De gedachteBart Eeckhout
België is niet plots het land van belofte, maar een beetje goed nieuws is wel welkom
Bart Eeckhout is hoofdcommentator van De Morgen.
De Belgische economie blijkt het eerste jaar van de oorlog in Oekraïne nog redelijk goed doorstaan te hebben. De gevreesde recessie blijft tot dusver uit, mede doordat de consumptie in huishoudens op peil is gebleven. Dat is dan weer mede het gevolg van de redelijk genereuze compensatie die de regering uitreikt om de energieschok te dempen. Nu blijkt dat in twee jaar tijd bijna 200.000 nieuwe jobs zijn gecreëerd. Een record!
Dat maakt van België niet plots het land van belofte, maar een beetje goed nieuws is wel welkom. Het kan de sfeer aan de feesttafel tussen kerst en Nieuwjaar wat verlichten. Er is reden tot bezorgdheid, maar te veel somberheid leidt tot nodeloos declinisme, het idee dat alles altijd alleen maar achteruitgaat.
Maar we zijn er dus nog niet. Het is niet omdat er nu terecht op gewezen wordt dat de tunnel voorlopig minder donker is dan voorspeld, dat we nu plots weer in het volle zonlicht baden. Ook de positieve jobcijfers nopen tot nuance. Belangrijker dan de naakte jobgroeicijfers is de werkgelegenheidsgraad, de verhouding tussen werkenden en niet-werkenden op actieve leeftijd. Ook dat percentage gaat vooruit, maar stilletjesaan: de 72 procent die we nu bereiken zit nog een heel eind af van de beoogde 80.
Op dit punt blijft België het veel minder goed doen dan vergelijkbare Europese welvaartsstaten. Het regionale verschil tussen Vlaanderen enerzijds en Brussel en Wallonië anderzijds blijft ook problematisch groot (al maakt de hoofdstad wel een inhaalbeweging). Het is een illusie om te denken dat we die kloven binnen België en tussen België en de buurlanden kunnen wegwerken zonder de arbeidsmarkt echt te hervormen.
Een tweede pijnpunt is de krapte op de arbeidsmarkt. Zonder die kortsluiting tussen de beschikbare vacatures en het profiel van de meeste werkzoekenden zou de jobgroei nog sterker zijn. Dit is een rem op de welvaartsgroei. De gebreken van de arbeidsmarkt worden meestal de federale overheid aangewreven, maar opleiding en activering zijn bevoegdheden van de gewesten. Ook zij mogen dus voor hun verantwoordelijkheid geplaatst worden.
Er is nog een derde aandachtspunt: de ‘indexschok’ van begin volgend jaar. De automatische indexering beschermt vele huishoudens tegen prijsschokken, maar de stijgende loonkost, die vanaf volgend jaar flink doortelt, kan op zichzelf een nieuwe schok veroorzaken. De meeste ondernemingen zijn vooruitziend genoeg om met dat looneffect nu al rekening te houden. Daar hebben ze vaak ook wel een buffer voor. Als inflatie en indexering hoog blijven, kan de klap voor het economische weefsel er alsnog komen.
De goede jobcijfers zijn een schouderklop voor een federale regering die de neiging heeft om zichzelf in zeven sloten tegelijk te rijden, maar ze zouden ook een aansporing mogen zijn. Er is nog altijd ruimte om arbeidsmarkt en belastingsysteem te hervormen zonder het mes van een diepe crisis op de keel. Dat geeft ademruimte. Helaas geeft die vaststelling ook reden tot scepsis. Want is dit niet het land waar alleen maar hervormd wordt als het echt niet meer anders gaat?