OpinieAlain Gerlache
Als het schelden blijft duren nadat een compromis bereikt is, zegt dat veel over de betrekkingen tussen de partners van deze bonte meerderheid
Alain Gerlache overschouwt de politieke actualiteit. Zijn column verschijnt op maandag.
Een inderhaast bijeengeroepen persconferentie was het vrijdagavond, toen de nieuwsjournaals al uitgezonden waren en de kranten bijna ter perse gingen. Voor de federale regering was het een weinig vakkundige manier om het energieakkoord dat ze net had bereikt als historisch voor te stellen na bijna twee decennia getreuzel en getalm.
Zelfs de persconferenties na de Overlegcomités hadden meer allure dankzij de aanwezigheid van de minister-presidenten. Waarom ontbraken de vicepremiers, als de Vivaldi-coalitie zo trots was op haar plan? In plaats daarvan kwamen de premier en de minister van Energie vertellen hoe tevreden ze wel waren en stelden ze een allegaartje van maatregelen en intenties voor, waarna de CEO van Elia, Chris Peeters, zopas verkozen tot Manager van het Jaar, zijn zegen kwam geven. Voor de regering-De Croo was dit een gemiste kans om een beeld van coherentie en eendracht te wekken.
Bekvechten
Wat een contrast tussen zo veel discretie van de overheid en het gebekvecht op de sociale media tussen de groenen en de blauwen, die vrijdagavond en de zaterdag elkaar in de haren vlogen om hun interpretatie van het akkoord op te dringen. Het is normaal dat tijdens de besprekingen de spanningen oplopen. Maar als het schelden blijft duren nadat een compromis bereikt is, zegt dat veel over de betrekkingen tussen de partners van deze bonte meerderheid. Zelfs de regering lijkt geen moeite meer te willen doen om het resultaat van een reeks koehandeltjes als een coherente strategie voor te stellen.
Een zo cruciaal dossier als het energiebeleid, met zijn overduidelijke economische, sociale en geopolitieke dimensies verdient nochtans beter dan het wederzijdse denigreren tussen de coalitiepartners. Het is des te meer misplaatst omdat sinds 2003 alle partijen die regeringsverantwoordelijkheid hebben gedragen medeplichtig zijn aan het rampzalige beheer van dit dossier. De meerderheidspartijen hadden de kans om met het verleden te breken en hebben dat niet gedaan. Het akkoord bevat nog een heleboel onzekerheden die weer veel spanningen kunnen uitlokken, zeker gezien de sfeer die tussen de partijen heerst.
Nu zitten die partijen allemaal meer dan ooit vast in hun eigen positionering. Om hun politieke tegenslag zo goed mogelijk te verhullen hebben Groen en Ecolo noodgedwongen de kaart van de redelijkheid en de gematigdheid gespeeld. Ze moeten aan damagecontrol doen om de kritiek uit hun eigen kamp, verenigingen, militanten en kiezers, te pareren. De kritiek van de Duitse groene minister van Milieu Steffi Lemke op de Belgische beslissing om twee kernreactoren langer open te houden zal hen in deze ook niet helpen. Met op de achtergrond de vrees voor een nieuwe verkiezingsnederlaag, zoals na hun vorige regeringsdeelname, twintig jaar geleden, en voor Ecolo ook in Wallonië en Brussel, waar de partij tussen 2009 en 2014 aan de macht was en daarna de helft van haar kiezers verloor. Bovendien wordt in het zuiden van het land de Franse presidentsverkiezing aandachtig gevolgd en is de mislukte campagne van Yannick Jadot, de groene kandidaat, niet van die aard om het moreel van de troepen op te krikken.
Bij de MR is het dan weer feest. Op de eerste plaats bij voorzitter Georges-Louis Bouchez, die zich nu als de redder van België opwerpt en de impact tracht te minimaliseren van de invasie van Oekraïne door Rusland en de geopolitieke schokken die alle landen ertoe brengen hun energiebeleid te wijzigen. De socialisten, tussen blauw en groen, houden zich op de vlakte. Ze weten dat ze weinig te winnen en veel te verliezen hebben als ze zich in de vijandelijkheden tussen de twee protagonisten mengen.
Gezondheidscrisis
Het verbale geweld van de voorbije maanden zal sporen nalaten. Tot aan de verkiezingen zullen de ecologisten en de Franstalige liberalen met getrokken messen tegenover elkaar staan. Het is ook uitermate betreurenswaardig dat de partijen vergeten dat echt toekomstgericht energiebeleid de betrokkenheid van de burgers vereist. Het succes van dat beleid hangt ook af van de medewerking en het gedrag van de bevolking. Het moet daarom voor iedereen begrijpelijk zijn en de volle steun krijgen van de overheid. Dat is nu lang het geval niet, wat niet aanzet tot mobilisatie.
De verwaarlozing van dit aspect is des te vreemder omdat de gezondheidscrisis en recent het onthaal van de Oekraïense vluchtelingen hebben getoond hoe belangrijk de inzet van de bevolking is om de problemen te overwinnen. Het is tijd dat partijen begrijpen dat ze niet langer de alfa en de omega van de politiek zijn.