EssayFrancis Fukuyama
Amerikaans politicoloog Francis Fukuyama over Poetins oorlog tegen de liberale orde: ‘Er ligt nog een lange en zenuwslopende weg voor ons’
Democratische waarden waren al voor de Russische invasie in Oekraïne over de hele wereld bedreigd. Nu moeten we de geest van 1989 nieuw leven inblazen, stelt gerenommeerd Amerikaans socioloog en politicoloog Francis Fukuyama.
De vreselijke Russische invasie van Oekraïne op 24 februari werd gezien als een cruciaal keerpunt in de wereldgeschiedenis. Velen zeiden dat dit definitief het einde markeert van het tijdperk na de Koude Oorlog, dat de afbouw was begonnen van het ‘herenigde en vrije Europa’, dat we in 1991 meenden te zien ontstaan.
Ivan Krastev, een scherpzinnig observator van wat zich ten oosten van de Elbe afspeelt, zei onlangs in The New York Times: “We leven nu allemaal in de wereld van Vladimir Poetin”, een wereld waarin brute kracht de rechtsstaat en de democratische rechten vertrappelt.
Het lijdt geen twijfel dat de Russische inval implicaties heeft die tot ver buiten de grenzen van Oekraïne reiken. Poetin heeft duidelijk gemaakt dat hij zoveel mogelijk van de voormalige Sovjet-Unie wil herconstrueren, dat hij Oekraïne in Rusland wil incorporeren en een invloedssfeer wil creëren die zich uitstrekt over alle Oost-Europese staten die zich vanaf de jaren negentig bij de NAVO hebben aangesloten.
Hoewel het nog te vroeg is om te weten hoe deze oorlog zal evolueren, is het nu al duidelijk dat Poetin niet in staat zal zijn om zijn maximale doelstellingen te bereiken. Hij verwachtte een snelle en gemakkelijke overwinning en hij dacht dat de Oekraïners hem als een bevrijder zouden ontvangen. In plaats daarvan heeft hij een boos wespennest opgepookt, waarbij Oekraïners van diverse pluimage een ongeziene vastberadenheid en eenheid in hun verzet aan de dag leggen. Zelfs als Poetin Kiev inneemt en president Volodymyr Zelensky afzet, kan hij op lange termijn nooit een woedende natie van meer dan 40 miljoen burgers militair onder de knoet houden. En hij zal tegenover een democratische wereld en een NAVO-alliantie staan die verenigd en gemobiliseerd is als nooit tevoren en die de Russische economie pijnlijke sancties heeft opgelegd.
Tegelijk heeft de huidige crisis aangetoond dat we de bestaande liberale wereldorde niet als een evidentie mogen beschouwen. Het is iets waarvoor we voortdurend moeten strijd leveren en dat dreigt te verdwijnen van zodra onze waakzaamheid verslapt.
De problemen waarmee de liberale samenlevingen van vandaag worden geconfronteerd, zijn niet begonnen en houden niet op bij Poetin. Zelfs als men hem weet af te remmen in Oekraïne, wachten ons ernstige uitdagingen. Het liberalisme ligt al een tijdje onder vuur, zowel vanuit rechtse als vanuit linkse hoek. De ngo Freedom House stelt vast in zijn ‘Freedom in the World’-peiling van 2022 dat de totale wereldwijde vrijheid nu al 16 jaar op rij is gedaald. Niet alleen door de opkomst van autoritaire machten zoals Rusland en China, maar ook door de trend naar populisme, illiberalisme en nationalisme in landen met een lange traditie van liberale democratie zoals de VS en India.
Wat is liberalisme?
Het liberalisme is een doctrine die het licht zag in de 17de eeuw en die uit is op geweldbeheersing door minder te gaan eisen van de politiek. Ze erkent dat mensen het niet eens zullen worden over de belangrijkste zaken, zoals over de vraag welke religie ze moeten aanhangen, maar gelooft dat ze medeburgers met andere opvattingen moeten tolereren.
Het liberalisme ijvert voor het respecteren van de gelijke rechten en waardigheid van individuen door middel van een rechtsstaat en een grondwettelijke regering die via een stelsel van checks-and-balances toezicht uitoefent op de bevoegdheden in de moderne staten. Tot de rechten behoren het recht om eigendom te bezitten en vrij transacties te doen. Daarom werd het klassieke liberalisme in de moderne wereld sterk geassocieerd met hoge niveaus van economische groei en welvaart. Daarnaast werd het doorgaans ook gelinkt aan moderne natuurwetenschap en de opvatting dat wetenschap ons kan helpen de buitenwereld te begrijpen en naar onze hand te zetten in ons voordeel.
Veel van die grondbeginselen liggen nu onder vuur. Populistische conservatieven verfoeien de open en diverse cultuur die bloeit in liberale samenlevingen. Ze verlangen terug naar een tijd waarin iedereen dezelfde godsdienst belijdt en dezelfde etniciteit deelt. Het liberale India van Gandhi en Nehru wordt door de Indiase premier Narendra Modi omgevormd tot een intolerante hindoestaat. Ondertussen wordt in delen van de Republikeinse partij in de VS blank nationalisme openlijk geprezen. Populisten hollen de beperkingen uit die door de wetten en grondwet worden opgelegd. Zo weigerde Donald Trump de uitslag van de verkiezingen van 2020 te accepteren, terwijl een gewelddadige menigte probeerde het verdict ongedaan te maken door het Capitool te bestormen. In plaats van deze machtsgreep te veroordelen, hebben de Republikeinen zich voor het merendeel achter Trumps grote leugen geschaard.
De liberale waarden van verdraagzaamheid en vrije meningsuiting werden ook door links uitgedaagd. Vele progressieven vinden dat liberale politiek met haar debat en consensusvorming te traag werkt en pijnlijk heeft gefaald om de economische en rassenongelijkheid aan te pakken die door de globalisering is ontstaan. Heel wat progressieven hebben zich bereid getoond om vrije meningsuiting en eerlijke rechtspraak te beperken in de naam van sociale rechtvaardigheid.
Antiliberaal rechts en links slaan de handen in elkaar in hun wantrouwen voor wetenschap en expertise. Aan de linkerzijde loopt er een rode draad door het gedachtegoed van het 20ste-eeuwse structuralisme naar het postmodernisme tot de hedendaagse kritische theorie die het gezag van de wetenschap in vraag stelt. De Franse denker Michel Foucault beweerde dat schimmige elites de wetenschappelijke taal gebruikten om de onderdrukking van gemarginaliseerde groepen als homoseksuelen, geesteszieken of gedetineerden te maskeren. Eenzelfde wantrouwen tegenover de objectiviteit van de wetenschap is nu uitgezworven naar uiterst rechts, waar de conservatieve identiteit in toenemende mate draait rond het scepticisme ten opzichte van vaccins, de gezondheidszorg van de overheid en expertise in het algemeen.
Intussen stak de technologie een handje toe om het gezag van de wetenschap te ondermijnen. Aanvankelijk werd het internet geroemd voor zijn vermogen om hiërarchische poortwachters als regeringen, uitgevers en traditionele media te omzeilen. Maar deze nieuwe wereld bleek een enorme schaduwzijde te hebben, toen kwaadwillige gebruikers van Rusland tot de QAnon-samenzweerders van deze nieuwe vrijheid gebruikmaakten om desinformatie en hatespeech te verspreiden. Deze trends werden op hun beurt in de hand gewerkt door het eigenbelang van de grote internetplatforms die hun bloei niet te danken hadden aan betrouwbare informatie, maar aan viraliteit.
Hoe liberalisme evolueerde naar iets illiberaals
Hoe zijn we op dit punt beland? In de halve eeuw na de Tweede Wereldoorlog was er een brede en groeiende consensus over liberalisme en een liberale wereldorde. De economische groei nam een hoge vlucht en de armoede nam af zodra landen de open, globale economie omarmden. Dat gold ook voor China, waar de moderne heropstanding mogelijk werd door zijn bereidheid om zowel intern als extern de liberale vrijemarktregels te volgen.
Maar het klassieke liberalisme werd in de loop van de jaren aan een herinterpretatie onderhevig en evolueerde naar trends die op de lange duur zelfdestructief bleken. Aan de rechterzijde transformeerde het economisch liberalisme van de naoorlogse jaren in de jaren 1980 en 1990 in wat soms ‘neoliberalisme’ wordt genoemd. Liberalen begrijpen het belang van vrije markten, maar onder de invloed van economen als Milton Friedman en de ‘Chicago School’ werd de markt aanbeden en de staat in toenemende mate gedemoniseerd als de vijand van economische groei en individuele vrijheid. Geavanceerde democratieën die in de ban waren van neoliberale ideeën begonnen te snoeien in de welvaartsstaat en de regelgeving, en adviseerden ontwikkelingslanden om hetzelfde te doen onder de ‘Washington Consensus’. Bezuinigingen in sociale uitgaven en overheidssectoren verwijderden de buffers die individuele burgers beschermden tegen marktgrillen, wat leidde tot een aanzienlijke toename van de ongelijkheid in de jongste twee generaties.
Hoewel sommige bezuinigingen gerechtvaardigd waren, werden ze extreem ver doorgevoerd. Dat leidde bijvoorbeeld tot de deregulering van de financiële markten in de VS in de jaren 1980 en 1990 die de markten destabiliseerde en financiële crisissen veroorzaakte, zoals de meltdown van de subprimemarkt in 2008. De aanbidding van de efficiëntie leidde tot het outsourcen van jobs en de vernietiging van arbeidersgemeenschappen in rijke landen, wat een vruchtbare bodem creëerde voor de opmars van het populisme in de jaren 2010.
Rechts koesterde de economische vrijheid en dreef die tot onhoudbare extremen. Links daarentegen focuste op individuele keuze en autonomie, zelfs als dat ten koste ging van sociale normen en het gemeenschapsgevoel. Deze visie ondermijnde het gezag van vele traditionele culturen en religieuze instellingen. Tegelijk begonnen kritische theoretici te argumenteren dat het liberalisme zelf een ideologie was die het eigenbelang van zijn verdedigers maskeerde, of het nu om mannen, Europeanen, blanken of heteroseksuelen ging.
Zowel bij links als bij rechts werden liberale basisideeën tot hun uitersten doorgedreven, wat de perceptie van de waarde van het liberalisme zelf uitholde. Economische vrijheid evolueerde naar een antistaatsideologie en persoonlijke autonomie evolueerde naar een progressief ‘woke’-wereldbeeld dat diversiteit boven een gedeelde cultuur prees. Deze verschuivingen brachten zo hun eigen terugslag teweeg, waarbij links het kapitalisme zelf de schuld gaf voor de groeiende ongelijkheid en rechts in het liberalisme een aanval zag op alle traditionele waarden.
De mondiale context
Liberalisme wordt het meest gewaardeerd wanneer mensen hun leven leiden in een illiberale wereld. De liberale doctrine ontstond in Europa na 150 jaar meedogenloze godsdienstoorlogen die volgden op de protestantse Reformatie. Het kende een heropleving in de nasleep van de verwoestende nationalistische oorlogen in het Europa van de vroege 20ste eeuw. Er kwam een geïnstitutionaliseerde liberale orde in de vorm van de Europese Unie en een bredere mondiale orde van vrijhandel en investeringen gecreëerd door de marktmacht van de VS. Het liberalisme kreeg daarna een boost tussen 1989 en 1991 toen het communisme instortte en de volkeren die eronder hadden geleefd vrij werden om hun eigen toekomst vorm te geven.
De val van de Berlijnse Muur ligt nu al meer dan een generatie achter ons en de voordelen van het leven in een vrije wereld beschouwen velen als een evidentie. De herinnering aan verwoestende oorlogen en totalitaire dictaturen is vervaagd, vooral bij jonge mensen in Europa en Noord-Amerika. In deze nieuwe wereld werd de Europese Unie, die er op spectaculaire wijze in slaagde een Europese oorlog te voorkomen, door vele rechtsdenkenden gezien als tiranniek, terwijl conservatieven beweerden dat regeringen die hun burgers oplegden om mondmaskers te dragen en zich te laten vaccineren tegen Covid-19 konden worden vergeleken met hoe Hitler de Joden behandelde. Zoiets kan alleen gebeuren in een veilige en zelfgenoegzame samenleving die nooit een echte dictatuur heeft gekend.
Daarnaast kan liberalisme voor heel wat mensen weinig inspirerend overkomen. Een doctrine die de verwachtingen in de politiek verlaagt en zich uitspreekt voor tolerantie ten opzichte van diverse meningen slaagt er vaak niet in om voorstanders van een sterke gemeenschap gebaseerd op gedeelde religieuze opvattingen, een gemeenschappelijke etnische oorsprong of stevige culturele tradities, tevreden te stellen.
In deze leegte hebben illiberale autoritaire regimes zich geïnstalleerd. De regimes in Rusland, China, Syrië, Venezuela, Iran en Nicaragua hebben onderling weinig gemeen, behalve dat ze een hekel hebben aan vrije democratie en hun eigen autoritaire macht willen handhaven. Ze hebben een netwerk van wederzijdse steun in het leven geroepen waardoor bijvoorbeeld het verachtelijke regime van Nicolás Maduro in Caracas kon overleven hoewel het meer dan een vijfde van de Venezolaanse bevolking in ballingschap heeft gedreven.
In het centrum van dit netwerk bevindt zich het Rusland van Poetin, dat wapens, adviseurs, militaire en inlichtingensteun heeft verschaft aan bijna elk regime dat oppositie voert tegen de VS of de EU, ongeacht hoe wreed het zijn eigen volk heeft behandeld. Dit netwerk strekt zich uit tot in het centrum van de liberale democratieën zelf. Rechtse populisten drukken hun bewondering uit voor Poetin, te beginnen bij de voormalige Amerikaanse president Donald Trump, die Poetin een ‘genie’ en ‘zeer slim’ noemde na zijn invasie in Oekraïne. Populisten zoals Marine Le Pen en Eric Zemmour in Frankrijk, Matteo Salvini in Italië, Jair Bolsonaro in Brazilië, de leiders van de Alternative für Deutschland en Viktor Orbán in Hongarije hebben allemaal hun sympathie betuigd voor Poetin, een ‘sterke’ leider die daadkrachtig handelt om de traditionele waarden te verdedigen zonder acht te slaan op ‘pietluttige’ zaken als wetten en grondwetten. De liberale wereld heeft in de jongste twee generaties grote stappen vooruit gezet op het vlak van gendergelijkheid en verdraagzaamheid ten opzichte van lgbtq+-gemeenschap, wat sommige rechtsdenkende mensen ertoe heeft aangezet om mannelijke kracht en agressie als deugden op zich te cultiveren.
De geest van 1989 is niet dood
Daarom belangt de huidige oorlog in Oekraïne ons allemaal aan. De allesbehalve uitgelokte Russische agressie en de beschietingen van vreedzame Oekraïense steden als Kiev of Charkiv heeft mensen er op een brutale manier aan herinnerd wat de gevolgen zijn van een illiberale dictatuur.
Het Rusland van Poetin wordt nu duidelijk niet als een staat met legitieme grieven over de expansie van de NAVO gepercipieerd, maar als een wrokkig, revanchistisch land dat de hele Europese orde van na 1991 wil omkeren. Of liever, het is een land met een leider die geobsedeerd is door een in zijn ogen historisch onrecht dat hij wil proberen te corrigeren, wat ook de kost moge zijn voor zijn eigen volk.
De heldhaftigheid van de Oekraïners die zich hebben verenigd rond hun land en een wanhopig gevecht leveren tegen een veel grotere vijand, heeft mensen over de hele wereld geïnspireerd. President Zelensky wordt gezien als een modelleider, die moedig blijft terwijl hij letterlijk en niet metaforisch onder vuur ligt, en als een eenmaker van een voorheen verbrokkelde natie. Oekraïnes eenzame positie heeft op zijn beurt een merkwaardige opwelling van internationale steun uitgelokt. Steden van over de hele wereld hebben zich gehuld in blauw-gele Oekraïense vlaggen en beloofden materiële steun.
Anders dan Poetin gepland had, is de NAVO sterker dan ooit en denken Finland en Zweden eraan om lid te worden. De meest opmerkelijke positiewijziging gebeurde in Duitsland, dat voordien Ruslands beste vriend was in Europa. Door een verdubbeling van het Duitse defensiebudget en de bereidheid om wapens te leveren aan Oekraïne heeft kanselier Olaf Scholz decennia van Duitse buitenlandpolitiek teruggeschroefd en zijn land met volle overtuiging deelgenoot gemaakt van de strijd tegen Poetins imperialisme.
Hoewel het moeilijk raden is op welke manier Poetin zijn grote doelstelling van een groter Rusland zou kunnen bereiken, ligt nog een lange en zenuwslopende weg voor ons. Poetin moet nog al de militaire macht op de been brengen waarover Rusland beschikt. De verdedigers van Oekraïne zijn uitgeput en zitten door hun voedsel- en munitiereserves. Er komt een wedloop tussen Rusland, dat zijn troepen herbevoorraadt, en de NAVO, die het Oekraïense verzet versterkt. Terwijl Rusland zijn inzet verdubbelt, lijden Oekraïense steden onder lukrake beschietingen en gaan ze tragisch genoeg steeds meer lijken op plaatsen als Grozny in Tsjetsjenië dat in de jaren 1990 onder gelijkaardige Russische bombardementen leed. Het gevaar bestaat ook dat de gevechten escaleren tot een direct treffen tussen de NAVO en Rusland, nu de roep voor de instelling van een no-flyzone luider wordt. Maar het zijn de Oekraïners die de kost zullen moeten dragen van Poetins agressie en zij zijn het die namens ons allemaal vechten.
De beproevingen van het liberalisme zullen niet ophouden, zelfs als Poetin verliest. China zal in de coulissen zijn opwachting maken, evenals Iran, Venezuela, Cuba en de populisten in westerse landen. Maar de wereld zal hebben geleerd wat de waarde van een liberale wereldorde is en dat die niet zal overleven tenzij mensen ervoor strijden en elkaar wederzijds steunen. De Oekraïners hebben meer dan elk ander volk getoond wat echte moed is en dat de geest van 1989 levend blijft in hun hoek van de wereld. Die geest, die voor de rest van ons sluimerde, is nu opnieuw wakker geschud.
© The Financial Times