ColumnVincent Stuer
De Wetstraat is als een stilstaande trein die crasht
Vincent Stuer is schrijver en theatermaker. Hij werkte als woordvoerder in het Europees Parlement. Hij schrijft tweewekelijks voor deze krant, afwisselend met Mark Elchardus.
Tien jaar geleden schreef de Britse denker Will Hutton Them and Us: Why we Need a Fair Society. Eerlijkheid, argumenteerde hij toen de financiële crisis volop woedde, is het sleutelbegrip in hoe mensen met mekaar omgaan. Het bepaalt de verhouding tussen een individu en zijn omgeving, tussen rechten en plichten, tussen inzet en verdienste. Het is een van de meest fundamentele afwegingen die een mens maakt, ‘hard-wired into human DNA’. Niet toevallig wordt Vrouwe Justitia meestal voorgesteld met blinddoek en weegschaal: om te kunnen samenleven moeten we er blind op vertrouwen dat er een billijk evenwicht bestaat tussen onze daden en de gevolgen ervan.
De bankencrisis had een enorm gat geslagen in ons gevoel van eerlijkheid, waarschuwde Hutton, en de uitdaging van de politiek zou zijn dat vertrouwen te herstellen. Zeker in het Verenigd Koninkrijk is er niet veel van terechtgekomen. Het bleek makkelijker je af te zetten tegen ‘zij’ in de vorm van migranten en Europeanen, dan om een diepgaand debat aan te gaan over hoe ‘wij’ als samenleving aan mekaar hangen, de spelregels te herbekijken en desnoods de scheidsrechter terecht te wijzen.
Het begrip eerlijkheid staat ook centraal in het Het DNA van Vlaanderen, het nieuwe boek van Ivan De Vadder en Jan Callebaut. Ze trekken een lijn door opinieonderzoeken van meer dan een decennium, maar het is ook een samenvatting van vijftien jaar politieke geschiedenis. Het resultaat leest als een stilstaande trein die crasht. In 2009 kwam ‘eerlijkheid’ naar voren als verwijt tegen een zichzelf bedienende politieke klasse. Vijf jaar later keert het onrechtvaardigheidsgevoel zich tegen het gerecht. Nog eens vijf jaar later wordt het een veralgemeend wantrouwen tegen wie rijk en machtig is, op wie de regels niet van toepassing lijken te zijn. De Vlaamse politiek heeft Will Huttons voorspelling in omgekeerde volgorde waargemaakt. Het gevolg is een implosie van het politieke centrum.
Wat ik er niet in lees, is een afwijzing van het maatschappelijke centrum. Integendeel, er spreekt een vrees uit dat het stabiele midden afbrokkelt. Als de kiezer links en rechts de rafelranden van de politiek opzoekt, is dat vanuit een ogenschijnlijk tegenstrijdig verlangen de maatschappelijke kern te herstellen: verantwoordelijkheid, integriteit, betrouwbaarheid.
Het verwijt naar de politieke partijen toe, is dat ze geen middelpuntzoekende kracht meer kunnen opwekken, of het niet willen. Door ‘eerlijkheid’ in simplistische termen van zuiverheid, eenduidigheid en onvermurwbaarheid te gaan zien, hebben de traditionele partijen (en later ook de N-VA) zichzelf overbodig gemaakt. Ze zoeken hun heil in symboolpolitiek en electoraal machismo. Het enige resultaat is politieke impotentie, die in ogen van veel mensen aantoont wat ze zo lang vreesden: het gaat hen – ‘them’ – toch alleen om zichzelf.
Die aanpak is erger dan een misdaad, het is een misvatting: eerlijkheid is veel meer dan rechttoe rechtaan je gedacht zeggen, het is onlosmakelijk verstrengeld met verantwoordelijkheid. Niet alleen in Callebauts model: uit een peiling van de Nederlandse opiniegoeroe Maurice De Hond een tijd geleden blijkt dat vooral laaggeschoolden problemen hebben met politieke cultuur: 95 percent vindt dat politici ‘weigeren over hun eigen schaduw te springen’, 85 percent dat ze ‘meer bezig zijn met wat hen onderling scheidt dan wat hen bindt’. De paradox is dat zij uit onmin terechtkomen bij partijen die, met zwart-witverhalen en een bijtend discours, de politieke cultuur van angst en afgunst alleen maar aanzwengelen. Het is de taak van politici om die paradox te overstijgen, niet van de kiezer zelf.
Die dubbele helix van eerlijkheid en verantwoordelijkheid zit net zozeer in het Vlaamse DNA als in het Nederlandse of Britse. Toch staan ze in hoofde van de meeste partijstrategen haaks op elkaar. De al dan niet uitgesproken aanname is dat het Waalse DNA zo verschillend is dat geen Vlaming er op een oprechte, eerzame, nuchtere manier mee om kan. Er is geen enkele reden waarom dat zo zou zijn. Volgens een schema dat De Vadder aanhaalt is de partij die best aansluit bij modale Vlaming... de MR. En omgekeerd staat sp.a inhoudelijk quasi perfect op het punt waar de gemiddelde Waal zijn politiek verwacht. Door de bestaande verschillen op te blazen tot een onoverbrugbare kloof, heft de democratische politiek haar eigen bestaansreden op.
En wat er ook in verdwijnt, in dat gapende gat, is de kans om Will Huttons steeds prangerder opdracht aan te pakken en het aanvoelen van eerlijkheid in economie en maatschappij te herstellen.