Place du Samedi
De vrouw an sich wordt niet met minder egards benaderd dan andere menstypes
Marc Didden is schrijver en columnist bij De Morgen.
Zo, die Vrouwendag hebben we weer gehad. Kan de wereld eindelijk weer zijn gewone gang gaan. Grapje, dames! Flauw grapje ook, van het soort dat wij, in het stoffige redactielokaal waar ik mijn jaren zeventig grotendeels doorbracht, wel eens meer maakten. Zo noemden wij het gezegende jaar 1975, dat zich het eerste officiële 'Jaar van de Vrouw' mocht noemen, binnenshuis wel eens 'negentienwijvenzeventig'.
Niemand maalde er om, en al zeker geen enkele van de aanwezige, uitsluitend blanke, mannelijke, heteroseksuele, progressieve, dus slecht geklede journalisten die bijna allen met een licht drankprobleem worstelden en toch vooral met de drang de wereld te veranderen .
In mijn herinnering waren het wonderlijke tijden. We lachten eigenlijk de hele dag. Met alles en iedereen. Met Paul Vanden Boeynants, met Paul Vandenbussche, met Paul de Wispelaere, maar niet met Paul Van Himst. Je moest ergens een lijn trekken, al was ze dan van kalk.
We lachten gelukkig ook veel en vooral met onszelf. En ook met vrouwen, ja. Wat meer is: die vrouwen lachten mee. Niet in het minst in de persoon van Ingrid De Bie, misschien wel de beste journalist (m/v) die ooit voor Humo gewerkt heeft, en ook met medeweten van de andere dames die rond de redactie draaiden. Zij leerden ons wat de dagelijkse toepassing van feminisme was. Samen aan iets moois werken zonder de hele dag te zeuren over toevallige tegenstellingen, als daar zijn wit/zwart, dik/dun, oud/jong, homo/hetero of man/vrouw.
Dát is trouwens wat mensen moeten doen die het voordeel hebben dat ze in dat stuk van de wereld geboren zijn waar honger, dorst en kou grotendeels naar de marge verdwenen zijn. En waar de meeste vrouwen, natuurlijk helemaal terecht, gerespecteerd worden en ook volledig aan de maatschappij deelnemen als universiteitsprofessor, nieuwsanker, superminister, commissaris-generaal van de federale politie, leerkracht, arts, verzorger, comedian, hoofdredacteur van een krant of twee, huisvrouw, olympisch atlete, actrice, bokskampioene, radio-icoon, schrijfster, sterrenchef of netmanager van een tv-omroep.
Het spreekt vanzelf dat de allesomvattende vrouwenstrijd nog niet gestreden is en dat in bepaalde machoculturen nog altijd op stuitende wijze met de vrouwelijke medemens wordt omgegaan. Maar in het algemeen vind ik toch dat in de werelden waar ik mij bevind (en dat zijn er nogal wat), de vrouw an sich niet met minder egards benaderd wordt dan andere menstypes.
Natuurlijk gaat het er daar waar mensen samen zijn, wel eens ruw aan toe. Misschien wordt er wel eens iemand geschoffeerd, gekwetst of vernederd. Maar laat mij vriendelijk, doch met klem, beweren dat het niet alleen vrouwen zijn die last hebben van dat soort verachtelijk gedrag.
Golvend kontje
Naar aanleiding van de recente Vrouwendag las ik in de weekendbijlagen en op de websites van nogal wat dag- en weekbladen weer een hoop gejammer van vrouwen die iets te gewillig aan de klaagmuur gaan staan. Ik las ook hier en daar wat brieven van Juffrouwen Truttenbol die zich erover beklaagden dat ze wel eens nagefloten worden door bronstige bouwvakkers die ook nog iets als "Ciao bella!" roepen. Hoe erg is dat, zeg? Zullen we bij het begin van deze ontluikende lente meteen maar een wet aannemen die onze hele hormonenhuishouding stillegt? Mag iemand die bijvoorbeeld laaggeschoold is en dus vaak niet erg verbaal beslagen, zijn appreciatie voor een persoon van het andere geslacht dan niet te kennen geven via een vriendelijke blik, een appreciërende kleine knik of een klein, bewonderend fluitsignaal?
Natuurlijk wel. Zolang die interventie niet grof wordt of te zeer ingrijpt in de intimiteit van de andere, zie ik daar niet echt een probleem. En laten we wel wezen: dat hormonaal gestuntel is vooral ook geen uitsluitend mannelijke hebbelijkheid. Ik heb lang genoeg les gegeven aan jongvolwassenen om te weten dat ook jonge meisjes een nieuwe docent wel eens een 'hottie' noemen of een pas ingeschreven mannelijke medestudent vooral beoordelen op basis van zijn golvende kontje.
Honden rieken ter kennismaking aan elkaars hol.
Zolang we die onfrisse gewoonte niet klakkeloos overnemen, lijkt er mij weinig aan de hand in de vrolijke strijd tussen de geslachten.
Wat we écht nodig hebben, is wat Otis en Aretha ons al lang geleden voorzongen: diep en wederzijds R-E-S-P-E-C-T.
Respect en geen gezeur: aan actrices die voortdurend zagen dat er te weinig goede vrouwenrollen voor hen geschreven worden, zeg ik graag en vaak dat ze die dan maar zelf moeten schrijven.
Diva's die zich erover opwinden dat er niet genoeg lelijke, oude vrouwen op tv komen - in tegenstelling tot het aantal lelijke, oude mannen - moeten eens goed in de spiegel kijken en zich afvragen wie zij zijn om te mogen oordelen over wie op tv mag komen en wie niet. En wie zijn dat dan, die lelijke, oude mannen? Ik voel me alvast niet aangesproken omdat de enige tv waarop ik nog wel eens verschijn, de radio is. Over wie heeft de diva het dan eigenlijk wel? Over Frank Raes, Bart Peeters, Rik Torfs?
Om de Vrouwendag waardig af te sluiten besloot ik samen met een oude, lelijke vriend uit Amsterdam een koffie en een streekbier te gaan drinken in het ooit erg bijzondere schaakcafé Greenwich, aan de Brusselse Kartuizer-straat. Het was zijn idee, omdat hij goede herinneringen bewaarde aan dat oude, legendarische etablissement, waar vele generaties van spelers en drinkers jarenlang graag tot een stuk in de nacht te gast waren.
De Greenwich is nu ten koste van zeer veel geld en met de medewerking van een gerenommeerd architectenbureau omgebouwd tot een volledig zielloze brasserie, waar volkomen ongeïnteresseerd personeel lauw en slecht diepvriesvoedsel voedert aan de accidenteel binnengewaaide toerist. Die koffie en het streekbier zijn er trouwens ook niet te drinken. Ondertussen klinkt Franse popmuziek van het laagste allooi terwijl het er vroeger zo exemplarisch en gigantisch stil was.
Misschien was het niet zo'n goed idee om deze zaak te renoveren? Misschien moet je dingen soms gewoon met rust laten? Misschien weten gerenommeerde architectenbureaus niet dat je door een gebouw te 'opereren', ook kans hebt dat het hart ervan stilvalt?
En die arme schakers die de hoofdrol speelden in dat café en er door de nieuwe bazen weggejaagd werden als honden, die mis ik ook. Wat zou ik u graag aanbevelen om bij uw volgende wandeling door Brussel eens binnen te stappen in de nieuwe Greenwich. Maar ik zeg u in alle vertrouwen: blijf er weg!