ColumnHans Vandeweghe
De enige hervorming die de moeite waard is om over na te denken is een gesloten competitie, een kartel
Hans Vandeweghe is sportjournalist bij De Morgen.
De verontwaardiging met betrekking tot de Super League van voetbalbestuurders, -commentatoren en -journalisten deed de voorbije dagen pijn aan de oren en aan de ogen. Deze week geen enkele van die goedbetaalde voetbalsupporters gehoord over de 200 miljoen euro aan fiscale en parafiscale lastenverlagingen die het voetbal geniet. Eerder ook al niet, of heel zelden, over de mensenhandel waar deze sport op drijft. Evenmin over de enorme verwevenheid met de gokindustrie.
Niks om zich druk over te maken, dat mensen worden verkocht als kamelen, dat mensen worden aangezet tot gokken, dat de hele voetbalindustrie verlies draait. Nog minder dat voor Belgische voetballers die 3 miljoen per jaar verdienen minder sociale lasten worden betaald dan voor de zorgverlener die honderd keer minder verdient.
De bewondering voor het stelletje Engelse randdebielen dat zich voor de stadions had verzameld, als zogezegde hoeders van het edele voetbalspel, was van een blatante kortzichtigheid. Die waren tegen omdat ze tegen elke verandering zijn, omdat ze ook voor brexit waren en omdat de Super League een terugkeer naar Europa inhield. Heus niet omdat ze zich voor een betere voetbalwereld wilden inzetten.
Neen, de Super League is/was niet de hervorming die het Europese topvoetbal nodig heeft om uit het financiële moeras te geraken. Erger nog, het was niet eens een hervorming maar meer van wat al was: een competitie die de indruk wil wekken dat kleinere clubs er ook iets te zoeken hebben en de illusie kunnen koesteren dat ze ooit de Beker met de Grote Oren kunnen winnen.
Laten we eens vloeken in de voetbalkerk. De enige hervorming die de moeite waard is om over na te denken is een gesloten competitie, of in economische termen, een kartel van teams van een gelijk niveau die elkaar vinden in sluitende sportieve, financiële en economische afspraken en een onderlinge competitie inrichten. De Super League kreeg het verwijt een competitie naar Amerikaans model te zijn. Dat was ze helemaal niet. Het was een vrijemarktcompetitie en ze was gedoemd verder te gaan in het sukkelstraatje waarin de meeste Europese clubs zich bevinden. In de hoop kampioen te spelen of door de schrik te dalen geven ze geld uit dat ze niet hebben en maken jaar na jaar verlies.
Er is niks mis met stijgen en dalen, promoveren of degraderen in de sport. Tot de sport een industrie wordt. Degraderen uit een economische entiteit op basis van resultaten behaald in het meest oneerlijke spel ter wereld is waanzin. Wie aanvaardt dat geld een rol gaat spelen, zal moeten reguleren en dan tonen de VS hoe het moet.
Het Amerikaanse model is een kartel, met franchises, geografisch ingepland volgens grootte van de markt en potentiële consumenten voor het amusementsproduct dat de plaatselijke franchise aanbiedt. Het Amerikaanse kartelmodel is een gesloten model waar je alleen op economische gronden inkomt en dan nog alleen als de andere franchises daar de noodzaak toe zien. Behalve dat is het grootste verschil met de Europese vrije voetbalmarkt dat de Amerikanen wel winst maken met hun competities, de spelers en clubs gewoon hun lasten dragen, de shirts niet vol staan met gokbedrijven en mensen niet worden verhandeld als koopwaar.
De rampzalige bedrijfsresultaten van het voetbal zie je jaar na jaar terug als Deloitte de rekeningen van de competitie maakt. Elke verhoging van tv-gelden of marketing of sponsoring is in het Europese voetbal in de zakken van de spelers en hun tussenpersonen verdwenen. Ook in de Amerikaanse competities met hun strikte afspraken worden de spelers beter van hogere inkomsten, maar steeds volgens een vooraf onderhandelde verdeelsleutel. In de rijkste competitie die 13,3 miljard euro omzet (de NFL of American football) verdient de best betaalde speler net geen 30 miljoen euro per jaar. Messi, Neymar en Ronaldo krijgen respectievelijk 76, 65 en 58 miljoen aan salaris in competities die 3,4 (La Liga), 2,5 (Serie A) en 1,9 miljard (Ligue 1) omzetten. Het Europese model klopt niet omdat het niet is gereguleerd en die regulering kan alleen in een kartel.
Wie een schaars goed bezit of verkoopt, is meestal het best af. Omdat in voetbal de teams in theorie kunnen stijgen (en dalen) zijn de spelers die je kunnen doen stijgen of beletten te dalen het schaarse goed. In het Amerikaanse systeem beslist het kartel wie deelneemt aan de competitie: spelers worden goed betaald en de clubeigenaars kunnen winst maken. Allemaal samen uit en samen thuis en aan het eind een mooie kampioen. Ik snap niet wat daar nu zo verkeerd aan is.