Column
Altijd vreemd dat mensen zichzelf willen definiëren door lelijke meningen over anderen
Ik word er zo moe van. Van die zogenaamd geestige tweets waarin iemand die op de een of andere manier in beeld komt, te kakken wordt gezet. Van die makkelijke blogs of krantenstukjes waarin mensen onder het mom van humor worden afgemaakt. Van dat schampere lachen met volk dat zich hevig inzet voor een of andere goede zaak. Ik vind het altijd zo'n zonde dat dat volk, dat in nogal wat van die gevallen retorisch sterk blijkt te zijn, al dat talent inzet voor zoiets leegs.
Alsof er iemand beter van zou worden. Alsof er één mens gaat floreren door dat soort feedback. Alsof er in de tijd waarin wij leven, niet bovenal behoefte zou zijn aan wat mildheid, wat mededogen, wat begrip, wat empathie, wat geduld. En begrijp me niet verkeerd, natuurlijk mogen en moeten we in alle contexten die daarom vragen, ook kritisch durven te blijven. Daar heb ik het hier niet over, mij gaat het om dat al te gratuite afzeiken tot meerdere eer en glorie van het imago van degene die het opschrijft. Vreemd dat mensen zichzelf willen definiëren aan de hand van lelijke meningen over anderen, vind ik altijd. En toch zijn ze met zoveel.
Alleen al daarom was ik zo blij met Bevergem, de serie die anderhalve week geleden van start is gegaan op Canvas, in regie van de overduidelijk straffe Gilles Coulier, die ook meewerkte aan het scenario, samen met Wannes Cappelle, Bart Vanneste en Dries Heyneman. Zij kozen ervoor om te schrijven in de taal die de hunne is, figuren te creëren die heerlijk tegen de rand van de lichte uitvergroting aanschuren en een setting te kiezen die eerder inzoomt op het gestuntel en gesukkel van mensen en mensen samen dan op de successen. En toch hield ik al na een aflevering van hen allemaal. Van de politieagent die de opleiding tot gemachtigd toezichter buitengewoon ernstig neemt, van de vrouw die de lotto won en bovenal de kramp voelt geld te hebben waar anderen dan ook om zouden kunnen vragen. Van de allenige uitbater van de krantenwinkel die thuis tegen zijn dode moeder praat, omdat praten toch beter is dan zwijgen, van de flamboyante Freddy De Vadder die zijn bruistablet 's ochtends in een glas cava oplost.
Wat mooi om een wereld tot leven te zien komen die mij niet alleen hardop deed lachen (hardop! Dat is toch eerder uitzonderlijk), maar die mij ook vertederde, ontroerde, weker maakte, die gestalte geeft aan die existentiële vraag: wie zijn wij? Omdat wat we willen, maar niet of nog niet kunnen, wat we verlangen maar niet hebben, wat we hopen maar niet zeker durven te weten, wat we vrezen maar proberen toch te doen, wat ons optilt en verheugt maar ook ontregelt (omdat de goeie dingen geloven vaak nog het moeilijkst is van allemaal), omdat al die dingen ons zoveel meer nog definiëren dan het in één-twee-drie gewonnen gevecht of het in de schoot geworpen plezier. Dat hebben deze makers zo ontzettend goed begrepen en zo eigenzinnig en intrigerend vormgegeven.
Geweldig dat deze artiesten zonder al te veel specifieke ervaring zich op dit medium hebben gestort, en fijn dat Canvas hen die kans ook heeft geboden. Al stel ik mij voor dat ook dit - de tv-projecten van mensen als Jan Eelen achterna - zou werken voor een breder publiek. Wat mij ook verheugde, was de keuze voor heel wat gezichten die niet in het gros van de tv-series en films hebben gezeten. Veelal acteurs die wel degelijk strepen hebben verdiend, vaak in het theater, maar die nog geen last hebben van de echo van al die vorige rollen. Een trits van zulke spelers combineren met immer fijne figuren als Wim Willaert en Maaike Cafmeyer, levert veel sterks op.
Bevergem is zo'n serie die het, vermoed ik nu al, in zich heeft om een klassieker te worden. Sterke fictie die geen label als comedy of drama nodig heeft, omdat ze alleen maar zichzelf is en hoeft te zijn. Dank u wel aan al diegenen die eraan hebben meegewerkt. En voor wie nog niet heeft gekeken: doen.