Vrijdag 02/06/2023
Hans Vandeweghe. Beeld DM
Hans Vandeweghe.Beeld DM

ColumnHans Vandeweghe

Dat de Loekasjenko’s niet welkom zijn in Tokio is een flinke tegenvaller

Hans Vandeweghe is sportjournalist bij De Morgen.

Hans Vandeweghe

In 1995 zat ik in het gevolg van sportpaus Juan Antonio Samaranch en troonopvolger-kardinaal Jacques Rogge. We vlogen met een piepklein privévliegtuigje (zonder toilet aan boord) naar enkele Oostblok-landen. Na beleefdheidsbezoekjes aan Vilnius en Tallinn volgde de derde en lastigste etappe naar Minsk. Tot dan was alles perfect verlopen, die ene officiële rondetafel in Vilnius waarbij ik haast in slaap viel niet te na gesproken. Ik werd toen net voor de snurkfase gered door een elleboogstoot van Annie, de privésecretaresse van Samaranch.

Toen ze later in de tussenvlucht richting Minsk naast mij kwam zitten, verwachtte ik een reprimande. Niet dus, ze had wat advies. De president had haar gevraagd mij te briefen over Aleksandr Loekasjenko en de ware reden van onze tocht richting Minsk. Officieel was het een beleefdheidsbezoek aan het nationaal olympisch comité (NOC) van Belarus, zoals Wit-Rusland in de internationale sportwereld heet. Officieus waren Samaranch en Rogge op blitzbezoek omdat de zittende secretaris-generaal hen had getipt over een mogelijke machtsgreep van president Loekasjenko op de Wit-Russische sport. Als sportfanaat wilde hij maar wat graag voorzitter worden van eigen zijn NOC, onder meer om zo een jaar later in Atlanta van een plekje op de eretribunes verzekerd te zijn.

Een nationaal olympisch comité hoort in theorie apolitiek te zijn en daarom moesten wij Loekasjenko wijsmaken dat zoiets not done was. Misschien is ‘wij’ in voorgaande zin en mijn aandeel in deze operatie lichtelijk overdreven, want ik was decor. Het leverde wel een aardige repo op, zelfs nadat de ware toedracht van ons bezoek achteraf uit mijn verhaal werd gecensureerd.

Bij aankomst in Minsk was van de Wit-Russische president geen spoor te bekennen. Er stond wel een andere Aleksandr klaar. Aleksandr Medved was de eerste worstelaar uit de olympische geschiedenis die op drie opeenvolgende Spelen goud had gewonnen. De Beer – zijn bijnaam – stond ons op te wachten, maar verder dan een vermorzelde hand (die van mij) en wat heen-en-weer-geglimlach geraakten we niet vanwege ik geen Russisch en hij niets anders dan (Wit-)Russisch.

De Wit-Russische president Aleksandr Loekasjenko in Minsk. Beeld via REUTERS
De Wit-Russische president Aleksandr Loekasjenko in Minsk.Beeld via REUTERS

De colonne reed recht naar een van de paleizen van Loekasjenko, alwaar we een kamer kregen om eerst wat uit te rusten in afwachting van de ontmoeting met Loekasjenko. Die was hartelijk. De lokale pers was erbij, met een bloedmooie journaliste van de tv over wie werd gefluisterd dat ze deel uitmaakte van de vaste presidentiële harem. Cadeaus werden overhandigd en Loekasjenko nam het woord. Hij uitte zijn passie voor sport en vroeg in één moeite aan Samaranch om naast de (toen nog) 26 olympische sporten ook een vierjaarlijks olympisch bokstoernooi voor staatshoofden te organiseren. Nadat de tolk dat netjes had vertaald, dacht ik: haha, grapje. Er was er maar één die hardop lachte. Foutje. ‘Loeka’ keek mij aan en ik zag meteen dat het hem menens was. Hij leek mij ook een veel betere bokser dan ik.

Vervolgens trok de top (Samaranch, Rogge, Loekasjenko en een tolk) zich terug voor het moeilijkste halfuurtje van de hele driedaagse trip. Enige tijd later, nadat een slechtgehumeurde Samaranch een tweede receptie had afgelast, zagen we elkaar terug op het vliegveld van Minsk. “Loekasjenko heeft de boodschap begrepen”, zei Rogge, om daar op zijn Rogges ironisch aan toe te voegen, “maar ik denk niet dat hij zich daar veel van zal aantrekken.”

Zijn voorspelling kwam uit. Even later waren secretaris-generaal en voorzitter afgezet en bij de voorzittersverkiezingen voor het nationaal olympisch comité was er maar één kandidaat: Aleksandr Loekasjenko. Hij haalde 100 procent van de stemmen, nóg beter dan bij al zijn stalinistische presidentsverkiezingen.

Aleksandr Loekasjenko is sindsdien de enige president die ook voorzitter is van zijn eigen nationaal olympisch comité en dat nu al 24 jaar lang. Zijn zoon Viktor is vice. The NOC of Belarus verhuisde van de Karl Marxstraat naar de Regenboogstraat en is nu gevestigd in een soort vliegende schotel. Verder is niks veranderd.

Hoewel, na de staatsterreur, niet het minst ten aanzien van de topatleten die deelnamen aan de protestacties, en gevolg gevend aan de internationale verontwaardiging besloot het Internationaal Olympisch Comité (IOC) deze week alle betalingen aan het NOC op te schorten. Ze vragen ook alle internationale sportbonden de banden met Wit-Rusland op te schorten. Die betalingen en die banden zullen Aleksandr en Viktor aan hun reet roesten, maar dat ze niet welkom zijn op de tribunes van de Olympic Family in Tokio volgende zomer is wel een flinke tegenvaller. Ten bewijs: Loekasjenko heeft gedreigd met een proces tegen het IOC. Wordt vervolgd.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234