden - allemaal basisvoedsel - verdwenen. Meer dan 1.350 mensen zijn omgekomen en ongeveer 33 miljoen mensen (50 miljoen volgens onofficiële schattingen) zijn ontheemd geraakt.
Het is zeer waarschijnlijk dat de klimaatverandering een rol heeft gespeeld in de extreem zware regens, en het heeft zeker een rol gespeeld in het smelten van de gletsjers. Je kunt deze mensen dus klimaatvluchtelingen noemen. Onthoud die uitdrukking. Uw land zal ze ook hebben.
De zwaarst getroffen provincie Sindh, in het zuiden, lijdt extreem. Sindh lijkt niet voorbereid te zijn op rampen, noch zijn er plannen om de waterinfrastructuur of het nauwelijks functionerende rioleringssysteem te versterken.
De overlevenden, voor het merendeel armen, moeten nu honger en ziekten zien te vermijden die op de loer liggen in het stijgende, dorre overstromingswater. Er wordt nog meer regen voorspeld. Een groot deel van Sindh ligt dicht bij de zeespiegel, wat betekent dat het overstromingswater uit het noorden stroomafwaarts zal blijven stromen.
Ahsan Iqbal, de minister van planning en ontwikkeling, heeft Pakistan het slachtoffer genoemd van de klimaatverandering, veroorzaakt door de “onverantwoordelijke ontwikkeling van de ontwikkelde wereld”. Pakistan heeft ongeveer 2,6 procent van de wereldbevolking en draagt minder dan 1 procent bij aan de wereldwijde uitstoot van koolstof, en toch heeft het een monumentale prijs betaald. Ter vergelijking: de Verenigde Staten maken slechts 4 procent uit van de wereldbevolking, maar zijn wel verantwoordelijk voor ongeveer 13 procent van de wereldwijde koolstofuitstoot.
In 2019 waarschuwde Philip Alston, destijds de speciale rapporteur van de Verenigde Naties voor extreme armoede en mensenrechten, dat de wereldwijde opwarming het grondrecht op water, voedsel en huisvesting zou ondermijnen. We staan voor een toekomst, zei Alston, waarin de rijken zullen betalen om deze ontberingen te vermijden terwijl de rest van de wereld lijdt.
Het Noorden kan de armen in het Zuiden helpen door verantwoordelijkheid te nemen voor de verliezen en schade als gevolg van extreme weersomstandigheden die deels worden veroorzaakt door de verbranding van fossiele brandstoffen. De gevolgen van de decennialange verbranding van fossiele brandstoffen zijn al zo zwaar en treffen de armen te hard, dat het Noorden van de wereld zijn verantwoordelijkheid niet kan ontkennen.
In 2010, een jaar dat wij ook geteisterd werden door overstromingen, registreerde het Pakistaanse Meteorologische Departement over het hele land regens die 70 tot 102 procent boven het normale niveau lagen. Plaatselijk waren de cijfers nog angstaanjagender - in Khanpur, een stad in Punjab, was het 1.483 procent meer dan normaal. De rivieren zwollen aan en de Indus en haar zijrivieren traden spoedig buiten hun oevers. Door een dambreuk ontstonden overstromingsmeren. USAID schatte dat 1,7 miljoen huizen werden beschadigd en meer dan 20 miljoen mensen werden getroffen. De economische verliezen bedroegen ongeveer 11 miljard euro, en een vijfde van het land was getroffen.
De superoverstroming van vandaag zou weleens erger kunnen blijken - op een bepaald moment viel er in de provincie Sindh 508 procent meer regen dan gemiddeld.
Het Internationaal Monetair Fonds heeft 1,17 miljard euro vrijgemaakt voor Pakistan, geld dat eerder was uitgetrokken voor een reddingsoperatie van de regering in 2019. De secretaris-generaal van de VN heeft de lidstaten ook gevraagd om 160 miljoen dollar te geven. Maar aan het geld van het IMF zijn voor landen als Pakistan pijnlijke voorwaarden verbonden, en het zal niet genoeg zijn voor de wederopbouw, noch om toekomstige rampen te voorkomen. Dit is klimaatverandering. Die is meedogenloos, en dit is niet het ergste wat we er ooit van hebben gezien.
Het gebrek aan aandacht voor Pakistan is hartverscheurend: te weinig internationale prominenten nemen het op dit moment van crisis voor ons op. Ofwel is het een slinkse vorm van racisme - dat er verschrikkelijke dingen gebeuren met plaatsen als Pakistan - ofwel is het een compleet gebrek aan medeleven. Maar Pakistan is al lang een cijfer geweest, een waarschuwing voor de wereld, net als die oude verhalen. En dus zou de welvarende wereld er goed aan doen om er aandacht aan te besteden. De verschrikkingen waar Pakistan nu mee worstelt, kunnen binnenkort iedereen overkomen.
Fatima Bhutto © 2022 The New York Times Company