OpinieVincent Stuer
Annick De Ridder nog maar in de buurt van het Boerentoren-dossier laten is vanuit Europa bekeken gewoon bizar
Vincent Stuer is schrijver en werkt in het Europees Parlement. Hij schrijft in eigen naam.
Een beetje liberaal houdt altijd het klassieke schema van Nobelprijswinnaar Milton Friedman voor ogen, waarin die vier manieren onderscheidde om geld uit te geven, met op de ene as de betaler en de andere de bestemmeling ervan. Als je andermans geld uitgeeft aan nog eens andere mensen, steekt het allemaal toch wat minder nauw.
We leven in een wereld waarin de politiek veel macht en geld te verdelen heeft. Voor de meeste liberalen wat te veel, maar fundamenteel ontsnapt niemand eraan. Een moderne maatschappij en economie vragen om politieke omkadering, regelgeving en aansturing. De zaak rond Europarlementariër Eva Kaili toont aan dat die macht al te gemakkelijk inwisselbaar is in geld.
Maar zo’n schandaal is extra pijnlijk voor het Europese niveau, want daar ligt het evenwicht fundamenteel anders: we hebben de Europese politiek en instellingen veel macht toevertrouwd, maar ons vertrouwen moet Europa nog steeds verdienen. Elk tekort aan deontologie is er dodelijk. In de lokale politiek is dat anders.
Onvertrouwd Europa
Het grote voordeel van Europa als beleidsniveau is afstand. Zowel de kiezers als de politici zijn er wat minder persoonlijk. En omdat het niet zo dicht op de burger zit, kan je er moeilijke beslissingen makkelijker nemen. Van de Maastrichtnormen en verboden staatssteun tot de klimaattransitie: als het ‘moet van Europa’ krijg je noodzakelijke maatregelen beter verkocht.
Onpersoonlijke machten moet je strak in de hand houden. Daarom gelden in de Europese politiek strengere deontologische regels dan op het nationale of lokale niveau in zowat alle landen, zowel over financiële belangen als over contacten met lobbyisten.
Ga eens kijken naar de transparantiepagina van de Europese commissarissen: EU-buitenlandchef Josep Borrell heeft 184 aandelen van Bayer, het kabinet van Margrete Vestager ontmoette vorige week een man van Vodafone, en voormalig commissaris Marianne Thyssen is ooit blijven zitten met 500 aandelen van Lernhout & Hauspie (nog 0,39 euro waard). Ik daag u uit om hetzelfde uit te vissen over uw burgemeester of de kabinetschef van een lukraak gekozen Vlaamse minister.
Verschillende commissarissen werden bij hun aantreden gedwongen hun vermogen in een trust fund onder te brengen, zodat ook in het verleden opgebouwde belangen netjes gescheiden gehouden worden. Gezond wantrouwen leidt tot betere regels. Want onbekend is onbemind, en dat Europese politici daardoor wat beter hun best moeten doen, is een goede zaak.
Goedgelovig is slecht bestuurd
Te veel vertrouwen is ook niet goed, en toch zit ook dat diep in de mens ingebakken.
‘Mere exposure effect’, noemen psychologen het. Bij experimenten werden in bepaalde kranten advertenties afgedrukt met vreemde of nonsensicale woorden - ‘kadriga’, ‘saricik’, ‘nansoma’ -, zonder context. Nadien werd lezers gevraagd of zo’n woord ‘iets goeds’ of ‘iets slechts’ beduidde. Hoe meer het onbegrepen woord gekend was, zelfs onbewust, hoe positiever het ingeschat werd. Bekend is sowieso bemind. Hoe prikkelig we ook zijn als diersoort, met eenvoudige gewenning gaan de stekels omlaag.
Niets is zo vertrouwd als de lokale politiek.
De jongste maanden kwamen in Vlaanderen verschillende zaken naar boven die deontologisch minstens bedenkelijk zijn. Een burgemeester die zich als projectontwikkelaar ontpopte in zijn eigen gemeente, een andere die met landbouwgrond honderdduizenden euro’s verdiende, een derde die het probleem van overtollige vaccins oploste via haar vrienden, een oud-burgemeester die geld leende bij zijn stad ‘als bij een vriendin’.
Toch is er niemand die de betrouwbaarheid van het lokale niveau in twijfel trekt, zoals bij de Europese Unie vaak het geval is, of zelfs maar de gedragscode voor lokale bestuurders wil aanscherpen. Alsof bekende gezichten en nabije beslissingen per definitie te vertrouwen zijn.
Cultuur boven regels
Ik heb nog geen weldoordachte mening over het eerste ontwerp van de Boerentoren. Ook heb ik wel wat sympathie voor het idee, zoals Antwerps schepen voor Stadsontwikkeling Annick De Ridder (N-VA) in deze krant fijntjes aanstipte (DM 13/12), dat Fernand Huts als eigenaar wel iets meer te zeggen heeft over zijn gebouw dan de doorsnee Antwerpenaar.
Maar dat Annick De Ridder, als nauwe ex-medewerker van Fernand Huts, die haar in zijn woorden persoonlijk “cadeau deed aan Bart De Wever” nadat hij ze had “klaargestoomd voor politieke actie”, met die achtergrond zelfs maar in de buurt gelaten wordt van het Boerentoren-dossier, dat is vanuit Europa bekeken gewoon bizar.
Daar bestaan in elk normaal bestuursorgaan regels over, en oplossingen voor. Zelfs mededingingscommissaris Neelie Kroes, geen moraalridder, liet zich destijds regelmatig vervangen als haar oude zakenbelangen op de tafel van de Commissie kwamen, bijvoorbeeld rond de haven van Rotterdam, waarvoor ze consultant was geweest.
Het heeft zelfs niets met regels te maken, maar met politieke cultuur. In de Antwerpse gedragscode staat een identieke bepaling als in de Europese Code of Conduct, dat een mandataris in geval van “persoonlijke betrokkenheid of privébelang… zich niet bemoeit met de behandeling van dat dossier”.
Dan kan ik, zeker met de Europese heisa van de voorbije dagen voor ogen, toch niet anders dan denken: zou een heel klein beetje wantrouwen soms niet beter kunnen zijn?