Maandag 05/06/2023

OpinieZomerspraakmakers

De vraag van Bart Eeckhout: ‘Welke uitwegen zijn er om het vertrouwen in het politieke bedrijf te herstellen?’

Alexander De Croo Beeld BELGA
Alexander De CrooBeeld BELGA

In deze reeks leggen opiniemakers van De Morgen een brandende kwestie voor aan een gastauteur naar keuze. Deze reeks verschijnt op maandag en donderdag in augustus.

Bart Eeckhout en Sofie Mariën

Bart Eeckhout is hoofdcommentator van De Morgen.

Het politieke vertrouwen lijkt in een neerwaartse spiraal beland te zijn. Om het vertrouwen te herwinnen, poogt menig politicus om de aandacht van de kiezer te trekken met scherpere, polariserende profilering. De soms ­spectaculaire strijd die die strategie van permanente campagne oplevert, verwijdert diezelfde politici evenwel nog meer van goed bestuur. Zo dreigen politici kiezers juist nog meer te frustreren waardoor diezelfde kiezers van het beleid vervreemden. Welke uitwegen zouden er wel nog zijn om het vertrouwen in het politieke bedrijf te herstellen?

Bart Eeckhout  Beeld Eva Beeusaert
Bart EeckhoutBeeld Eva Beeusaert

Het antwoord van Sofie Marien: ‘Niet politiek vertrouwen is het probleem, maar de betrouwbaarheid van de politiek’

Sofie Marien is hoofddocent Vergelijkende Politieke Wetenschappen aan de KU Leuven en gastonderzoeker aan het Institute of Citizens and Politics, University of Pennsylvania. Zij is gespecialiseerd in politiek vertrouwen en democratische innovatie.

Sofie Marien Beeld RV
Sofie MarienBeeld RV

We horen met de regelmaat van de klok dat het politiek vertrouwen historisch laag is. Dat was vijftien jaar geleden niet anders, toen ik mijn onderzoek naar dat vertrouwen startte - precies vanuit de zorg over de veelgevreesde daling. Toen ik de cijfers van nabij bekeek, zag ik inderdaad dalingen, maar evengoed stijgingen. Dat is vandaag nog steeds zo: het vertrouwen van de Belg in de politiek fluctueert. Het is niét historisch laag vandaag en het is de laatste jaren níét systematisch gedaald.

Deze schommelingen kunnen we goed verklaren. Recent onderzoek van politicologen Tom Van der Meer en Patrick van Erkel van de Universiteit van Amsterdam toont een duidelijk verband tussen vertrouwenscijfers en de betrouwbaarheid van de politiek in Europese landen, ook in België. De schommelingen in politiek vertrouwen zijn níét willekeurig. Enkel in Frankrijk en Spanje blijft vertrouwen stelselmatig laag ondanks verbeterde prestaties. Maar dat is dus uitzonderlijk.

Is er dan geen reden tot zorg? Toch wel. De meest recente eurobarometer-bevraging toont dat zes op de tien Belgen geen vertrouwen hebben in het federale parlement en de regering. Dat is een beter resultaat dan in bijvoorbeeld 2010 of de jaren ’90 maar ruim onvoldoende als we kijken naar de uitdagingen waar we vandaag voor staan. Complexe problemen zoals de klimaatverandering, vragen om meer vertrouwen dan ooit. Mensen leven er vrijwillig politieke beslissingen door na, ook al zijn ze het oneens of zijn persoonlijke opofferingen vereist. We zien ook zorgwekkende evoluties zoals toenemende polarisatie en desinformatie die bijvoorbeeld in de VS leidde tot het gewelddadig contesteren van de verkiezingsuitslag. Deze recente evoluties kunnen de link tussen de realiteit en de evaluatie ervan afzwakken. Vandaag is deze echter nog sterk.

Dat vertrouwenscijfers zo sterk reageren op de politieke realiteit is goed nieuws. Je kan vertrouwen dus verhogen door de betrouwbaarheid van de politiek te versterken. Daar loopt het vandaag grondig mis. Laten we dus niet langer focussen op een probleem van vertrouwen, en zo de schuld bij de burger leggen, maar op de lage betrouwbaarheid van de politiek. Zo leggen we de verantwoordelijkheid waar die hoort te liggen. De burger moet vandaag geen groter vertrouwen aan de dag leggen. Diens oordeel is erg passend bij de politieke realiteit. De politiek moet betrouwbaarder worden. Onderzoek leert ons dat een positievere evaluatie van de burger dan ook volgt.

Dat zagen we in België in de jaren ’90: geteisterd door schandalen en een pijnlijk falen van de politieke instellingen bereikten we een historisch dieptepunt in het politiek vertrouwen. Politie- en justitiehervormingen zorgden ervoor dat de vertrouwenscijfers zich de daaropvolgende jaren herstelden.

Politieke vernieuwing

Wanneer het gaat over het herstellen van vertrouwen is een debat over politieke of democratische vernieuwing nooit ver weg. Op basis van het onderzoek met mijn team de afgelopen jaren, ben ik er ten zeerste van overtuigd geraakt dat hier inderdaad oplossingen liggen om het vertrouwen in het politieke bedrijf te verhogen. Tegelijk zie ik vandaag ook minstens vier denkfouten die zo’n vernieuwing tegenwerken en zelfs vertrouwen kunnen ondermijnen.

1) Allereerst, een burgerbevraging, participatietraject of burgerpanel organiseren, verhoogt niet automatisch de betrouwbaarheid van de politiek. Integendeel, wanneer deze processen losstaan van de eigenlijke besluitvorming is de impact eerder negatief. Al te vaak wordt participatie georganiseerd zonder reële impact. De recente burgerbevraging ‘Een land voor de toekomst‘ ter voorbereiding van de staatshervorming is daar een goed voorbeeld van.

Ons onderzoek toont publieke steun voor meer burgerparticipatie zoals referendums of burgerpanels. In die burgerpanels wordt een kleine groep mensen geloot om zich te verdiepen in een complexe materie ondersteund door experten en door discussies met regels en een moderator. Deze burgerpanels kunnen ervoor zorgen dat, zoals James Fishkin het uitdrukt, we inzicht krijgen in wat de bevolking wil wanneer ze heeft nagedacht; een geïnformeerde opinies dus. Tegelijk zijn er weinig “diehard” fans. Het is geen voetbalclub die je blijft steunen wanneer die niet presteert. Het enthousiasme wordt sterk bepaald door het idee dat problemen zullen worden aangepakt. Vandaag leeft echter bij politici vaak het idee dat de organisatie van inspraakprocessen voldoende is om vertrouwen te creëren. Dit is fout. Participatieprocessen die zonder gevolg blijven, zullen geen vertrouwen creëren. Dat is uiteraard niet gek als je weet dat betrouwbaarheid de sleutel is tot vertrouwen. Indien de betrouwbaarheid van de politiek niet toeneemt, zal vertrouwen niet toenemen.

2) Een tweede denkfout is dat politici alleen kunnen beslissen als ze dit willen. In de initiatieven rond democratische vernieuwing zie ik politici vasthouden aan macht en autoriteit die ze al lang niet meer hebben. Burgers zijn mondiger geworden. Sommige “politieke dieren” willen liefst zoveel mogelijk meespreken en beslissen, anderen willen dit wanneer ze het echt nodig vinden (“burger nachtwakers”). Los van die individuele verschillen, aanvaarden burgers vandaag niet dat hun zeggenschap beperkt blijft tot één stem bij verkiezingen om de vier, vijf of zes jaar. Een enkele stem bij verkiezingen faalt ook om de veelheid aan voorkeuren van iemand te vatten. Interpretaties over het “signaal van de kiezer” zijn talrijk en stroken niet altijd met het wetenschappelijk onderzoek. Nieuwe thema’s duiken op tijdens de regeertermijn. Politici zijn niet bijzonder goed in het inschatten van de publieke opinie die ze dienen te vertegenwoordigen. Kortom, een te sterke focus op verkiezingen alleen staat betrouwbaar bestuur in de weg.

3) Een derde denkfout is die van de valse tegenstelling. Het is frappant hoe vaak er vandaag in valse tegenstellingen gesproken wordt in de discussie rond vernieuwing: vertegenwoordiging of participatie. Verkiezingen of burgerpanels. Willen we de betrouwbaarheid van de politiek versterken dan hebben we nood aan verkiezingen, én burgerpanels, én referenda, én protesten én partijbijeenkomsten én experten én middenveld én nog een resem andere democratische praktijken. Een complexe wereld vraagt om een complex democratisch systeem.

4) Een vierde denkfout bestaat erin te verwachten dat een vernieuwing perfect moet zijn. Een burgerpanel of een ander specifiek proces kan niet alle of zelfs de meeste problemen oplossen. Schiet het dus niet af wanneer het de torenhoge verwachtingen niet inlost. Burgerpanels zijn waardevol om inzicht te krijgen in de geïnformeerde publieke opinie, maar zijn slechts een klein onderdeel van de politieke besluitvorming, bijvoorbeeld gekoppeld aan een referendum of een parlementaire commissie. Zoals in Ierland met de abortuskwestie waardoor beleid mogelijk was in een dossier dat reeds decennia geblokkeerd zat.

Kortom, de burger heeft gelijk wanneer die aangeeft weinig vertrouwen te hebben in de Belgische politiek. Deze mist betrouwbaarheid en geloofwaardigheid of het nu gaat over het klimaatbeleid of de pensioenhervorming. Laten we de focus verleggen van de burger die meer moet vertrouwen naar de politiek die betrouwbaarder moet worden. Het wetenschappelijk onderzoek toont duidelijk aan dat wanneer de politiek betrouwbaarder en geloofwaardiger wordt, het vertrouwen van de burger volgt. Geef de burger goede redenen om te vertrouwen. Dat kan onder meer door betere vertegenwoordiging, eerlijke onpartijdige besluitvorming, goede economische prestaties en goed bestuur. Verschillende hervormingen kunnen hierbij helpen. Denk aan meer participatie en deliberatie maar ook het beter ondersteunen van volksvertegenwoordigers om zo de ijzeren Belgische partijdiscipline af te zwakken, minder complexe bevoegdheidsverdelingen voor efficiënter bestuur, een federale kieskring, minder royale partijfinanciering, ...

De politieke vernieuwingsplannen in het regeerakkoord oogden beloftevol maar de beperkte uitvoering ervan lijkt eerder de betrouwbaarheid van de overheid te schaden dan te versterken. De recente burgerbevraging rond “een land voor de toekomst” toonde vooral een gebrek aan vertrouwen in de bevolking en de betrokken participatie-experten. Goed georganiseerde burgerparticipatie met impact kan nochtans een aantal problemen waar de politiek vandaag mee kampt, oplossen. Denk aan dossiers deblokkeren, een langere horizon dan de volgende verkiezingen meenemen, ruimte geven aan nieuwe perspectieven en meer herkenbaarheid of mensen zoals jezelf horen en zien in de politiek. Burgerparticipatie kan een erg krachtig middel zijn om tot een betrouwbaardere overheid te komen. Eens te meer in tijden waarin democratisch bestuur onder druk staat en autoritaire populistische leiders successen boeken bij een voedingsbodem van wantrouwen. De lage betrouwbaarheid van de politiek maakt dat burgers openstaan voor verandering. Wie de democratie genegen is, zet daarom best in op democratische vernieuwing om zo anti-democratische tendensen minder kans te geven. Als we dan toch over vertrouwen spreken, laten we dan focussen op het huidige gebrek aan vertrouwen van politici in burgers om mee te kunnen praten en beslissen.

Donderdag: Barbara Debusschere kijkt omhoog, en heeft een vraag voor sterrenkundige Leen Decin.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234