ColumnMaud Vanhauwaert
De ‘polyvalente ruimte’ is volgepropt met leerlingen die ab-so-luut niet op je zitten te wachten
Maud Vanhauwaert is columnist.
Heerlijk was het, de poëzieweek. Al vraten de schooloptredens veel energie. Men zet je in een verschrikkelijk ongezellig lokaal, de zogenaamde ‘polyvalente ruimte’. Men propt er alle leerlingen van de derde graad in, die ab-so-luut niet op je zitten te wachten. Er is alleen tl-verlichting, waardoor ofwel je powerpointpresentatie zichtbaar is en jij in het donker staat, of andersom. Je weet vooraf al dat je midden in je voordracht verstoord zult worden door een loeiharde schoolbel en dat de kans groot is dat de microfoon het niet zal doen waardoor je je poëzie naar de achterste rijen zult moeten schreeuwen. Compleet uitgeput rijd je daarna naar huis en denkt: nooit meer. ’s Nachts droom je dat leerlingen het pus uit hun puisten massaal in jouw richting knijpen. Maar dan, de volgende ochtend, krijg je een berichtje van een leerling die zich, geïnspireerd door je optreden, een gedicht schreef. En je zucht, want je weet: volgend jaar geef je je weer.