Opinie
Die Brusselse schoolmuren zijn meer dan nuttig
Geert van Istendael is Brusselaar en schrijver van 'Het Belgisch labyrint'.
In de jaren 50 van vorige eeuw had de lagere school Imelda in Molenbeek, dus Brussel, twee voordeuren en twee door een muur gescheiden speelplaatsen. De muren tussen Nederlandstalige en Franstalige scholen in Brussel zijn dus niet zo erg recent.(Taalmuur splitst scholen in Brussel, DM 05/02)
Die muren zijn meer dan nuttig, zeg maar onmisbaar geweest voor de Nederlandstalige kinderen in Brussel. Zonder de autonomie van het Nederlandstalige onderwijssysteem zou Brussel restloos verfranst zijn.
Bij de eerste talentelling in het jonge koninkrijk België, 1846, waren de negentien gemeenten die nu het gewest Brussel vormen op een paar uitzonderingen na vrijwel uitsluitend Nederlandstalig. Vooruit, Brabantstalig. Tot niet zo heel lang geleden werkte de Franse school als een uiterst efficiënte verfransingsmachine. De verachting voor het Nederlands zat diep. Dankzij de stralende Franse taal zouden die onbehouwen Vlamingen eindelijk de beschaving binnentreden.
Nog geen halve eeuw geleden spraken Franstalige politici over la francisation irréversible. Het leek er sterk op dat ze gelijk hadden.
Plots echter kregen de Nederlandstalige Brusselse scholen gunstnormen inzake leerlingenaantallen en omkadering. En zie, de leerlingen stroomden toe. Leerlingen die alle mogelijke talen spraken thuis. Want intussen was de halve wereld naar Brussel afgezakt. De nieuwe Brusselaars hebben natuurlijk kinderen en anders dan deze krant het gisteren schreef, de meeste ouders weten drommels goed dat de Vlaamse school zeer vaak een zeer goede school is.
Onderschat die ouders vooral niet.
Sinds geruime tijd is de meertalige school in Brussel een feit. De meertalige school in Brussel is de Vlaamse school. Trouwens, al veel eerder leverden de Vlaamse scholen in Brussel generatie na generatie uitstekend tweetaligen af, dankzij bezielde leerkrachten Frans. Ik denk hier onder meer aan de legendarische mademoiselle Delmée in Mabo, die in haar lessen nooit één woord Nederlands sprak.
Veel Franse scholen in Brussel hebben decennialang het onderwijs van het Nederlands verwaarloosd, vaak moedwillig, zie de verachting boven, met catastrofale gevolgen. Gelukkig is sinds enkele jaren het tij aan het keren.
Ik pleit hartstochtelijk tegen een samenvloeiing van beide onderwijssystemen. Het Vlaamse systeem bewijst al jaren dat het heel goed werkt. Laat het dus werken.
Jazeker, het botst op zijn grenzen. Daarom vind ik dat de Vlaamse Gemeenschap de verdomde plicht heeft grote zakken geld naar de scholen van haar eigen hoofdstad te dragen. Bedenk, flaminganten aller partijen: driekwart van de Brusselse kindertjes spreekt thuis noch Nederlands noch Frans. Haal die allemaal naar de Vlaamse school en over één generatie spreekt half Brussel Nederlands. Ook Nederlands, zo gaat dat nu eenmaal in mijn stad.
Wij zijn een minderheid in onze eigen hoofdstad. Minderheden moeten altijd op hun hoede zijn. De jongste perikelen met de Funck-school en de eentalig francofone Brusselse schepen van Onderwijs bewijzen dat ten overvloede.
Wilt u dat het Nederlands verdwijnt uit Brussel? Sloop dan die muren.
Maar ik wil dat Brussel tweetalig blijft. Daarom, weg met de bureaucratische hindernissen die uitwisseling in de weg staan. Maak deuren in de muren, deuren waardoor nieuwe mademoiselles Delmée en vooral mevrouwen Verwee naar de andere kant kunnen met hun liefde voor hun taal.