OpinieJan De Volder
De islam heeft een Vaticaan nodig (maar dat zal er nooit echt komen)
Prof. Dr. Jan De Volder (KU Leuven) is titularis cusanus van de leerstoel ‘Religie, Conflict en Vrede’.
Dinsdag berichtte De Morgen over de Hazimi-beweging, een nieuwe islamistische groepering die nog radicaler heet te zijn dan IS. Dat zo’n groep de kop opsteekt, na de nederlagen van IS, is op zich niet verwonderlijk. Integendeel, het is de logica der dingen zelf binnen de wereld van het islamisme, gezien als radicale politieke ideologie. Het is een rechtstreeks gevolg van de manier waarop de islam ontstond en zich ontwikkelde. Door het ontbreken van centrale gezagsstructuren, die een mainstream interpretatie van heilige teksten en traditie kunnen opleggen en bevorderen, lijkt diegene die de radicalere interpretatie aanhangt, vaak ook de juistere, de meer zuivere, de betere. Iedere revolutie verslindt dan haar eigen kinderen. Die dynamiek van het radicalisme tref je overigens ook aan buiten religieuze universa (zie bijvoorbeeld de verbeten discussies tussen leninisten, trotskisten en maoïsten).
Die dynamiek is niet vreemd aan de islam, die van bij zijn prille ontstaan geconfronteerd werd met bittere interne strijd. Naast de welbekende tweedeling tussen soennieten en sjiieten, bestond er altijd nog een andere stroming, die van de zogenaamde ‘kharadjieten’, een radicale strekking die niet aarzelde anderen te brandmerken als slechte moslims (takfiri) en hen gewapenderhand te bekampen. Hoewel minoritair, duiken opvolgers van de kharidjieten van tijd tot tijd op in de geschiedenis, zoals Al Qaida een radicalisering was ten opzichte van eerdere groepen, waarop IS volgde en nu Hazimi.
Die radicaliseringsdynamiek is geen goed nieuws voor alle onschuldige slachtoffers die hij nog gaat maken, maar is ook dramatisch voor de moslimwereld zelf. Het is niet omdat IS verslagen is, dat er geen ander hemeltergend geweld in naam van de islam kan ontstaan. Dat is almaar meer het geval op het Afrikaanse continent, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de terreur in het noorden van Mozambique. Daardoor vereenzelvigen almaar meer tijdgenoten dat radicale geweld met ‘de islam’, terwijl die godsdienst in werkelijkheid vele verschijningsvormen kent en in de regel eerder vreedzaam en pragmatisch is en zichzelf traditioneel ziet als ‘een weg van het midden’. Die pragmatische redelijkheid viel bijvoorbeeld op bij de overgrote meerderheid van moslims tijdens de voorbije ramadan, ook op ons grondgebied, waar het vasten toch extra zwaar werd gemaakt door de coronamaatregelen (geen toegang tot moskee, geen iftars buiten familieverband, …). Een ander onderbelicht gevolg is de geloofsafval waarmee tal van islamitische samenlevingen, onder meer Irak en Egypte, naar verluidt kampen: almaar meer burgers hebben het gehad met het bloed dat vergoten wordt in naam van een godsdienst die van zichzelf zegt de vrede te dienen.
Vrijdenker Herman De Croo verzucht wel vaker dat de ‘islam een Vaticaan nodig heeft’. Hij heeft een punt: het bestaan van een hiërarchische structuur behoedt een wereldwijde religieuze realiteit als de katholieke kerk gewoonlijk voor excessen, die je aan christelijke kant soms aantreft bij sommige neo-protestantse kerken. Zo’n hiërarchie – met de Heilige Stoel en het wereldwijde episcopaat – is natuurlijk ook vatbaar voor kritiek, zowel intern als extern, maar tenminste weet je bij welke deur je moet aankloppen voor klachten (zoals bij de schandalen van seksueel misbruik), of protesten en vragen om hervorming. Tegelijkertijd maakt zo’n structuur het mogelijk te bepalen wat binnen de leer valt en wat niet, kan ze een uiteenlopend gamma van instellingen, organisaties, individuen en charisma’s onder haar brede vleugels houden, en maakt ze het mogelijk zowel de traditie in ere te houden als hervormingsprocessen te initiëren.
De islam zal nooit een paus of episcopaat kennen, daarvoor is het DNA van deze wereldreligie te verschillend. De sjiitische wereld beschikt weliswaar over een hiërarchie, maar die is momenteel verstrengeld met het Iraanse regime. Ook in de soennitische wereld zijn er evenwel gezagsvolle instanties en figuren te vinden. Daarbij valt in de eerste plaats te denken aan Al-Azhar in Caïro, de prestigieuze universiteit die in grote delen van de moslimwereld respect geniet. Juist omdat zij ook religieus en conservatief is, kan zij een dam vormen tegen het extremisme, zoals bijvoorbeeld bleek toen Ahmed El-Tayeb, groot-imam van El Azhar, een bloemenkrans neerlegde bij de Bataclan in Parijs.
Paus Franciscus maakt er een punt van de banden met El-Tayeb aan te halen, onder meer door de oprichting van een gemeenschappelijk ‘Hoog Comité ter bevordering van de broederschap onder de mensen’. Dat zijn interessante bewegingen op het terrein van de geopolitiek der religies, die gewoonlijk buiten het blikveld van de seculiere media vallen, maar die niet onbelangrijk zijn voor wie het vreedzaam samenleven genegen is.