Opinie
Coronacrisis toont hoe kwetsbaar onze geneesmiddelenvoorziening wel is
Marc Goethals is cardioloog aan het OLV Aalst. Liesbeth Smeyers is apotheker in Meise.
Pijnlijk om er dezer dagen aan te moeten herinneren, maar in ons land wordt de zorgsector gezien als een ‘zorgelijke sector’, een ballast in het economisch denken, waar je nog miljarden kan besparen. De coronacrisis maakt zonneklaar dat onze zorg misschien wel de meest strategische sector van ons maatschappelijk bestel is.
Het dreigende beddentekort is al ruim belicht – en blijft de komende weken cruciaal. Wij willen een ander aspect onder de aandacht brengen. Al jaren klagen gezondheidswerkers over de stockbreuken in de geneesmiddelenvoorziening. De aantallen nemen jaar na jaar drastisch toe. Vandaag staat de teller op 898 courante geneesmiddelen die niet leverbaar zijn, meer dan een verdubbeling ten opzichte van november 2018.
Apothekers en artsen werken zich uit de naad om dit op te vangen, ‘bricoleren’ zoveel als mogelijk in het belang van de patiënt, door te zoeken naar alternatieven. Telkens als de naam van het geneesmiddel of de dosering op het doosje onnodig verandert of erger nog, wanneer moet worden overgeschakeld op een ‘vergelijkbaar’ maar niet identiek product, waarvan de werkingsduur en/of de werkzaamheid misschien wel vergelijkbaar maar niet identiek is, bestaat het risico op vergissingen met soms grote gevolgen voor het individu (hervallen en soms overlijden) én voor de gemeenschap (bijkomende kosten onder andere door extra ambulante zorg en/of ziekenhuisopname). De risico’s en kosten daarvan werden nooit in kaart gebracht.
De overheid bleef tot nu toe spijtig genoeg Oost-Indisch doof voor de signalen vanuit de basis. Misschien brengt de coronacrisis daarin verandering. Het dreigend tekort aan mondmaskers is namelijk een zeer gelijkaardig probleem.
Onze zorgsector is veel te kwetsbaar geworden omdat men jarenlang heeft toegelaten dat de productie van goedkope maar uiterst noodzakelijke geneesmiddelen nagenoeg werd gemonopoliseerd in één land: China. Onlangs legde de Nederlandse zender Zembla de kwestie van de steeds maar goedkoper wordende geneesmiddelen haarfijn bloot. Wellicht goed bedoelde maatregelen om – eenmaal het patent verlopen – de kosten van de geneesmiddelen te beperken, zijn door het ontbreken van een globale visie en maatregelen om leveringszekerheid te garanderen totaal ontspoord.
Zo gaat een doosje Marevan van 28 tabletten (het wereldwijd meest gebruikte antistollingsmiddel warfarine, dat beschermt tegen trombose) de fabriek in Frankrijk uit voor de prijs van 1,7 euro (0,06 euro per pil). Dit is verre van uniek. De onrendabele prijs in combinatie met vrijemarktdenken leidt tot een zoektocht naar steeds goedkopere grondstoffen voor deze geneesmiddelen. Bovendien wordt het aanleggen van voldoende stocks geneesmiddelen (die een minimale leveringszekerheid zouden moeten garanderen) op alle niveaus (van invoerder, groothandel tot apotheek) door een reeks wettelijke maatregelen ontmoedigd, omdat de aangelegde voorraad aan geneesmiddelen op een geprogrammeerde wijze aan waarde verliest, het zogenaamde cliffsysteem.
Die prijsdruk op oude geneesmiddelen is er ook de oorzaak van dat de grondstoffen bij steeds dubieuzere producenten worden betrokken. Zo zag de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) zich in 2018 genoodzaakt tot een wereldwijde terugroepactie van bepaalde bloeddrukverlagende geneesmiddelen omdat uit China ingevoerde grondstoffen verontreinigd bleken met carcinogenen. Ook in ons land werden deze geneesmiddelen zonder veel ruchtbaarheid uit de rekken gehaald.
Het resultaat vandaag is dat niet minder dan 90 procent van de grondstoffen voor geneesmiddelen wereldwijd wordt geproduceerd in enkele Chinese fabrieken. Kwade tongen beweren dat dit een sluipende strategie is van China om zijn geopolitieke belangen te verdedigen door chantage te plegen met geneesmiddelen in plaats van via wapengeweld. De coronacrisis toont aan dat het zelfs niet zo’n vaart hoeft te lopen. De onzekerheid over de toelevering van mondmaskers is immers een zeer gelijkaardig probleem: geen of te kleine strategische voorraden in ons land en een quasi monopoliepositie van China voor de productie.
Wanneer een pandemie de productie in enkele strategische fabrieken of het transport van en naar China lamlegt of wanneer in bepaalde sectoren (bijvoorbeeld de antibiotica) de wereldwijde vraag het aanbod sterk overtreft, beschikt China de facto over sterke troeven voor een geweldloze dominantie op wereldschaal. Of er een rechtstreekse impact is van de coronacrisis op de breuken in de geneesmiddelenvoorziening, is nog onduidelijk. Maar in geval van een lockdown is de kans reëel dat niet alleen de toelevering van mondmaskers maar ook van geneesmiddelen nog verder in het gedrang komt. Het aanleggen van een strategische voorraad wordt (onder andere door dat cliffsysteem) immers ontmoedigd.
Het is hoog tijd dat er dwingende en sluitende leveringszekerheid komt van goedkope maar vitale geneesmiddelen en hulpmiddelen in ruil voor een rendabele prijs die het wereldmonopolie van één natie op dit vlak doorbreekt.
De zorgsector, waarvan het goed functioneren afhangt van de beschikbaarheid van vitale geneesmiddelen en hulpmiddelen, is evenzeer een strategische sector en kan niet worden overgeleverd aan een onbetrouwbare vreemde mogendheid.