OpinieOlivier Mouton
Bouchez vernederd, MR beschadigd: niet goed voor regering-De Croo
Olivier Mouton is adjunct-hoofdredacteur van Le Vif/L’Express.
Elf wijzen krijgt MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez om zich heen (DM 6/10). De beslissing beperkt zijn bewegingsvrijheid drastisch, na een rampzalige episode die het imago van de partij heeft beschadigd én gevolgen kan hebben voor de regering-De Croo.
Na felle discussies heeft Bouchez een ‘laatste kans’ gekregen van zijn partijbureau. Hij mag voorzitter blijven, maar met het ‘hypervoorzitterschap’ (dixit Waals minister Jean-Luc Crucke) moet het afgelopen zijn. De onstuimige Bergenaar zal zich ‘meer collegiaal’ moeten gedragen. In de nacht van maandag op dinsdag hebben de liberale parlementsleden een compromis gevonden: hun voorzitter wordt voortaan door elf ‘wijzen’ van de partij omringd. Dat zijn de leiders van de verschillende entiteiten (Wilmès, Borsus, Jeholet, Bertrand), de vicevoorzitters, minister Jean-Luc Crucke en ook nog Denis Ducarme, ooit Bouchezs rivaal voor het voorzitterschap. Officieel heet het dat de crisis in een ‘stichtend moment’ getransformeerd is. Minder diplomatisch uitgedrukt is het simpelweg een vernedering.
De buitengewoon harde taal die maandagochtend werd gesproken, deed denken aan de vreselijke crisis van tien jaar geleden, toen Charles Michel en Didier Reynders elkaar in de haren vlogen. “De partij maakt zichzelf kapot” (Denis Ducarme); “Ik heb mijn buik vol van de despoten, het nepotisme en wat op maffiaclans lijkt” (Sabine Laruelle)... We hebben zelden in het openbaar zulk politiek geweld tussen collega’s van dezelfde partij gehoord. Deze twist zal sporen nalaten, daar kan de logge, bureaucratische verzoeningsformule die uit de bus gekomen is niets aan veranderen.
Als een moderne Icarus heeft Georges-Louis Bouchez zelf zijn vleugels verbrand. Bijna uit het niets schoot hij omhoog naar de partijtop, als favoriet van Charles Michel toen die naar de Europese Raad vertrok. Hij had veel troeven: een buitengewone politieke intuïtie, een aangeboren gevoel voor communicatie, het vermogen om gevestigde ideeën onderuit te halen. Maar met een salvo van stunts in de sociale media, sterke uitspraken en eigenzinnige beslissingen is hij erin geslaagd alle krediet te verliezen.
Deze ‘laatste kans’ maakt hem kwetsbaar. Men zal niets meer door de vingers zien en sommigen zullen de kans te baat nemen om hem verder te beschadigen – als bij toeval zijn er nu al perslekken over zijn campagne-uitgaven, die de partij betaald zou hebben (hij zegt dat hij alles heeft terugbetaald). Zoals we Bouchez kennen, dreigt hij vroeg of laat terug te slaan. Maar voorlopig is hij gekortwiekt.
Deze episode dreigt het imago van de MR blijvend te beschadigen en de daadkracht te beperken van de man die de partij (nog altijd) leidt.
Nog voor de zware blunder van de ministeriële casting wekte Bouchezs stijl irritatie op, zowel in als buiten de partij. Na de spanningen tijdens de federale onderhandelingen, met zijn interview in Humo dat de gesprekken bijna deed afspringen, lusten de voorzitters van de andere partijen hem rauw. Zijn collega’s vinden hem onbetrouwbaar, klagen over zijn gebrekkige dossierkennis en zijn onkunde van het Nederlands. Op de achtergrond speelt aan de Franstalige kant de moordende rivaliteit tussen de PS en de MR om de grootste Franstalige partij van België te zijn – voor sommige mensen is met modder gooien naar de liberale leiders een nationale sport. Georges-Louis Bouchez had geïsoleerd kunnen eindigen, verstoten van de Waalse macht, zoals het Charles Michel voor hem verging, maar heeft het toch klaargespeeld om de MR aan alle machtsniveaus te laten deelnemen, wat een hele prestatie is. Maar voor zijn collega’s is hij niet langer ongenaakbaar.
De saga rond de ministeriële casting heeft de laatste interne cohesie ondermijnd, terwijl de MR veel invloed in de federale regering heeft verloren: geen premier meer en slechts twee ministers en een staatssecretaris, tegenover de vorige zeven ministers. Het was niet te vermijden dat de keuze van de gelukkigen frustraties zou veroorzaken, maar Bouchez heeft ten minste drie grote fouten gemaakt.
Ten eerste wou hij minister Ducarme, zijn ontgoochelde rivaal die federaal buiten de prijzen viel, naar de Waalse regering ‘versassen’, in de plaats van Valérie Debue – een beslissing die in strijd was met de wet en die hij twee uur later moest herroepen. Ten tweede liet hij na de gewestelijke tenoren van de partij te raadplegen, zodat die nu tegen hem samenspannen. Ten derde wekte hij de indruk dat de partij naar de pijpen van de clan-Michel danst, door Mathieu, de broer van Charles, als federaal staatssecretaris voor digitalisering te nomineren, een functie waarvoor de man niet competenter is dan u of ik. De ‘vernieuwing’ van de MR blijkt weinig voor te stellen.
Dit psychodrama zal indirect gevolgen hebben voor de eerste stappen van de regering van Alexander De Croo, die van ‘politieke vernieuwing’ een van haar handelsmerken heeft gemaakt. De egocrisis bij de Franstalige liberalen en de interne spanningen bij Groen zijn funest voor het imago van Vivaldi. De MR is bovendien dubbel kwetsbaar, met een ‘minimalistische’ casting en een vleugellamme voorzitter. Een onstabiele, aangeschoten coalitiepartner is nooit een goede zaak.