OpinieJohan Depoortere
De moord op Abu Akleh legt de zwakte van Israël bloot
Johan Depoortere is gewezen VRT-journalist.
Dat de Palestijns-Amerikaanse journaliste Shireen Abu Akleh door de kogel van een Israëlische scherpschutter is gedood, lijdt weinig twijfel. Aviv Kochavi, de chef-staf van het leger heeft vrijdagavond op de Israëlische televisie toegegeven dat het “zeer goed mogelijk” is dat de dodelijke kogel door een Israëlische soldaat werd afgevuurd. Dichter bij een openbare schuldbekentenis zullen we niet komen.
De onhandige pogingen om daar verwarring over te zaaien hebben eerder de geloofwaardigheid van de Israëlische propagandadiensten tot nul herleid. Dat de anders zo professionele hasbara met een klungelige fake-video de schuld bij de Palestijnen probeerde te leggen en die daarna wegens totaal ongeloofwaardig moest intrekken, toont de paniek in de gelederen. Alles wijst erop dat Abu Akleh met een precisieschot is neergelegd en dat de meerdere schoten die volgden, bedoeld waren om eerste hulp te verhinderen.
De vraag die overblijft: handelde(n) de Israëlische scherpschutter(s) op eigen initiatief en in een opwelling? Of was de moordende kogel met - al dan niet stilzwijgende - toestemming van hogerhand bedoeld als waarschuwing tegen de Palestijnen, in lijn met de heersende settlerideologie die elke Palestijn als een terrorist beschouwt en Palestijnse journalisten in het bijzonder als vijanden die uitgeschakeld moeten worden?
Dubbel hinderlijk
De geloofwaardigheid en het prestige van Abu Akleh bij een internationaal en vooral ook Amerikaans publiek maakten haar voor Israël dubbel hinderlijk. De extreemzionistische ideologie van de settlerbeweging is niet alleen doorgedrongen tot de kern van de huidige Israëlische regering, ze is al jarenlang dominant in het leger, waar het gezicht van de journaliste overbekend was.
De pech voor de Israëlische propaganda bestaat erin dat hun slachtoffer deze keer ook een Amerikaans paspoort bezat. Dat maakt de moord op Abu Akleh wereldnieuws - in tegenstelling tot de dood of de verwondingen van de talloze andere dagelijkse slachtoffers van de zionistische bezetting.
De afgelopen drie jaar werden in bezet Palestina volgens Reporters Zonder Grenzen 144 Palestijnse journalisten door het leger verwond en drie, onder wie Abu Akleh, gedood. Dat Israël en zijn ‘meest humane leger ter wereld’ daarmee wegkomen, heeft tot gevolg dat soldaten die gericht op burgers schieten overmoedig zijn geworden. Net zoals Israël zelf, dat zich als militaire supermacht met de steun van de VS - nog steeds het machtigste land ter wereld - ongenaakbaar acht.
Eyeopener
Toch legt de dood van de journaliste voor het eerst de grenzen bloot van de militaire macht en arrogantie van het zionistische regime. Meer nog dan de moord zelf waren de beelden van de begrafenis van Abu Akleh een eyeopener. De ongehoorde, schaamteloze manier waarop militairen in uniform hun slachtoffer een waardige begrafenis ontzegden, gaf een zelden geziene klare inkijk in de mentaliteit van een bezetter die zelfs voor de doden geen minimum aan respect kan opbrengen.
Geweld is de kern van de zionistische ideologie, schrijft de Frans-Joodse schrijver Sylvain Cypel in L’État d’Israël contre les Juifs. ‘Als geweld niet werkt, gebruik dan méér geweld’, is een populaire slogan in de Joods-Israëlische samenleving. De koloniale opvatting dat de gekoloniseerde bevolking alleen de ‘taal van het geweld’ begrijpt, is wijdverspreid onder de Joods-Israëlische bevolking.
“In het Midden-Oosten, zoals elders in de wereld, is er geen plaats voor de zwakken”, zei voormalig premier Benjamin Netanyahu tegen een verzameling van zijn diplomaten in 2018. Deze opvatting werd gekristalliseerd in de zogenaamde Dahiya-doctrine. Die, zo schrijft Cypel, maakt van “oorlogsmisdaden tegen burgers de officiële strategie in de strijd tegen het terrorisme”. De Dahiya-doctrine is genoemd naar de wijk in Beiroet waar zich het hoofdkwartier van Hezbollah bevond, die Israël in 2006 tot een hoop as reduceerde. Het is dezelfde doctrine die Vladimir Poetin, zij het onder een andere naam, in staat stelde om de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny met de grond gelijk te maken en die Bashar al-Assad inroept om de aanvallen tegen zijn eigen volk te rechtvaardigen.
Mythe van kleine David
Behalve op militaire macht steunt Israël op de mythe van dappere kleine David tegen een overmachtige Goliath die op vernietiging van de zionistische staat uit is. Het Israëlische ministerie van Strategische Zaken - in werkelijkheid het ministerie van Propaganda - besteedt jaarlijks miljoenen dollars en duizenden man/vrouwuren om de mythe in stand te houden.
De gebeurtenissen van de afgelopen dagen en de schokkende beelden van de begrafenisstoet in Jeruzalem maken die gigantische inspanningen futiel. Ze halen het imago van Israël als underdog definitief onderuit. Ze tonen integendeel een tot de tanden gewapend regime dat voor niets terugdeinst om de koloniale macht te behouden over bijna de helft van de bevolking die het controleert tussen de Middellandse Zee en de Jordaan. Het is de nachtmerrie van de zionistische elite dat een toenemend deel van de wereldopinie, en meer bepaald almaar meer vooral jonge Joodse Amerikanen, niet langer bereid zijn Israël het voordeel van de twijfel te gunnen.