Donderdag 23/03/2023
Bregje Hofstede. Beeld DM
Bregje Hofstede.Beeld DM

ColumnBregje Hofstede

Dat wij, torens van vlees en vezels, de eenzaamheid niet kunnen verdragen, ligt misschien al op celniveau verankerd

Auteur Lize Spit en haar Nederlandse collega Bregje Hofstede, allebei °1988, vertellen beurtelings over hun leven. Deze week: Bregje Hofstede.

Bregje Hofstede

De enige buurvrouw van onze leeftijd vertrekt uit het dorp. Ze woonde in een boerderij die zo oud was dat de voorraadkast was ingericht in wat er restte van de toren van een elfde-eeuws kasteel. Leuk, maar nu heeft ze wel weer even genoeg romantisch afgezien. Ze wil een gasaansluiting en riolering, oppervlaktes die je kunt schoonhouden. Ik help haar met poetsen en kijk met spijt toe hoe ze het dorp uit rijdt. Gedaan met ’s avonds nog even langslopen voor een kop thee of een boek.

Nu haar zoontje niet meer bij ons binnenvalt om te spelen, en onze dochter niet meer met hen meerijdt naar de crèche, valt er iets uit elkaar. Als je samples zou nemen van onze huid zou je dat kunnen zien. Het schijnt dat huis- en teamgenoten een vergelijkbare collectie microben op hun huid herbergen: ze delen een ‘microbioom’. Als twee rugbyteams tegen elkaar spelen, zijn de microbiomen van elk team aan het einde van de wedstrijd met elkaar versmolten geraakt.

Naar verluidt heeft elk van ons meer microben dan lichaamseigen cellen: zo veel microben dat je die, mocht je lichaam oplossen in de lucht, wellicht zou kunnen zien als een schimmige omtrek, een flikkering van microscopisch leven. Dat beeld komt uit het fascinerende boek dat Ed Young schreef over microben, en dat hij noemde naar de beroemde dichtregel van Walt Whitman: I Contain Multitudes (De microben in ons).

Young begint zijn verhaal met een gebeurtenis van zo’n 2,5 miljard jaar geleden: het samensmelten van twee verschillende soorten eencelligen, een bacterie en een archaeon, tot een complexer soort: de eukaryoot. De bacterie kroop in de archaeon en blééf daar. Deze inkapseling leverde een krachtiger eencellige op, die zijn eigen ‘energiecentrale’ had, en maakte zo een explosie van complex leven mogelijk; dieren, planten, schimmels en algen zijn allemaal ontstaan uit die ene combinatie. Dat wij, torens van vlees en ­vezels, de eenzaamheid niet kunnen verdragen, ligt misschien al op celniveau verankerd: elk van onze cellen is een symbiont.

Die drang tot samensmelting zag ik nooit zo mooi verwoord als in Het drinkgelag van de Franse surrealist René Daumal, onlangs prijswinnend vertaald door Maarten Elzinga. ‘Zodra de microbe (ik had bijna gezegd: de mens) alleen is, gaat hij op zoek naar gezelschap, naar wat hij snikkend een verwante ziel noemt. Als de verwante ziel zich aandient, verdragen ze het niet langer om twee te zijn en hunkeren ernaar zo gauw mogelijk één te worden met het voorwerp van hun inwendige krampen. Zinloos. Eén: wil twee zijn; twee: wil één zijn. En dient de verwante ziel zich niet aan, dan splitst hij zich op en zegt tegen zichzelf: ha, ouwe makker, werpt zich in zijn armen, flanst zich weer in elkaar en beeldt zich in dat hij iets is, zo niet iemand.’

Ik hoop op een nieuwe buur. Liefst een die van ­boeken houdt. Wie leest, is altijd meervoudig.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234