ColumnJana Antonissen
Als Tinder onze trouw niet wil sponsoren, dan misschien wel de relatietherapie
Journalist Jana Antonissen en auteur/theatermaker Julie Cafmeyer vertellen beurtelings over het leven.
“Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?”, vraagt de relatietherapeut. We wisselen snel een blik uit, waarop ik ons ongewone en daardoor op dinertjes altijd goed scorende verhaal nog eens afhaspel. Prille pandemie, Tinder Passport waarbij de wereld je zoekgebied wordt, intensieve correspondentie per luchtpost en videoverbinding, vlucht naar het noorden, enkele maanden over en weer, dan samenwonen in Brussel.
Onlangs vierde Tinder zijn tiende verjaardag; stokoud voor een datingapp die bekendstaat om het faciliteren van vluchtige avontuurtjes. Hoewel de applicatie oorspronkelijk adverteerde met de belofte romantiek binnen duimbereik te brengen, werd al snel duidelijk dat haar algoritmes er juist voor zorgden dat je vooral verslingerd raakte aan het swipen. Uiteraard hoor je af en toe ook weleens een succesverhaal, zoals het onze.
“Romantisch”, vindt ook de therapeute. Maar zelfs succesverhalen zijn zelden voor de volle honderd procent voorspoedig. “Ik neem aan dat er ook een reden is waarom jullie hier vandaag voor me zitten?” Opnieuw een korte blik van verstandhouding. “Onderhoud”, zegt mijn vriend uiteindelijk.
Sommige disputen worden door hun herhaling zo circulair dat het haast onmogelijk is om zelf nog een uitgang te vinden. Ter illustratie begint hij aan een naar mijn mening nogal langdradig relaas over hoe huishoudelijke kwesties, zoals bijvoorbeeld mijn in de badkuip rondslingerende vuile was, geregeld uitmonden in een hoop geschreeuw en gezanik.
Ik schaam me een beetje, straks denkt de psychologe nog dat we verwende millennials zijn die zich door het minste briesje omver laten blazen. Daarom gooi ik maar meteen al mijn tekortkomingen en trauma’s in de mix; serveer haar mijn verlatings- en doodsangst kant-en-klaar. Weet zij meteen waar ze aan toe is, besparen wij ons een extra sessie of twee. Maar misschien is dat net mijn probleem; ben ik in al mijn focus op de grote vraagstukken zo gehaast dat ik geen tijd maak voor het schijnbaar banale.
“Hoe is het om hier nu te zitten?”, vraagt de therapeute vriendelijk. Moeilijk, geef ik schoorvoetend toe. Want hoewel therapie tegenwoordig het summum van zelfrespect en progressie is, wordt er toch nog net iets anders gekeken naar psycholoogbezoek met je partner. Koppeltherapie, dat is toch enkel voor relaties die eigenlijk al voorbij zijn? “Is dat bij jullie dan zo?” Driftig schudden we beiden het hoofd.
Ruziemaken hoort erbij. Zoals filosoof du moment Byung-Chul Han schrijft: “Een relatie zonder pijn is geen relatie.” Alleen kunnen we onze conflicten misschien wel iets eleganter executeren; disputen aangrijpen om onze eigen schaduwzijden beter te begrijpen.
“Misschien is het gewoon allemaal nogal snel gegaan?”, oppert de therapeute. We halen onze schouders op. Ik vermoed dat we op dat moment allebei hetzelfde denken: wat nou ‘snel’, we hebben onze verloving nog niet eens vermeld. Dan schiet me te binnen dat tinderstories@gotinder.com nooit op mijn mail geantwoord heeft. Als Tinder onze trouw niet wil sponsoren, dan misschien wel de therapie.