Column
De winnaar van de Omloop hoort te rillen van de kou. Slecht weer is essentieel voor Vlaamse koersen
Dissidentie mag ook. Onder die vlag vaart Hugo Camps op donderdag.
Het openingsweekend van het Belgische wielerseizoen ontsnapt niet aan speculaties over de klimaatverandering. De afgelopen dagen was het zomer in de polder en bloemetjesweer kunnen de Omloop en Kuurne eigenlijk niet hebben. De Omloop vraagt om regen en hagel, om verkleumde rennerslijven, om glinsterende kasseien als omgevallen neusdruppels. In een cabrio ga je niet naar de Omloop. Afzien is het sleutelbegrip van het Belgische openingsweekend.
Het weer is de laatste tijd averechts, negeert het voorjaar met zijn gure windstoten en valpartijen en vertekent de Vlaamse Ardennen tot een paradeboulevard. Maar misschien komt er dit weekend toch nog regen van en is de halve klassieker gered. De winnaar van de Omloop hoort te rillen van de kou. Slecht weer is essentieel voor Vlaamse koersen.
Tot nu toe hebben alleen gezandstraalde renners op de fiets gezeten. Woestijnratten van Oman en Dubai, zonnekloppers van Down Under, San Juan en de Algarve. Daar is het klassieke voorjaar niet voor bedoeld. Het openingsweekend van het echte cyclisme hoort een uitputtingsslag te zijn in mist en regen, met bevroren snot om de mond. De Vlaamse Ardennen als proeftuin voor beulen. Een feest voor waaiercoureurs.
Putsch
Er wordt gezegd dat wielrennen een diepe crisis doormaakt. Grote sponsors laten het afweten, het bloedpaspoort heeft voor nivellering onder de renners gezorgd, de romantiek van oerfietsland Italië is ingeruild voor dollars uit de Emiraten. West-Vlaams koeterwaals hoor je niet meer in het peloton, de helden zijn geglobaliseerd in vreemde talen. Op cadans van verjufferde elementen. De vraag is alleen nog of de jonge hengsten het nu gaan overnemen van de oude garde. Greg Van Avermaet en Philippe Gilbert geklopt door Remco Evenepoel en Jasper Stuyven. Een putsch zou welkom zijn, maar is niet realistisch. De ambitie en de benen van Gilbert en Van Avermaet zijn nog te groot en te goed. En won Zdenek Stybar niet zijn eerste wedstrijd in anderhalf jaar?
Jasper Stuyven, Tiesj Benoot en andere Jaspers Philipsen hebben genoeg fond om de Vlaamse Ardennen te temmen, maar het ontbreekt nog aan de routine van het winnen. En vermits koers ook psychologie is, is dat een niet geringe handicap. Overigens is de generatie van Gilbert en Van Avermaet eergieriger. Zij werken aan een palmares voor de eeuwigheid.
Veldrijden was top in het afgelopen seizoen. Van wielrennen op de weg weten we het nog niet. In de voorbereidingskoersen voerden vooral de sprinters het hoge woord. Rouleurs en punchers waren zuinig met hun inspanningen. Voor hen is nu het uur van de waarheid aangebroken. Het parcours van de Omloop is te geaccidenteerd voor sprintbommen. De winnaar moet door zwarte sneeuw kunnen rijden, en dat doen sprinters zelden.
Tussen bidon en guidon
De fiets blijft het vehikel van de volksziel. In dorpen en steden wordt alom gesmacht naar een nieuw wielerseizoen. Mannen, vrouwen en kinderen klimmen zelf op de fiets met een air van Felice Gimondi en Julian Alaphilippe. Sommigen hunkeren naar puisten tussen scrotum en anus om zo veel mogelijk wielrenner te zijn.
Els is een jonge verpleegster die ieder weekend de Muur van Geraardsbergen, de Patersberg of de Oude Kwaremont opzoekt uit puur fietsgenot. Straks beklimt ze de Ventoux en in afwachting gaat ze op stage in Het Spaanse Calpe, net als de grote jongens. Als verpleegster is ze zo zacht als boter, maar op de fiets valt de nijdige trek van Rik Van Looy over haar gelaat. Ze wil zelfs concurreren met haar man.
Els is maar een van de duizenden die hun leven oprekken tussen bidon en guidon.
Voor velen is koers de plattegrond van het bestaan. Sociale schotten zijn weggevallen. Ook schrijvers en intellectuelen dwepen met een demarrage van Alejandro Valverde. Dimitri Verhulst is bezeten van de koersfiets. Voor Hugo Claus was de Ronde van Vlaanderen een passe-partout naar zowel de Vlaamse ziel als de Vlaamse onderbuik. Hij zei het zo: “Iedere Vlaming wil even Briek Schotte zijn, Hendrik Conscience daarentegen doet er niet toe.”
De verering van wielerhelden is tijdlozer dan die van andere publieksspelers. Ik treur nog steeds om Tom Simpson en Fabio Casartelli, om Wouter Weylandt en nu ook om Jef Braeckevelt. Niets kan me tegenhouden tijdens een pelgrimage naar het graf van Luis Ocana, en Rik Van Looy zal voor mij nooit doodgaan. Ik buig al dagen voor de winnaar van de Omloop, wie het ook moge zijn.