ColumnJulie Cafmeyer
De vrouw is niet onder de indruk van mijn zieke oma en mijn bijna-doodervaring
Julie Cafmeyer is columnist.
“Ryanair, c’est pas moi”, zegt de vrouw aan de incheckbalie op de luchthaven van Bergerac. Ik moet 55 euro betalen omdat ik me online ben vergeten inchecken. Ik maak haar wijs dat ik net terugkom van een bezoek aan mijn doodzieke grootmoeder. Geen enkele spier in haar gezicht vertrekt. Mijn excuus is nog niet sterk genoeg.
“Om mijn gedachten te verzetten, maakte ik deze ochtend een wandeling in het bos. Plots stond ik oog in oog met een bloeddorstig everzwijn dat me wilde aanvallen. Het beest liep met zijn scherpe slagtanden in mijn richting, maar gelukkig kon ik hem nog net op tijd ontwijken. Twee uur later kreeg ik ondanks mijn succesvolle vluchtpoging extreme hoofdpijn, waarschijnlijk te wijten aan een posttraumatisch stresssyndroom. Dat is de reden dat ik me ben vergeten inchecken.”
De vrouw is niet onder de indruk van mijn zieke oma en mijn bijna-doodervaring. Ze herhaalt haar mantra, “Ryanair c’est pas moi”, en verwijst me door naar een andere balie.
De Ryanair-medewerker die de toeslagen ontvangt is een man rond de vijftig. Klein, tenger, met ongeveer zes grijze, warrige haren op een kale schedel. Hij heeft een gele, verrimpelde huid en zijn mondhoeken buigen naar beneden. De kleur van zijn mooie, trieste ogen doet me denken aan een groenblauwe vijver in een magisch bos.
“Met wat kan ik u helpen?” vraagt hij met een zachte stem.
Ik zeg dat ik me ben vergeten inchecken. Hij kijkt naar zijn computerscherm, mompelt iets. Na een korte stilte kijkt hij me vol mededogen aan en zegt: “Het spijt me mevrouw, maar dat betekent dat u 55 euro moet betalen.”
“Maar mijn oma is ziek en ik ben deze morgen bijna aangevallen door een everzwijn”, probeer ik nog.
“Ik begrijp de ernst van uw situatie, maar uw vergissing is opgeslagen in ons systeem. Als ik het geld niet ontvang, kom ik in de problemen.”
Ik zie dat hij een bochel heeft in zijn rug. Zijn ruggengraat, omgebogen door het dagelijks ontvangen van fees. Geld dat niet naar het personeel gaat, maar naar rijke topmannen. Topmannen die momenteel aan het zonnen zijn aan een luxueus zwembad in een exclusieve villa.
Zijn borstwervelkolom, gekromd door het volgen van een genadeloos businessplan. Deze man, misvormd omdat hij de verbeelding is verloren dat het ook anders kan. Dat je er ook mee kan ophouden en dat je elke keer opnieuw kan beginnen.
Ik wil hem vasthouden, zijn rug kraken zodat alles weer rechtstaat.
De man staart mistroostig naar zijn scherm en zegt: “Ik ben bang dat als u de 55 euro niet betaalt, u het vliegtuig niet op kan.”
Even denk ik dat hij gaat instorten, dat hij zal breken. Zijn kromme lijf dat zachtjes neervalt op de vloer. Ik haal mijn kredietkaart boven. Troostend zeg ik hem: “Het is oké, meneer. Wat is tenslotte 55 euro?”