ColumnMark Coenen
De sint is een man op wie de tijd geen vat heeft: hij staat daarboven
Mark Coenen is columnist.
De dag waarop ik besefte dat Sinterklaas mijn moeder was heeft mijn leven veranderd. Ten kwade: daarna ging het almaar bergaf met mijn geloof, in goedheilige mijterdragers zowel als in mensen. Belazerd, zo voelde ik mij, bedrogen en belachelijk gemaakt.
Tot dan was ik een totale fan van de man. Hoe hij elk jaar precies wist wat ik wilde krijgen, hoe hij zijn helpers zonder morren door schoorstenen joeg, beladen met geschenken en mandarijnen en marsepein! De tijdloze elegantie waarmee hij dan verder over andere daken schreed, gezeten op zijn witte schimmel, daarbij een liedje uit zijn eigen repertoire neuriënd. En dat hij dat allemaal op één nacht deed!
Al kon het dat, als zijn naamfeest op een maandag viel, hij besliste om de cadeaus al op zaterdagochtend te leveren omdat zo ons kindergeluk een heel weekend lang kon duren: zo attent was hij wel. Het is en blijft een logistieke prestatie waarvoor zelfs de grootste moderne pakjesdienst zou terugdeinzen: de ouwe uit Patara deed het bijna achteloos, elk jaar opnieuw.
Dat de goedheilige man zovele cultuuroorlogen en geloofsafvalligheid overleefd heeft, is te danken aan het levenswerk van twee moedige engelbewaarders: Godfried Bomans en Hugo Matthysen. Dwars tegen hun tijdgeest in vonden zij, elk in hun eigen tijd, de sint opnieuw uit en al benaderen zij hem anders, bij beiden overheersen het mysterie, de fantasie en de goede luim.
Bij Bomans is de sinterklazologie wat kneuteriger, van Matthysen, die klaarblijkelijk grootgebracht werd via moedermelk met wat lsd in, kreeg de sint een heel eigen en krankjorum universum. Dat zijn paard Slechtweervandaag zou heten leidde tot een storm aan verontwaardiging want dat kon toch helemaal niet? Terwijl het natuurlijk wél klopt: als iemand het kan weten is het Hugo wel.
De sint is een man op wie de tijd geen vat heeft: hij staat daarboven. Qua mobiliteit komt hij niet verder dan een stoomboot, daardoor duurt het zo lang vooraleer hij weer in het land is. Traag is goed. Nooit zal hij een Tesla bezitten, of een tweedehands iPhone. Nimmer zal zijn tabberd gesponsord zijn.
Net vandaag, op Sinterklaas, beginnen de examens van mijn dochter: een wrede speling van het lot. De zenuwen zijn gespannen. Zij heeft verzocht om haar ’s morgens voor school niet aan te spreken en zeker niet te vragen “of ze het gaat kunnen”. Dat luistert allemaal nauw voor een zestienjarige.
Gelukkig is de sint geweest. Sommige tradities zijn er om in ere te houden, zelfs als je er niet meer in gelooft.