ColumnHilde Van Mieghem
Drie weken later bleek ik zwanger te zijn. Ik zweeg als vermoord en stampte hem de deur uit
Hilde Van Mieghem neemt de tijd voor een gloedvolle kijk achter de schermen van haar leven.
In het jaar 1977, ik was 19, had ik wat men nu een toxische relatie zou noemen – er bestond nog geen vocabulaire voor giftige en diep verstorende relaties.
Hij was veel ouder dan ik en vanaf mijn 17de werd hij na heel wat druk en manipulatie mijn lief. Hij zou er vandaag voor veroordeeld worden.
Hij stond me vaak op te wachten aan de schoolpoort en de directrice had na bijna een jaar door dat hij niet mijn vader of een oom was maar een ‘lover’, en ze verwittigde mijn ouders. Veel meer dan helse ruzies leverde dat niet op.
Niemand kwam op het idee om klacht in te dienen.
Nog een jaar later had ik eindelijk zelf in de gaten hoe ziek de toestand was. Hoe hij me met al zijn levenservaring in situaties dwong die mijn jonge petje ver te boven gingen. Ik brak met hem.
Dramatische scènes werden afgewisseld met verzoeningen, aan zijn wurggreep was moeilijk te ontsnappen. Op een avond betrapte ik hem erop mijn anticonceptiepil stiekem uit het stripje te drukken. Plots begreep ik waarom ik al een paar keer mijn pil wilde nemen en vaststelde dat ik dat blijkbaar, zonder het te weten, al gedaan had.
Hij wilde me voorgoed aan zich binden, vreesde ik. Gelukkig wist hij niet dat ik het gezien had. Drie weken later bleek ik zwanger te zijn, ik zweeg als vermoord en stampte hem definitief de deur uit.
Ik zat net in mijn tweede jaar Studio Herman Teirlinck en wilde actrice worden. Het laatste wat ik op dat ogenblik in mijn leven nodig had, was een kind.
Totale paniek brak uit. Radeloos was ik. Abortus was niet toegelaten in België, pas in 1990 was er een abortuswet, in 2018 werd het uit het strafrecht gehaald. Ik moest naar Nederland, naar Rotterdam, en had geen cent.
Bij het sociaal fonds van de school leende ik 5.000 frank om zogezegd een gaskachel te kopen. Twee weken later zat ik in mijn eentje op de trein naar de abortuskliniek. Er werd eerst met me gesproken: of ik wel zeker was dat ik het kind niet wilde houden? Daar moest ik maar eens een half uur over nadenken.
Maar ik was rotsvast overtuigd van mijn keuze en wachtte geduldig tot die dertig minuten voorbij waren.
Daar lag ik dan, het was pijnlijk en gruwelijk eenzaam. Op de trein terug jankte ik van ellende. Maar schuldgevoelens of spijt had ik geen seconde en heb ik ook nooit gehad.
Er wordt vaak gezegd dat vrouwen lijden onder hun keuze, en die zullen er vast ook zijn, maar het zou me niets verbazen dat dat zwaar overschat wordt.
Horen we te lijden, als boetedoening?
In de VS moeten vrouwen dit nu opnieuw op slinkse wijze – daardoor voel je je zo vies – voor mekaar krijgen of hen wachten zware straffen. Eenzaam, illegaal en vaak onveilig.
Wat staat ons vrouwen, daar én hier, nog te wachten?