Ecotips bij de voedingsdriehoek: goed voor het milieu, minder voor de dieren

De voedingsdriehoek houdt voortaan ook rekening met het milieu. Terecht, want wat we eten heeft een grote impact op onze leefomgeving, van CO₂-emissies tot verlies aan biodiversiteit. Wie vreest voor nog meer regeltjes mag gerust zijn. Het goede nieuws is dat milieu en gezondheid vaak compatibel zijn: wat goed is voor je lijf is dat ook voor onze planeet.

Zo hebben dierlijke voedingsproducten zowel voor onze gezondheid als voor het milieu doorgaans een grotere negatieve impact dan plantaardige. Binnen die dierlijke producten is het de categorie rood en bewerkt vlees die op beide gebieden het zwaarst doorweegt. De suggestie om vooral te gaan voor gevogelte en vis (dat is vlees uit de zee) is echter minder interessant, toch zeker voor wie niet alleen om de planeet maar ook om dierenwelzijn geeft.

Wie rood vlees vervangt door kip en vis vervangt immers grote dieren door kleine. Wil je het vleesvolume dat je uit een koe krijgt uit kippen of vissen halen, dan heb je voor elke koe zo’n tweehonderd van die kleinere dieren nodig. Dat zijn dus tweehonderd keer zoveel dierenlevens die voor onze voeding op de slachtbank eindigen. Het is ook daarom dat van de 70 miljard veedieren die we wereldwijd jaarlijks doden het gros gevogelte is. In België gaat het over tien kippen per seconde!

Kippen zijn niet alleen met veel meer, ze hebben doorgaans ook een slechter leven dan runderen. Het is wellicht geen overdrijving om te stellen dat de kip het meest mishandelde dier op deze planeet is. Dat geldt ook voor leghennen. Ook eieren worden getipt als alternatief voor (rood) vlees, maar 99 procent van alle eieren in ons land komt van intensieve systemen (die overigens het risico op infectieziektes en pandemieën verhogen), waar de kippen per stal met tienduizend opeengepakt zitten. Ze worden gezien als niet meer of niet minder dan eiermachines.

Ook de aanbeveling voor meer vis is problematisch. Het aantal vissen dat jaarlijks gedood wordt ligt al gauw een factor tien hoger dan het aantal kippen. Kweekvissen hebben een ellendig leven (vaak hebben ze zelfs te kampen met onvoldoende zuurstof in hun water) terwijl in het wild gevangen vis een probleem vormt voor overbevissing en bijvangst – wat trouwens ook milieuproblemen zijn. Of er echte duurzame vis gevangen kan worden, is nog maar de vraag.

De bekommernis om het milieu in de voedingsdriehoek (en in de samenleving in het algemeen) moeten we volmondig toejuichen. Toch kijk ik al uit naar de dag waarop de voedingsdriehoek ook rekening houdt met dierenwelzijn. Ondertussen mag iedereen zich al geroepen voelen om de kip en vis aan zich te laten voorbijgaan en zo veel mogelijk plantaardig te eten. Daar varen én onze gezondheid én het milieu én de dieren het best bij.