ColumnHugo Camps
Als het vaccin zijn intrede heeft gedaan, is het begrip ‘knuffelcontact’ zo leeg als een vergeten appelsien
Dissidentie mag ook. Onder die vlag vaart Hugo Camps op donderdag.
Knuffelcontact is gekozen tot Woord van het Jaar. Het is een intikkertje, er is weinig reflectie aan voorafgegaan. Het is te badinerend voor een ramp van wereldorde. Voor de slachtoffers van corona klinkt het als vrijetijdstaal. Nog geen halve klank is dwingend.
Knuffelcontact: over minder dan een jaar heeft het geen betekenis meer. Als het vaccin zijn intrede heeft gedaan, is het begrip zo leeg als een vergeten appelsien. Je kunt knijpen zolang je wilt, er komt geen druppel meer uit.
Knuffelcontact… Ik zie nog hoe familieleden met een hijskraan naar een raampje werden opgetrokken, waarachter oma brekelijk en uitgeput van verdriet stond te zwaaien naar de kleinkinderen. Eindeloos ver van een knuffel. Na twee maanden vaccineren tegen Covid-19 is het woord dood en begraven. Het is zo verbonden met de pandemie dat het zonder coronapijn geen overlevingskansen heeft. Het is een wegwaaiwoord.
Knuffelcontact doet denken aan gymnastiek tussen de soep en de patatten. Het echte knuffelen is een attitude die niet ophoudt. Gearrangeerde contacten zijn daarbij betekenisloos. Het gaat om de opening van de ziel die het verlangen naar intimiteit de vrije loop laat.
Het is een misverstand dat het Woord van het Jaar uit de politieke actualiteit moet worden gesneden. Er ontstaan duizenden nieuwe woorden in een jaar die ritmisch of anderszins een ander licht werpen op het verschijnsel mens. De exotische naklank is bijkomstig. Van kutmarokkaan tot lokhomo en hangouderen… Woorden als dragers van newspeak. Soms voor maar een seizoen. Daar hoort knuffelcontact niet bij.
Het zijn vaak televisieprogramma’s die de zogenaamde taalverrijking voor hun rekening nemen. Maar is het ook verrijking? Nieuwe woorden eindigen vaak in een modieuze kreet.
Knuffelcontact zal op een dag als vergeten groenten worden opgeborgen. Eens corona bezworen versplintert het woord tot nietszeggende fabulatie. Het is een toevalstreffer binnen een bepaald tijdsbestek.
In een crisis met de dodelijke kracht van corona zijn het alleen nog de woorden die helen. De gesprekken van dokters en verpleegsters met patiënten hebben levens gered en onuitstaanbaar leed verzacht. Woorden doen ertoe op een ziekbed. Maar niet als competitiefactor en ook niet als koketterie. Een knuffelcontact is een vondstje dat niets omvat van de ellende die duizenden mensen de afgelopen maanden hebben doorgemaakt.
Zoals alle calamiteiten heeft het virus nieuwe woorden opgeleverd. Taalkundigen worden misschien warm van knuffelcontact, maar eigenlijk is het is een quizwoord. Kwezels kunnen er misschien de vertedering van Kerstmis in zien, maar de slachtoffers van corona ervaren het als weerbericht. Knuffelcontact is voor een reünie van ouwe vrijsters, niet voor mensen die na een hevige strijd aan de dood zijn ontsnapt.