Het laatste woordFrederik De Backer
De duivel hale je, Cyndi Lauper, en dat vreselijke decennium dat je tot de dag van vandaag achter je aan sleept
Frederik De Backer is columnist.
Ik heb deze week meer naar wachtmuziek geluisterd dan de afgelopen twintig jaar naar enkele van mijn favoriete bands. Uren-, dágenlang hing ik aan de lijn van elk bedrijf dat het me gunde: TotalEnergies, Engie, Telenet, PostNL, het UZ Gent… Werd voor de hitparade rekening gehouden met dit muzakaal equivalent van oorsmeer, dan brak de tweede strofe van ‘Girls Just Want to Have Fun’ alle records, op de voet gevolgd door een als aan Trini Lopez onttrokken deuntje featuring een fluitende trut, en de evergreen ‘Al onze medewerkers zijn momenteel in gesprek, gelieve aan de lijn te blijven’. Dat deed ik, nog net niet aan mijn nek.
De duivel hale je, Cyndi Lauper, en dat vreselijke decennium dat je tot de dag van vandaag achter je aan sleept. Je hebt het geprobeerd, maar er zijn niet genoeg schreeuwerige cosmetica op deze aardbol om je rotdeuntjes te overstemmen, zelfs niet als ik meebrul.
Weinigen weten dit, maar alle wachtmuziek is overgenomen van één cassetje dat Jos Van Oosterwyck eind jaren 80 bij renovatiewerken in de Manhattan in Leuven in een emmer verf heeft laten vallen. Hoe anders valt de geluidskwaliteit te verklaren waarmee die geit met haar clownspruik onze hoofden binnen komt gefiguurzaagd?
Net toen ik het bewustzijn dreigde te verliezen, werd ik begroet door een stem die me terugvoerde naar de Ronde van Vlaanderen van afgelopen zondag. Absoluut hoogtepunt daarvan was niet Pogacars beklimming van de Oude Kwaremont, noch Van der Poels schaakspelletje in de laatste meters, maar het interview met Dylan Teuns achteraf. Op slag was alles vergeven en vergeten.
Ik stelde me voor hoe het Teuns was die, verkleumd na ruim zes uur over kasseien en gesneuvelde fietskaders, rakelings langsheen de finesses van mijn tweejaarlijks ketelonderhoud stamelde. Hij was het, wat ik je brom. Dylan Teuns, een jongen zoals je ze in zwart-wit van het front ziet terugkomen, met een oud hoofd nog voor het eerste snorhaartje is kunnen spruiten en een blik die nog in Passendale ligt. Vlaamse klei in een worstenhelm. Ook hij verbond me door.
Met Cyndi.
Dat zo’n firma mij niet wil horen, daarvoor kan ik alleen maar begrip opbrengen – het ongenoegen is, alle Dylan Teunsen ten spijt, wederzijds. Maar laten we dan ook niet langer doen alsof. Dat hele communicatietijdperk heeft nu wel lang genoeg geduurd; het enige wat het heeft gebaard is een verlangen naar stilte. Zwijgrecht. Neem een voorbeeld aan PostNL en maak van je website een labyrint, een draaikolk van desinformatie, een zwart gat dat ieder sprankje levensvreugde opslokt. Een chatbot met een overduidelijk verzonnen naam, zoals die van Bol.com, geeft je tenminste nog de illusie van een gesprek. Help ons of help ons niet, maar blus dit vagevuur van onverschilligheid. Of werp er Cyndi Lauper in. Ter welverdiende crematie.