Opinie
Bregman doet wel erg hard zijn best om aan te tonen dat de meeste mensen deugen
Max Pam is columnist bij de Volkskrant, waar dit stuk eerst verscheen.
In zijn boek De meeste mensen deugen vermeldt historicus en opiniemaker Rutger Bregman een paar maal dat hij een domineeszoon is. Hij zal dus zijn opgegroeid met het woord van de Heidelbergse Catechismus dat de mens verdorven is, ganselijk onbekwaam en geneigd tot alle kwaad. Het enige wat daar tegen helpt, is herboren te worden in de figuur van Christus, zoon van God en de verpersoonlijking van al het goede.
In diens geest doet ook Bregman zijn uiterste best om aan te tonen dat de mens in diepste wezen deugt en dat er tegenover al het aangerichte kwaad ook bewijzen zijn dat de mens in staat is tot empathie, barmhartigheid en samenwerking. Als een rebel tegen de Catechismus reist Bregman de wereld rond en gaat hij terug in de tijd, met geen ander doel dan het cynisme over het karakter van de mens tegen te spreken en te ontkrachten. Dat maakt De meeste mensen deugen tot een leerzaam en aandoenlijk boek, ook al waan je je als lezer soms een leerling op de zondagsschool.
Kerst in de loopgraven
In zijn onderzoek wil Bregman maar één kant op: de mens is intrinsiek goed. Die houding maakt hem kwetsbaar. In het slothoofdstuk beschrijft hij bijvoorbeeld hoe soldaten in de Eerste Wereldoorlog uit de loopgraven kwamen om gezamenlijk kerst te vieren, een gebeurtenis waaruit zou blijken dat er tussen de strijdende partijen geen persoonlijke animositeit bestond, maar dat hun vijandbeeld was ingegeven door de boven hen gestelden.
Toch herinner ik mij dat zelfs op die mooie momenten aan het front de wil om oorlog te voeren niet helemaal was uitgeschakeld. In de recente film They Shall Not Grow Old over soldaten in WOI komt ook zo’n scène voor waarin voor even een verbroedering plaatsvindt tussen de Engelsen en de Duitsers. En dan hoor je een Engelse soldaat tegen een Duitser zeggen: “Maar de volgende keer vechten wij samen tegen die rot-Fransen!”
Milgram-experiment
Bregman heeft weinig op met sociaal-psychologisch onderzoek dat de cynische kant van de mens bevestigt. Hij heeft zelfs ernstige twijfels bij het beroemde Milgram-experiment, waarin proefpersonen bereid bleken op bevel enorme stroomstoten aan vreemden uit te delen. In een aantal opzichten heeft Bregman zeker gelijk. Verschillende proefpersonen zullen het gevoel hebben gehad ‘dat het niet echt was’, maar toch. Het Milgram-experiment is in allerlei gedaanten herhaald en steeds waren de uitkomsten niet echt bemoedigend.
De auteur heeft met zijn boek in verschillende programma’s opgetreden en het is jammer dat de redacties er niet aan hebben gedacht Bregman zelf aan een variant van het Milgram-experiment te onderwerpen. In 1973 werd op Princeton aan proefpersonen verteld dat zij een radiotoespraak moesten houden. Terwijl zij daarop zaten te wachten, kwam een medewerker in grote haast binnengerend. Hij riep: “Snel! Wij zijn te laat! Wij moeten onmiddellijk gaan!” Daarop holde hij met de beoogde spreker weg, maar voor de deur van de studio lag een man (een acteur) op de grond te kronkelen van de pijn. Weinig proefpersonen hielden halt om hem te helpen. Sommigen aarzelden nog even, alvorens verder te sprinten, maar er was ook iemand bij “die niet eens had opgemerkt dat iemand in nood verkeerde, hoewel zij praktisch over hem heen waren gestruikeld”. Ik was wel benieuwd geweest hoe domineeszoon Bregman zich onder die omstandigheden had gehouden.
Na Auschwitz
In Bregmans boek wordt het Milgram-experiment (en het Stanford Prison Experiment) behandeld in een hoofdstuk dat ‘Na Auschwitz’ heet. Hoe je na Auschwitz – de vernietigingskampen Sobibir, Treblinka en Belzec waren nog erger – inderdaad kunt volhouden dat de meeste mensen deugen, is op zichzelf al een hele toer. Bregman gaat tot het uiterste en uiteindelijk komt hij tot de verklaring dat zelfs bij de meest overtuigde nazi’s het besef leefde dat zij het beste met de wereld voorhadden. Dat argument is niet erg overtuigend en zijn bijna idolate bewondering voor Hannah Arendt deel ik niet. Als de nationaal-socialisten werkelijk dachten dat ze iets goeds deden, waarom moest het dan in het geheim en waarom waren zij dan niet trots op de Holocaust? De IS-strijder die de keel van een gevangene doorsneed, zette het filmpje tenminste nog op YouTube.
De laatste tijd is de aandacht voor empathie en samenwerking groeiende in de sociale wetenschappen – overigens terecht. In zijn behoefte om alles bijeen te vegen en samen te vatten, surft de generalist Bregman met De meeste mensen deugen mee op de grote golf van dit ogenblik. Daar is niets mis mee, maar met zo’n omvangrijk onderwerp komt er vanzelf weer een golfbeweging terug.
Wat las ik deze week? Bij aanslagen van de taliban kwamen 26 mensen om en vielen meer dan honderd gewonden. Die moorden vonden plaats tijdens vredesbesprekingen.