Brief van de dag
De geestelijke gezondheidszorg kan beter (ook zonder extra middelen)
Lieve Van Den Bossche is directeur Federatie van Diensten voor Geestelijke Gezondheidszorg vzw. Frank Schillewaert is voorzitter Federatie van Diensten voor Geestelijke Gezondheidszorg vzw.
Wij hebben de afgelopen week met interesse ‘Het grote psychiatrierapport’ gevolgd. We kunnen we alvast akkoord gaan wanneer beide ministers aangeven dat geestelijke gezondheidszorg (GGZ) niet enkel om psychiatrische ziekenhuizen en bedden gaat. De GGZ is veel ruimer en diverser, gelukkig maar! Graag geven we - vanuit het perspectief van de ambulante GGZ - onze kijk op dit landschap.
1. Keer de (financierings)piramide om!
Roland Sinnaeve (DM, 23/2) haalt terecht aan dat een verdeling van meer dan 80 procent van alle GGZ-middelen die naar psychiatrische ziekenhuizen gaan en minder dan 5 procent naar eerstelijns- en gespecialiseerde ambulante zorg onhoudbaar is. Het GGZ-zorglandschap laat zich samenvatten in een omgekeerde piramide: basiszorg beperkt gefinancierd; gespecialiseerde, vooral dure residentiële zorg, overgefinancierd. Alvast volledig in strijd met de aanbevelingen van de WHO. Een eerste wezenlijke stap naar een betere GGZ is dan ook de kanteling van die foutieve omgekeerde (financierings)piramide.
Dus neen, geachte ministers, niet noodzakelijk méér geld maar wel een herverdeling van het huidige GGZ-budget. Want goede GGZ is meer dan enkel psychiatrische ziekenhuisbedden.
De fameuze “Gidsen” voor de hervorming van de GGZ vanuit de Interministeriële Conferentie gaven wel een aanzet naar de gewenste vermaatschappelijking van zorg. Alle betrokkenen zijn het er echter over eens dat we ter plaatse trappelen, de incentives achterwege blijven, de onduidelijkheid rond einddoelstelling remmend werkt. De gewenste vermaatschappelijking wordt niet enkel bereikt door reconversie van een beperkt aantal bedden en vrijgekomen middelen te investeren in (zinvolle) “mobiele teams”, een deel van die middelen moet gebruikt worden voor het versterken van de eerstelijns GGZ, herstelgericht werken, waarachtige “Community Care”, desinstitutionalisering, empowerment, kracht- en contextgericht werken, vraagsturing, respijtzorg (SAR WGG-visienota Integrale zorg en ondersteuning 7/12/2012).
2. Zet in op de eerstelijnszorg, vroegdetectie en vroeginterventie!
Een correct GGZ-zorglandschap is breed toegankelijk aan de basis, smaller naarmate zorg meer specialistisch wordt. Deze brede en laagdrempelige toegang zien we ondermeer in de generalistische Eerstelijnspsychologische functie (ELPF). Deze functie bevindt zich best in een multidisciplinaire setting, daar waar mensen al komen (wijkgezondheidscentra, CAW, OCMW, huisartsen(groeps-)praktijken, ....).
Er werd in de artikelenreeks terecht gepleit voor meer “evidence based” werken, welnu, alle evidentie wijst erop dat zeker ook voor ernstige problematiek “vroeg begonnen half gewonnen is”. Een goed uitgebouwde vroege detectie van beginnende problematiek zorgt er voor dat er meer ‘gepaste’ zorg geboden wordt. Kortdurend en dichtbij voor mensen met milde psychische problemen, een gerichte, snelle doorstroming naar meer gespecialiseerde zorg bij ernstige psychische en psychiatrische problemen.
En ja, in 2011 is Vlaanderen gestart met projecten ELPF. Helaas zijn dit in 2017 nog steeds (dezelfde) projecten. Minister Vandeurzen lonkt voor de uitrol over Vlaanderen naar zijn federale collega.... Ons niet gelaten, maar deze investering moet dringend gerealiseerd worden. De CGG zijn hier alvast bondgenoot en staan klaar met hun reeds opgebouwde expertise!
3. Terugbetaling psychologische zorg? Misschien. Toegankelijke en betaalbare GGZ? zeker!
Er wordt sinds de erkenning van de klinische psychologen en orthopedagogen door velen reikhalzend uitgekeken naar de terugbetaling van psychologische zorg. Een mirakeloplossing is het echter niét. Een vorm van terugbetaling van psychologische zorg kan zeker een stap vooruit zijn in het toegankelijker, betaalbaarder maken van psychologische zorg maar moet in eerste instantie een middel zijn om eerstelijns psychologische zorg toegankelijk en betaalbaar te maken en vooral vorm geven aan een “balanced care” model.
Er is ondertussen voldoende aangetoond dat pure prestatiegebonden terugbetalingssystemen meer nadelen dan voordelen heeft. Terugbetalingssystemen worden dus best zo opgezet dat ze samenwerking, multidisciplinair overleg en afstemming stimuleren, gekoppeld aan voldoende kwaliteitsgaranties.
4. Maak werk van herstelgericht werken!
Het lijkt op zich een evidentie dat we moeten gaan naar een gelijkwaardigheid in de hulpverleningsrelatie en het herstelproces, de praktijk is minder evident. Herstelgericht werken omvat alle activiteiten die anderen kunnen uitvoeren om het herstel bij een persoon te ondersteunen en faciliteren.
De omgeving zoals naasten, hulpverleners en organisaties, spelen een cruciale rol bij het scheppen van ruimte waarin dit herstelproces plaatsvindt. Maar de cliënt is steeds de sturende kracht in dit proces. Het werken volgens de herstelvisie vergt een fundamentele cultuuromslag voor de GGZ. Het vraagt durf om cliënten het roer in handen te geven bij beslissingen rond zijn begeleiding en behandeling (Droës & Witsenburg, 2012).
5. Aan de beleidsmakers: durf te handelen!
Het is onhoudbaar de huidige verdeling van de GGZ-middelen aan te houden. Als de stelling ‘De ziekenhuisdirecties en psychiaters beseffen dit. De ministers eigenlijk ook’ klopt, wat is dan het meest ongehoord? De (mis)verdeling op zich of het weten dat deze niet correct is en er niet/te traag naar handelen?
Ria Van Den Heuvel (DM, 18/2/2017) geeft aan dat er veel inspanningen geleverd worden door individuen en organisaties, maar dat zij alleen de tanker (of piramide) die psychiatrie is, niet gekeerd krijgen. Het principe van ‘bottom up’ werken, zoals door de ministers aangehaald en bepleit, is de meest aangewezen weg. Maar op cruciale momenten moeten beleidsmakers knopen doorhakken, keuzes maken en daar consequent naar handelen. De tijd van wachten op goodwill van sommige actoren en het ‘van onderuit laten groeien’ is voorbij. Indien de ministers effectief de nodige veranderingen in de GGZ willen bereiken, moeten ze dringend een versnelling hoger schakelen. ‘Het grote Psychiatrierapport’ heeft alvast dat meer dan duidelijk gemaakt.