Standpunt
Als N-VA echt een gemeenschapsvormend project wil, dan hoort het middenveld daar altijd bij
Jeroen Van Horenbeek is journalist.
Donderdag is het zover: dan beginnen de Vlaamse onderhandelingen echt. Naar alle waarschijnlijkheid verzamelen de kopstukken van N-VA, Open Vld en CD&V die dag voor het eerst over de belangrijkste dossiers.
De technische werkgroepen zijn klaar met hun voorbereidend werk. Nu is het aan de voorzitters en hun vertrouwelingen om knopen door te hakken. Wat met de onderwijsplannen, de sociale wachtlijsten, de klimaatdoelen, het inburgeringsbeleid voor nieuwkomers? Het is money time in Vlaanderen. Tegen 23 september moet Jan Jambon zijn regeerverklaring afleggen in het Vlaams Parlement.
Harde brexit
Binnen N-VA, Open Vld en CD&V wordt met een bijna aandoenlijk optimisme gesproken over de lopende regeringsvorming. Een mistgordijn, want vergis u niet: de toekomstige regering-Jambon I zal investeren maar ook besparen. De centrumrechtse partijen weten heel goed dat de open Vlaamse economie als geen ander afhankelijk is van de internationale conjunctuur. Daar staan alle barometers stilaan op onweer.
Zo dreigt Vlaanderen een van de grootste slachtoffers te worden van de brexit. Het Verenigd Koninkrijk is onze vierde handelspartner. Als het dit najaar tot een harde brexit komt, zijn liefst 28.000 jobs in gevaar.
Ook het middenveld beseft dat het besparingsmes klaar ligt. In een open brief eisen meer dan zeventig organisaties daarom hun plaats en hun centen op. Het Vlaamse middenveld vreest dat de regering-Jambon I een financiële raid beraamt op gevestigde waarden zoals het Minderhedenforum, Femma en Netwerk tegen Armoede. In zijn formatienota schrijft Bart De Wever (N-VA) toch duidelijk dat “het politieke primaat voorop moet staan”? Het sociale middenveld moet en zal herleid worden tot een futloze ja-knikker, luidt het.
Machtsstrijd
Op het eerste gezicht gaat dit om een machtsstrijd tussen een onbuigzaam middenveld dat alles bij het oude wil laten en een rechtse regering die haar neoliberale agenda zonder verzet wil kunnen doordrukken. Wie daar voorbij kijkt, ziet echter een boeiend debat over de werking van de hedendaagse westerse democratie, waarin steeds meer burgers zowel sociale garanties als politieke verandering vragen van beleidsmakers.
Zoals de socioloog Mark Elchardus (VU Brussel) terecht opmerkt, heeft ook N-VA hier niet echt een gepast antwoord voor klaar. Wat zeker is: als de Vlaams-nationalisten echt een gemeenschapsvormend project ambiëren in Vlaanderen, dan horen de middenveldorganisaties daar eigenlijk altijd in thuis. Zij verenigen burgers, zij maken mee de gemeenschap – ‘het kostbare weefsel’ waar De Wever graag over spreekt.