ColumnEen meisje van 20
Als een kleuter met een jeukende wollen muts op
Voor een meisje van twintig heb ik bijzonder veel kennis over uitstelgedrag.
Het zit in mijn genen, zegt mijn denkbeeldige grootvader. Wat handig is aan denkbeeldige grootouders is dat ze meestal niet aan dementie lijden. Liefst wacht ik tot het laatste nippertje om aan een dringende opdracht te beginnen.
Wanneer alle uitwegen doodlopen sta ik oog in oog met mijn deadline. Dan voel ik me als een kleuter met een jeukende wollen muts op.
Je weet dat je hem niet afzetten mag maar je kunt niet genieten van een vieruurtje met gekriebel boven je oor. Dat is exact hoe uitstelgedrag voelt, de taak hangt boven je hoofd maar je schedel houdt het nog even tegen.
Mijn brein zegt dat het later op de dag ook wel kan. Mijn brein herhaalt dit zinnetje tot er geen later meer overschiet.