Zondag 28/05/2023

UitkijkpostJoël De Ceulaer

Beste Dirk De Wachter, bij de eerste zin gierde de angst mij door de keel

Dirk De Wachter. Beeld Studio Caro
Dirk De Wachter.Beeld Studio Caro

Elk weekend schrijft Joël De Ceulaer een licht satirisch getinte brief aan de (m/v/x) van de week. Hier kunt u die brief lezen of beluisteren.

Joël De Ceulaer

Beste Dirk De Wachter

Terwijl ik deze eerste zin aan het tikken ben, besef ik plots dat ik eigenlijk niet weet of u wel patiënten mag zien. Kan een psychiatrische consultatie conform het coronaprotocol? Wordt er, behalve door uw klandizie, voldoende geventileerd in uw praktijk? Als dat zo is, neem ik aan dat uw orderboekje helemaal vol zit, en dat u mij er zeker niet meer kunt bijnemen de komende weken. Vandaar dan ook deze brief. Ik schrijf u, dokter, omdat ik al eventjes in de piepzak zit, en ik moet dat eens kwijt aan een professional.

Ik ben uiteraard niet de enige, en ik wil zeker niet klagen, maar het gaat al een tijdje niet zo geweldig met me. Ik lijd aan slapeloosheid, stemmingswisselingen, impulsief gedrag, melancholie en het zware gevoel dat ik – om de woorden van de chronisch depressieve Winston Churchill te gebruiken – soms word achtervolgd door een zwarte hond.

Mocht u nu denken dat ik gekscheer, dan moet ik u spijtig genoeg corrigeren: tot u spreekt een ervaringsdeskundige, iemand die weet hoe een hoofd in de knoop kan raken. Al moet ik ook toegeven dat het vorderen der jaren en een regelmatige dosis Seneca wel helpen. Ik denk dat u trots op mij zou zijn, dokter: jazeker, ik heb met scha en schande geleerd om af en toe – allemaal samen! – een beetje ongelukkig te zijn. Deelt u brevetten uit?

Horens

Maar ernstig nu. De aanhoudende pandemie heeft dus niet bepaald een gunstige invloed op het mentale evenwicht dat ik in de loop der jaren had weten te bereiken. Ik heb mij in dat vuile virus zo fanatiek verdiept – ik heb er samen met filosoof Maarten Boudry zelfs een boek over geschreven – dat ik soms weer te kampen heb met nare symptomen. In de Zeno van deze week leest u een voorpublicatie die u zal doen begrijpen dat ik regelmatig de aanvechting heb moeten weerstaan om de Wetstraat te bestormen, weliswaar zonder mijn gezicht te verven of een berenpels met horens op mijn hoofd te draperen.

Maar het ergste is toch wel die nieuwe verlammende angst die zich deze week meester van mij maakte. Ik lijd, dokter, sinds enkele dagen aan een nieuwe fobie: ik ben bang om bepaalde meningen openlijk te uiten. Ik lijd aan een opiniefobie! En dan te bedenken dat ik daarmee aan de kost kom, met het uiten van al dan niet onderbouwde en bij voorkeur licht kwetsende opinies. Mijn broodwinning staat op het spel! Ik durf niet meer lastig te zijn. Straks word ik ontslagen bij gebrek aan controverse en lelijke haatmails!

Delphine

De eerste symptomen van mijn opiniefobie voelde ik vorige zondagmiddag, toen ik in De zevende dag zag hoe Delphine Lecompte rustig en onverschrokken haar mildheid jegens Bart De Pauw bleef verdedigen. Akkoord, het lijdt geen twijfel dat De Pauw zich dikwijls als een varken heeft gedragen. Laat het gerecht zich daarover uitspreken. Maar ik heb de bloeddorst in de media gevoeld (ik raakte er zelfs soms wat door bevangen) en Delphine Lecompte deed bij mij de vraag opwellen of het proces in de media niet wat bedaarder en beschaafder had gekund.

Maar toen ik mij aan het klavier zette om dat idee eens in alle scherpte te formuleren, blokkeerde ik en begon ik te beven. Ik durfde niet – omdat ik bang was dat de meute zich op mij zou storten. Boven alles, dokter, vrees ik de meute. Enfin, normaal gesproken dus niet, maar nu ineens wel.

Een paar dagen later had ik het weer. Toen deze week een open brief verscheen met een pleidooi om de jongeren als eersten te vaccineren en veel volwassenen op sociale media gulhartig lieten weten dat ze hun vaccin zowaar met plezier zouden afstaan, bekroop mij opnieuw de drang om mijn klavier aan flarden te tikken middels een tirade tegen zoveel opzichtige en volkomen ongepaste emocratie. Vaccinaties dienen om de ziekenhuizen en kerkhoven te ontlasten, en zijn geen ijsje of andere traktatie voor gedane inspanningen. We weten nog niet of vaccins goed beschermen tegen besmettelijkheid, dus dat pleidooi is rationeel onverdedigbaar.

Dat wilde ik opschrijven, maar opnieuw kreeg ik buikpijn bij het bange vooruitzicht van de bagger, de scheldpartijen en het verwijt dat ik de jeugd (die – allemaal samen! – toch de toekomst is) zo durfde te schofferen. En dus gooide ik het klavier maar weer terzijde, ten prooi aan gevoelens van lafheid en nutteloosheid.

Seriemoord

Gisteren kraaide de haan ten derde male. Ik zat vol goede moed klaar om te schrijven dat ik niet geloof dat de dopers van Reuzegom – die zich, jazeker, als beesten hebben gedragen – snel gerehabiliteerd zullen geraken als je hun de mogelijkheid tot studeren ontneemt. Ik ging daaraan toevoegen dat ik mag hopen dat zelfs seriemoordenaars in de cel mogen studeren als ze dat willen. Maar opnieuw: de eerste zin stond nog niet op mijn scherm of ik begon al te bibberen. De angst gierde mij door de keel. De opiniefobie had mij te pakken. En mijn deadline is altijd ongenadig.

Het is uit diepten van ellende, dokter, dat ik u vraag: wat nu gezongen?

Dankbare groeten

Joël De Ceulaer, senior writer

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234