ColumnFrederik De Backer
Denk je dat dat echt was, van die kleuter, of was het zo afgesproken? Goeie reclame toch?
Frederik De Backer is columnist.
O, hier ben je. Ik hoorde je twee uur geleden al maar ben dan toch maar blijven liggen. Ik word er ook gewoon zelf misselijk van. Maar uiteindelijk kon ik het niet meer ophouden. Dus.
Je bent toch niet zwanger, hè? Goed. Nee, daar kan het niet aan liggen, anders had ik hier wel naast jou op mijn knieën gezeten. De mijne was zelfs met samoerai. Maar ik heb ergens gelezen dat solanine en tomatine giftig zijn voor mensen. Ja goed, dan niet. Ik zeg enkel dit: ik had geen tomaten.
Omdat ik honger had. Niemand heeft je verplicht.
Half vijf. Ik zeg het: ik had je al wel gehoord, maar met dat gehoest en gerochel heb ik mijn oortjes ingedaan. Jij hoest heel onsexy, weet je dat? Ja, De volksjury, maar dat hielp niet. Integendeel.
Zeg euh, moet je nog lang? Nee goed, dan pis ik wel in bad.
Theo Maassen was wel straf, hè? Met die stoel en die pa en al. Weet je dat ik me ook best zorgen maak, zo met die oorlog? Straks worden we nog opgeroepen. Nee, jij niet, brakende maagd van Hofstade – zie je dát standbeeld al voor je? Ik. Mannen. Hij heeft toch gelijk, over die ongelijkheid bedoel ik dan, hè. Jullie maar zeiken over dickpics en gelijke lonen, terwijl wij sneuvelen met honderden tegelijk. Voor kotsende meisjes.
Ja, oké: sórry. Maar ’t is er wel de plaats voor hè, zet even een raam open. Rek je dan? Al goed. Wat? Dat is geen autoalarm. Jep, soms urenlang. Ik heb eens twee uur uit het raam naar een BMW staan kijken om de eigenaar te kunnen uitschelden. Een vogel blijkbaar. Daarvoor verhuis je dan naar de stad.
Hè, godverdomme! Gaat het? Gaat het? Hoezo, iets doen? Wat dan? Veeg je mond af.
Denk je dat dat echt was, van die kleuter, of was het zo afgesproken? Goeie reclame toch? Iedereen heeft ’t zien voorbijkomen. Hij mag íéts doen voor zijn subsidies. Een beetje luider, ik versta je niet. Tuurlijk vind ik hem grappig! Maar een job kun je dat toch niet noemen? Ja goed, dat is jouw mening, op de redactie vinden ze mij wel grappig. Joël. En lezers, af en toe, op Twitter. Omdat ze me pm’en! Zoiets tweet je toch niet openlijk?
Dit heeft geen zin, en ik moet morgen schrijven. Bel me wakker als we naar het ziekenhuis moeten. Al goed, al goed.
Ja, ik heb er een! ‘Het meisje zag wit als een laken / plots ging ze hartstochtelijk braken / het schoot uit haar strot, vloog recht in de pot / zelfs zonder de brilrand te raken!’ Zie je? Maar krijg ík een ovatie? Hier, nog een: ‘Mijn lief en ik wilden een hap / ik zei: goed, we gaan om kebab / zij wilde tomaat, dat kon vast geen kwaad / nu hangt heel haar kin vol met drab!’ Die stuur ik naar Joël!
Nu? Vijf uur. Ach nee, ik ruik het al niet meer, en anders zit ik daar toch maar alleen. Dan schrijf ik wel tegen woensdag over dat zomeruur. Je bent best mooi fragiel.