Standpunt
Als een heffing op vliegtuigreizen het gat in de begroting moet dichten, kunnen we het beter zo laten
Bart Eeckhout is hoofdredacteur van deze krant.
De ‘tragedy of the commons’ – de tragedie van het collectief – is een bekend begrip uit de economische speltheorie. De tragedie bestaat erin dat mensen schadelijk gedrag niet willen temperen omdat ze op individueel niveau de gevolgen toch niet ondervinden. Juist omdat iedereen collectief in de boosheid volhardt, blijft de schade oplopen.
Op weinig plekken komt de ‘tragedy of the commons’ zo treffend naar boven als in de zoektocht naar een effectiever klimaat- en milieubeleid. Bij elk mogelijk voorstel klinkt weer de vraag: wat maakt het uit of we dat nu gaan doen? Wat maakt het uit of ik nog hout door de kachel jaag? Wat maakt het uit of ik toch nog groene ruimte inpalm voor mijn droomhuis? Wat maakt het uit of ik met het vliegtuig niet meer naar Amsterdam ga? Wat maakt het uit of ik een extra heffing op vliegtuigreizen betaal?
Op individueel niveau is die scepsis uiteraard gewettigd. Of u of ik nu met de trein dan wel met het vliegtuig reis, zal de opwarming van de aarde met geen fractie van een nanograad afremmen. Zelfs op landelijk niveau zou een voorbeeldig Belgisch klimaatbeleid op zich weinig verschil maken, als de rest van de wereld geen vin verroert.
Toch zal een aanpassing, ook van ons gedrag en enkele van onze gewoontes, nodig zijn, willen we de verandering van het klimaat binnen aanvaardbare perken houden. Dat de overheid die aanpassing aanstuurt, met zachte of hardere hand, is niet meer dan normaal. Dat is nu eenmaal wat een overheid, als wetgever, doet.
Van alle mogelijke voorstellen voor een beter klimaatbeleid is een vorm van heffing op vliegtuigreizen zeker niet het slechtste. Zo’n heffing werkt tegelijk als gedeeltelijke compensatie en ontrading van schadelijk gedrag. Als ze op Europees niveau geheven wordt, wat de bedoeling is, zouden er weinig ontwijkingsmogelijkheden zijn. Aangezien vooral meer welstellende mensen het vaakst het vliegtuig nemen, zou je zelfs kunnen argumenteren dat een vorm van vliegtuigreisbelasting sociaal rechtvaardig is.
Natuurlijk wordt met één zo’n maatregel de wereld niet gered. Maar het is tenminste wel een stap in de goede richting.
Er is wel een belangrijke voorwaarde. Ideaal wordt de opbrengst van zo’n belasting gebruikt om de aanpassingen in het klimaatbeleid verteerbaar te maken. De middelen zouden bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden om een verlaging van arbeidslasten te compenseren, waardoor de uitweg van verloning via salariswagens minder gebruikt dient te worden.
Als het extra belastinggeld enkel moet dienen om een gat in de begroting te helpen dichten, dan kunnen we het beter zo laten. Dan zou zo’n taks ook efficiënt werken, maar dan om het draagvlak voor een beter klimaatbeleid weer weg te slaan.