Opinie
De elites van West-Europa weigeren de nood van hun medeburgers ernstig te nemen
Geert van Istendael is schrijver van onder andere De parochie van Sint-Precarius.
Eerst een gevaarlijke uitspraak.
Misschien was het toch beter geweest dat de extreem-rechtse luchtvaartingenieur de Oostenrijkse presidentsverkiezingen had gewonnen en niet de minzame groene opa. Misschien was de schok zo hard aangekomen dat de christendemocraten en sociaaldemocraten van West-Europa eindelijk uit hun halfslaap waren opgesprongen.
Er rinkelden al alarmbellen bij de eerste ronde van die verkiezingen. Alleen, niet luid genoeg. Want in het Alpenrepubliekje raakten de twee grote, klassieke partijen in vrije val en die twee, ÖVP (christendemocraten) en SPÖ (sociaaldemocraten), hebben, met elkaar of alleen, sinds 1949 maar liefst zestig jaar geregeerd. Daar kon bij ons zelfs de CVP van weleer niet aan tippen. Die was altijd de kampioen van de partnerruil.
De twee klassieken zijn, samen met de liberalen, in veel West-Europese landen sedert decennia de staatsdragende partijen. 2017 is een verkiezingsjaar voor Frankrijk, Duitsland en Nederland. In de klassieke hoofdkwartieren wordt nu al gesidderd. Medewerkers van Wilders en Marine Le Pen slaan atlassen open en zoeken waar Oostenrijk eigenlijk weer lag.
Er is dus iets heel erg misgelopen met de klassieke democraten. In de loop der jaren waren zij gemuteerd tot technocraten, grenzeloos tolerant, behalve voor wie hen tegensprak.
Zij predikten privatisering en anderen ruimden het puin.
Zij predikten globalisering en zijzelf plukten de vruchten.
Zij predikten karigheid en lieten de vetten zich volvreten.
Zij predikten openheid en zonderden zich zelf af.
Zij beroofden kleine mensen van kleine zekerheden en hoonden bezwaren weg.
De kleine mensen zijn niet mee met de moderne tijd. De kleine mensen moeten zich maar aanpassen. Kleine mensen hebben zelden de keuze. De elite van klassieke democraten en hun dienaars, de technocraten, herhaalden uitentreuren hun hooghartige litanie: er is geen alternatief, er is geen alternatief.
Toen kwamen de vluchtelingen, de wanhopige vluchtelingen, met een vreemde godsdienst en vreemde gedachten. En de kleine, bange mensen werden nog banger en, wat zullen we nou hebben, dit is ontoelaatbaar, ze werden boos. In een land als Oostenrijk schrokken de klassieke democraten zich naar. De oude demonen staken weer de kop op. Was Eichmann geen Oostenrijker? En Hitler zelf?
86 procent van de arbeiders en de werklozen heeft rechts gestemd. Ze voelen zich in de steek gelaten door de twee grote partijen die ze vertrouwd hadden. Ze vonden geen gehoor. Maar kijk, daar stond een luchtvaartingenieur klaar met een sportieve glimlach en die zei: er is wél een alternatief. Vooral: hij luisterde naar hun angsten.
Denk nu niet dat ik extreemrechts hier wil afschilderen als een soort zachtaardige engelbewaarder van de verwaarloosde arbeidersklasse. Oostenrijk als fascistische tuinkabouter, helemaal fantaisistisch is het beeld helaas niet. Maar wat nu gebeurt tussen Burgenland en Vorarlberg, gaat veel verder. Het is een opstand van kiezers die zich geminacht voelen.
De elites van West-Europa zien zichzelf graag als breeddenkend en humaan. Maar de nood van hun medeburgers, die weigeren ze ernstig te nemen. Erger, ze kijken er op neer. Dat mag een elite met al haar voorrechten zich nooit permitteren en zeker deze niet. Daarvoor bestaat geen vergeving.