ColumnAya Sabi
Als de school een fabriek is, is de leerling als vanzelfsprekend gevolg een product van die fabriek
Aya Sabi is auteur van Half leven en docent in het deeltijds kunstonderwijs. Haar column verschijnt tweewekelijks.
Het is woensdag 5 oktober wanneer ik deze column aan het schrijven ben, de internationale dag van de leerkracht. Het is vandaag mijn derde échte werkdag en de spanning van de eerste paar keren is er nu wel vanaf. Mijn collega binnen het schrijfteam van het deeltijdse kunstonderwijs maakt me wegwijs. “We hoeven alleen maar aan te duiden welke dingen de leerlingen goed hebben gedaan.”
Zij stond zelf jarenlang voor de klas op een middelbare school en ik kan me voorstellen dat zo’n perspectiefwissel voor een meer plezierige relatie tussen leerkracht en leerling kan zorgen. Ik zie dat nu bij de jongeren die ik ken. Hoeveel moeite ze moeten doen, naschools nog tot laat in de avond studeren, weekendwerk. Soms is al die moeite nog steeds niet genoeg. Ik denk aan mijn eigen schooltijd en ik vraag me af of al die druk op jonge hersenen wel gezond kan zijn. De vraag stellen is ze beantwoorden.
Stel dat je een plant die niet al te veel licht nodig heeft in volle zomer midden op je terras zet. De helse zon schijnt er elke dag urenlang op. De bladeren verdorren, de plant plooit terug op zichzelf. Je begrijpt niet wat er gebeurt, met veel zorg wil je dat de plant licht heeft, je geeft ze genoeg water en je bent maar aan het wachten tot het organisme groeit, vertakt, misschien zelfs bloemen maakt. Het gebeurt niet, want iets meer schaduw zou de plant juist goed doen, voor een beter groeimilieu zorgen, maar dat weet jij niet.
De juiste omstandigheden voor groei zorgen er echter vanzelfsprekend voor dat de plant groeit. Dat lijkt bij ons iets ingewikkelder dan bij planten, er zijn veel sociale en maatschappelijke factoren die ons kunnen remmen maar toch geloof ik dat we in wezen niet anders zijn. We groeien graag. We kunnen niet verwachten dat ons onderwijs zich toespitst op elk individueel kind en de specifieke omstandigheden. Dat is naïef. Wat we nu echter doen staat mijlenver van dat ideale scenario. Nu is er een eenvormige lat die van bovenaf wordt opgelegd.
Een paar weken geleden ontmoette ik de filosoof Carl Snoecx. Hij schreef onlangs het boek Scholen die naar de sterren reiken waarmee hij het katholieke onderwijs aanspoort om tegen de stroom in te roeien en te weigeren mee te doen aan de kapitalistische tendens waarin de school een leerfabriek wordt. Op deze manier hekelt Snoecx de honger naar winst en hunkert hij naar de leraar die een leermeester is, iemand die niet enkel inhoudelijk zijn vak kent maar ook een eigen bezielende manier heeft om dit vak over te brengen.
Als de school een fabriek is, is de leerling als vanzelfsprekend gevolg een product van die fabriek. Dat kunnen we niet maken, dat is desastreus voor de emotionele ontwikkeling van onze kinderen, dat is voor de mentale gezondheid van zowel leerling als leraar écht niet houdbaar. De overheid biedt op de dag van de leerkracht Instagram-filters om trots te tonen dat je leraar bent. Leuk, mooie kleuren ook, maar er is méér nodig, van onderuit, een positieve perspectiefwissel, meer nuance in de zorg voor onze leerlingen.