ColumnSiegfried Bracke
De afscheidscolumn van Siegfried Bracke: ‘Mijn Stand van het Land’
Siegfried Bracke is oud-journalist en -politicus en overschouwt de politieke actualiteit, afwisselend met Walter Zinzen en Alain Gerlache. Dit is zijn slotcolumn; Walter Zinzen schrijft volgende week de slotbijdrage van deze wisselcolumn.
Je schrijft niet elke dag het laatste stukje voor De Morgen. En dus mag dit gerust mijn Stand van het Land zijn. Het land is voor mij Vlaanderen, België, Europa. In die volgorde. Dat is voor mij én een rationele keuze én een feitelijke kwestie, hier zonder volgorde. Vlaanderen, denk ik, biedt de meest haalbare garantie voor goed bestuur (al zijn we daar nog lichtjaren ver van af – zie verder), en Vlaanderen, dat is ook de naam van de groep waarmee ik de grootste binding heb. Daarom bijvoorbeeld lees ik De Morgen en niet de NRC.
Laat ik beginnen met Europa. Dat bestaat, het Europees model: het is mijn model, omdat het een mooi evenwicht biedt tussen markt en overheid. Probleem is alleen dat de Europese Unie nooit in staat is geweest dat bij de mensen verkocht te krijgen. Niemand voelt zich Europeaan. Europa is een buitenlandse instantie, waar ‘wij’ weinig of niets mee te maken hebben.
Daar is internationaal onderzoek over. Grappig is dat er in de EU maar één regio is waar men zich boven alles Europeaan voelt: dat is in en om Boedapest. Waar Viktor Orbán woont… Voor de rest: nergens! Jaja, er zijn politici, professoren, journalisten die ons proberen te overtuigen van het belang van Europa, maar kennelijk met zeer beperkt succes. Zolang Europese regeringen bij onaangename maatregelen ‘We moeten van Europa’ zeggen, mogen de Europeanen het vergeten. Op dat punt is er trouwens blijkens dat onderzoek tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië volstrekt geen verschil.
Complex verhaal
En dan is er België. Dat is – het zal u niet verbazen – een complex verhaal. De grote meerderheid van de EU-landen hoeven zich over het attachment van hun bewoners geen zorgen te maken: dat is, op Spanje (Catalonië) en Zuid-Duitsland (Beieren) na, geen probleem. Wel in België. Overigens niet alleen in Vlaanderen. Dat geldt merkwaardig genoeg ook voor Luik en Luxemburg. (Ik ben ooit op een 14de juli – de Franse feestdag – in Luik geweest: fête de toutes parts. Ik ben de 21ste teruggekeerd: was me dat een dooie bedoening.)
Uiteraard krijgt dat allemaal een politieke vertaling. De grootste Franstalige partij zegt van zichzelf dat ze regionalistisch is. En de helft van de Vlamingen kiest voor partijen waarvan men weet dat die – om het vriendelijk te houden – België niet in het hart dragen.
Tegelijk blijkt uit ander onderzoek dat 63 procent van de Vlamingen denken dat onze problemen het beste kunnen worden opgelost met meer België. Negen ministers van Volksgezondheid: dat kán niet werken. Onze covidaanpak was bij vergelijking niet echt je dat: van pure miserie kwam er een feitelijk virologenkabinet dat voor minstens zoveel problemen zorgde als oplossingen. Economisch hebben we van corona meer afgezien dan anderen, en onze postcoronagroei zal bescheidener zijn dan elders.
Hervormingen zijn – van welke kant je het ook bekijkt – broodnodig, maar bijna altijd politiek onhaalbaar. Dat geldt voor de hervorming van de arbeidsmarkt, de pensioenen, de gezondheidszorg, de fiscaliteit.
Kosten van het staatsapparaat
Eén ding blijft: de oplopende rekening. De kosten van ons staatsapparaat zijn en blijven stukken hoger dan in de buurlanden. Ja, corona is een ideale aanleiding voor een echte en complete reset, maar lukt dat?
De regio’s dan maar? Ook dat blijkt geen succesverhaal. Ook daar zijn de staatsapparaten te duur. En in Vlaanderen komt daar nog eens een overregulering bovenop, en kan er, zelfs als de politiek het eens zou zijn, niets echt worden aangepakt; noch in onderwijs, noch in welzijn, noch in milieuzaken. De macht zelf is namelijk totaal verkokerd. Het is alsnog wachten op een minister-president met maar één bevoegdheid: de grote kuis, goed bestuur en (daaraan gekoppeld) financiën.
Ik geef toe: het ziet er allemaal niet goed uit. En toch zal het moeten. Of anderen zullen finaal in onze plaats orde op zaken stellen – het IMF, de Europese Commissie. De principes zijn eenvoudig: solidariteit (niemand wint als de buren de nek wordt omgedraaid; dat is economische waanzin); verantwoording en verantwoordelijkheid (niemand kan het geld van een ander uitgeven; doen we dat wel, gaan we allebei failliet); bestuur dicht bij en op maat van de burgers (subsidiariteit is niet alleen dienstig voor de EU).
Simpel toch? Aan de slag!
Postscriptum: columnisten komen en gaan; zo is het leven. Ik bedank De Morgen. De krant heeft het aangedurfd om een jaar lang een luie Waal, een oude linkse rakker en een rechtse zak (sic) elke week aan het woord te laten. Ondanks tegenwind, over die rechtse zak vooral. Ik dus. Voor mij geen probleem: vijanden heb je als je ergens voor staat; zolang die vijandigheid van de juiste mensen komt, is ze zelfs comfortabel. Maar voor een redactie is dat niet zo simpel. Daarom: chapeau! En merci!