OpinieCarlos Alleene
Blijft Roger Raveel wereldberoemd in Vlaanderen?
Carlos Alleene is journalist-publicist. Hij publiceerde behalve de Raveelbiografie Een verschrikkelijk mooi leven tal van andere boeken over de kunstenaar.
Met de opening van een poëzieroute maakt Machelen-Leie, deelgemeente van Zulte, zich sinds vorige maand op voor een heus Roger Raveeljaar. Een hommage aan de gevierde kunstenaar en beroemdste inwoner van deze gemeente, die dit jaar honderd jaar zou zijn geworden.
De geplande activiteiten zijn talrijk: tentoonstellingen, een poëziebundel van Paul Demets, atelierbezoeken, een volksfeest aan de oevers van de Leie, enzovoort. Stuk voor stuk manifestaties waarbij de focus meer op de figuur van Raveel is gericht, dan op zijn impact als kunstenaar en invloed op de Belgische schilderkunst. Dat laatste wordt evenwel ruimschoots gecompenseerd in Bozar, waar onder het motto ‘Raveel wereldberoemd in Vlaanderen’ de meester uit het landelijke Machelen met een grootse retrospectieve tentoonstelling wordt herdacht. Een expositie waarvoor Dr. Franz Wilhelm Kaiser, een internationale curator, als ‘buitenstaander’ met een objectieve blik op het werk van deze kunstenaar werd aangetrokken. Het is alvast een opmerkelijke benadering van het werk van Roger Raveel, rond wie de voorbije jaren in eigen land heel wat expertise werd opgebouwd en tal van publicaties zijn verschenen.
In de schaduw van deze retrospectieve zijn er nog twee tentoonstellingen, die niet over het hoofd mogen worden gezien, althans voor wie een compleet overzicht wil hebben over de evolutie en invloed van deze kunstenaar. Zo kun je in het Museum van Deinze en de Leiestreek (Mudel) terecht voor De schilderklas van Roger Raveel: een initiatief waarbij vooral zijn rol als lesgever aan de Stedelijke Academie van Deinze en zijn vriendschap met Hugo Claus en Antoon De Clerck centraal staan. En met Zien, denken, schilderen. Een gesprek met Roger Raveel 1945-1965 wordt in het Raveelmuseum vanaf 28 maart aandacht besteed aan het werk van Hubert Malfait en Jos Verdegem, twee van zijn vroegere leraren, en aan tijdgenoten als Etienne Elias, Raoul De Keyser en Jan Burssens.
Nieuwe Visie
Het belang en de invloed van Raveel mogen niet worden onderschat. Na het expressionisme, en wars van het succes van CoBrA, zorgde hij na de Tweede Wereldoorlog voor een keerpunt in de schilderkunst. Zelfbewust als hij was, ging hij ervan uit dat zijn schilderijen en tekeningen volstonden om bekendheid te verwerven. Toen Hugo Claus hem destijds influisterde naar de Verenigde Staten te verkassen, antwoordde hij: ‘Ik denk niet dat ik in New York de kosmos anders zal aanschouwen dan in Machelen. Ik kan dus maar beter hier blijven.’ Al die tijd bleef hij onverstoord, gesteund door echtgenote Zulma, eigenzinnig schilderen en tekenen. De grote belangstelling bleef uit.
Het duurde tot in de jaren 1960 alvorens zijn naam in eigen land enige weerklank kreeg, dankzij documenta in Kassel en de Biënnale van Venetië. Het is dan ook zeer de vraag of hij zich ooit iets aan internationale bekendheid gelegen liet liggen. Het ging bij hem veeleer over erkenning van zijn Nieuwe Visie, zijn grensverleggende plastische taal, dan over buitenlandse bekendheid. Toch liet hij zich af en toe ontvallen dat de overheid, in tegenstelling tot andere landen, niet voldoende inspanningen leverde om Belgische kunst te exporteren. Het zat hem bijvoorbeeld hoog dat James Ensor, die hij in de zomer van 1945 in Oostende sprak, nog altijd geen internationaal beroemde naam was geworden.
Eigengereid
Rest de vraag waarom hijzelf, ondanks zijn universele plastische taal, die al te vaak met popart wordt verward, nog altijd geen internationaal beroemde naam is? Een pertinente vraag als je bedenkt dat tal van hedendaagse kunstenaars er ogenschijnlijk moeiteloos in slagen het buitenland te veroveren. Ondanks enkele belangrijke internationale exposities reikt de bekendheid van Roger Raveel, over de jaren heen, nog altijd niet verder dan Nederland. Dit in fel contrast met zijn vroegere leerling Raoul De Keyser – beiden werkten indertijd nauw samen voor de muurschilderijen in de keldergangen van het kasteel in Beervelde – die zowel in de Verenigde Staten, Duitsland als Japan wordt geprezen.
Een opmerkelijk gegeven dat heel wat vragen oproept. Waren de omstandigheden en de tijdgeest er niet naar om Raveel internationaal te lanceren? Of waren het invloedrijke curatoren, kunstcritici of museumdirecteuren die niet op het juiste moment zijn pad hebben gekruist? Feit is dat hij als kunstenaar eigengereid en bewust van zijn genialiteit in het leven stond. Zo wilde hij onder geen enkele voorwaarde een exclusiviteitscontract afsluiten met een galerij die bijvoorbeeld een pendant heeft in de Verenigde Staten of andere landen.
Zijn hele leven lang had hij het er moeilijk mee zijn werk uit handen te geven, laat staan aan gezaghebbende curatoren met internationale reputatie. Dat hij in het buitenland geen bekende naam is, was volgens hem allerminst aan zichzelf te wijten. Daar waren anderen nu eenmaal verantwoordelijk voor. Zo vroeg hij zich gedurende zijn laatste levensjaren herhaaldelijk af of er vanuit het Raveelmuseum, via uitwisseling met andere prestigieuze musea, wel voldoende inspanningen werden geleverd om zijn oeuvre aan een internationaal publiek te vertonen.
Trots
Ten slotte heeft een lang juridisch dispuut tussen de Stichting Roger Raveel, waarin tal van competente leden zitting hadden en die inmiddels niet meer bestaat, en zijn weduwe zijn naam in een kwalijk daglicht geplaatst. Of een tentoonstelling in Bozar nu plotseling voor een omwenteling zal zorgen, is een overbodige en retorische vraag. Wereldberoemd in Vlaanderen en amper bekend in de rest van de wereld. Het was zijn grootste zorg niet, maar zijn trots belette hem er openlijk over te praten. Hij wist wel beter. Hoe vaak tekende ik tijdens onze gesprekken niet op: ‘Het zal nog jaren duren alvorens men mijn kunst en plastische taal volledig zal begrijpen, laat staan analyseren. De tijd staat aan mijn zijde.’
Zo is dat, meester Raveel. Dus met z’n allen naar Bozar in Brussel, waar je op je honderdste verjaardag alvast internationaal wordt bekeken en geprezen.