OpinieLezersbrieven
‘Automobilisten beseffen niet dat het rakelings langszoeven met dat moordtuig totaal onverantwoord is’
Een greep uit lezersreacties.
Lees ook
Waarom blijven we elkaar massaal doodrijden? En waarom vinden we dat normaal? In het Dossier Verkeersdoden bracht De Morgen voor het eerst alle verkeersdoden uit 2021 in kaart.Hier vindt u de zeven artikels uit deze onderzoeksreeks.
De fietser als hindernis
Ik rij al meer dan twintig jaar met ligfietsen. Ik heb verschillende modellen gehad, van de velomobiel tot de high racer. De laatste jaren rij ik met trikes (driewielige ligfietsen). Ik ben ook een liefhebber van de mountainbike. Ik was een geoefende fietser en kon gemakkelijk 30 kilometer per uur aanhouden, afhankelijk van de staat van de weg en de verkeerssituatie.
Maar automobilisten vinden het nodig op plaatsen waar het niet past nog snel in te halen om daarna in de remmen te gaan voor een rood licht of een afslag naar rechts. Daarbij rijden ze vaak aan hoge snelheid rakelings langs.
Op 1 juli ging het fout. Een pick-uptruck stak me voorbij en ging te vroeg naar rechts. Ik werd meegesleurd en raakte deels onder het voertuig. Ik liep verschillende verwondingen op. Mijn linkeronderbeen is in meerdere stukken. Mijn voet hing er nog nauwelijks aan. De artsen in UZ Gent deden het onmogelijke. Zij hebben mijn voet gered en mijn been aan elkaar gepuzzeld. De plastische chirurgen hebben weefsel en huid elders weggesneden om op het verhakkelde been over te planten. Het ziet er niet uit en ik ben het gevoel op die plekken kwijt.
Ik heb op enkele maanden tijd een achttal ingrepen ondergaan. Op slag was het gedaan met de fietsritten waar ik zo van genoot. Ik leef op een dieet van ontstekingsremmers, antibiotica en pijnstillers. De pijn is altijd aanwezig. Ik word ’s ochtends wakker – als ik al slaap – met de gedachte: hier lig ik dan.
Ik ervaar geregeld bedekte of openlijke victimblaming. ‘Ik heb jou gezien met jouw ligfiets. Je zit zo laag. Met zo’n ligfiets ben je toch moeilijk te zien.’ Alsof het ongeval mijn eigen schuld is. Alsof dat een reden is voor een chauffeur om een ligfietser van de weg te rijden. Ik draag meestal felle kleuren en een knipperlicht boven op mijn helm. Ik zit op dezelfde hoogte als een kind op een kinderfiets. Als je mij niet ziet, zie je dat kind ook niet en ben je een gevaar op de weg.
Automobilisten beseffen niet dat het rakelings langszoeven met dat moordtuig totaal onverantwoord is. Ik zie ze na schooltijd langs kinderen racen, vaak zelf met kinderen in de auto. In Frankrijk gaat zo’n auto op het andere vak rijden. In België is een fietser een hindernis.
Paul Heyndrickx (65), Laarne
De fietser als gevaar
Deze week reed ik weer bijna een fietser aan op het kruispunt aan de Rooseveltplaats in Antwerpen. Eén dezer dagen ga ik ertegen zitten. De redenen zijn velerlei, maar liggen in dit geval niet bij mij als automobilist.
Bij de nieuwe stadsplanning in deze buurt is het de automobilist vaak expres moeilijk gemaakt, met de bedoeling hem uit de stad te weren. In plaats daarvan is men de bestuurder alleen maar aan het frustreren en zijn parcours ingewikkelder aan het maken, met meer chaos als gevolg.
Een nog groter gevaar dan ondoordachte stadsplanning gaat uit van de fietsers zelf. De meeste van mijn verplaatsingen doe ik te voet of met de fiets. Maar wanneer ik het roekeloze, tegen de verkeersregels ingaande gedrag van vele fietsers zie, kan ik alleen maar denken: wat een idioten. En de zware ‘moderne’ fietsen (vracht-, bak- of elektrisch) dragen daar enkel toe bij.
Hoe vaak ben ik al niet van mijn sokken gereden door een bakfietsmoeder of -vader, die overtuigd was dat ik als voetganger mijn voorrang wel zou afgeven of uit de weg springen.
Deze week op de Rooseveltplaats: het licht ging op groen. Gelukkig reed ik traag en oplettend toen de fietser uit de andere richting het rode licht zonder te vertragen negeerde en mij vol in de remmen joeg. Ik maakte misbaar door mijn open raam. De jongedame antwoordde alleen, met een opgestoken middenvinger naar mij en een andere automobilist die haar teken deed van haar stommiteit.
Een dezer dagen rijd ik een fietser aan, in de huidige situatie ga ik daar gewoon al van uit. De vraag is of ik daar met de huidige stadsplanning en het gedrag van fietsers nog om moet geven, of dat ik er mij gewoon het best bij neerleg?
Maarten Michiels (32), Antwerpen