Opinie
Als de samenleving niet principieel aan de kant van het leven blijft staan, waartoe zetten we de deur dan wagenwijd open?
Ignaas Devisch doceert medische filosofie en ethiek aan de UGent en Arteveldehogeschool.
De argumenten van Etienne Vermeersch in het debat over levensmoeheid zijn niet bepaald indrukwekkend. Als reactie op de vraag naar de risico's van euthanasie in dit geval lees ik: 'Allemaal flauwe zever', en bij een opmerking over ‘euthanasiasme’ luidt zijn antwoord 'wat een dwaasheid'.
Mag het iets meer zijn? Vermeersch’ suggestie dat elke kritische vraag over de uitbreiding van euthanasie naar levensmoeheid zich per definitie in het reactionaire kamp bevindt, is ongegrond. Levensmoeheid is van een totaal andere orde dan euthanasie bij een medisch uitbehandelde situatie. Natuurlijk kan zo’n situatie zwaar lijden met zich meebrengen maar zo zijn er nog heel wat: de dood van je kind, het slachtoffer zijn van verkrachting, verstoten worden uit je familie of een pijnlijke relatiebreuk. Stuk voor stuk zijn dat trauma’s die individuen vaak in een vereenzaamde en uitzichtloze context plaatsen en de vraag om er een einde aan te maken oproepen. Er is geen principieel argument te bedenken waarom we euthanasie bij ouderen zouden toestaan en hier niet.
Wat is levensmoe?
Maar als de samenleving niet principieel aan de kant van het leven blijft staan, waartoe zetten we de deur dan wagenwijd open? Naar een kijk op het leven die de dood beschouwt als een technische oplossing voor existentiële moeilijkheden. Dan is het hek van de dam. Wat is dat trouwens, levensmoe zijn? De criteria ervoor zijn tot nu toe zeer volatiel: waarom bij 75 of 90 jaar en niet bij 55? En is leeftijd wel een goed criterium? Daarnaast ervaren oudere mensen in een moeilijke situatie vaak sociale druk om er mee op te houden. Wie ziek en oud is, voelt zich snel tot last en dat kan de vraag naar levensmoeheid beïnvloeden.
Levensmoeheid is, in tegenstelling tot medisch uitbehandeld zijn, omkeerbaar, zelfs op hoge leeftijd. Soms is er pas na een lange en moeizame strijd weer uitzicht op een zinvol leven. Ons bestaan is vaak een worsteling: van de prille puberteit tot de laatste jaren van het leven, makkelijk is het zelden. Er zijn talloze momenten en situaties te bedenken waarbij je als mens door een hel kan gaan, soms jarenlang.
Een samenleving die dan niet aan de mouw trekt van hen die het zeer lastig hebben, geeft het op om die moeilijkheden te overwinnen. Zorg voor mensen, met name in moeilijke en uitzichtloze situaties, maakt nochtans de kern uit van onze beschaving: als ouder probeer je een neerslachtige puber uit het moeras te halen, als partner verzet je hemel en aarde om je depressieve geliefde niet volledig te zien wegzinken, en jawel, als kind probeer je je vader of moeder tijdens hun laatste levensjaren bij te staan en wat geluk te bezorgen. Natuurlijk schieten we daarin vaak tekort maar stel je eens voor dat we telkens de dood als plan B achter de hand houden: de kans is groot dat we dan minder moeite zullen doen om die mensen er bovenop te helpen.
Bestaat er dan een plicht tot leven? Natuurlijk niet. We kunnen er allemaal altijd mee ophouden maar je kunt niet verwachten dat een overheid vlotjes meegaat in de dreiging ‘ik wil zelfmoord plegen dus voorzie een wettelijke regeling’. Waar zou de welzijnszorg dan nog staan? Het is niet de taak van een overheid om een palet van 'doodoplossingen' aan te bieden omdat we het leven tijdelijk als uitzichtloos ervaren; wel om te zorgen waar er noden zijn, zonder die zorg op te dringen.
Er zijn goede redenen om aan te nemen dat de vraag naar euthanasie bij levensmoeheid met meer factoren is omgeven dan alleen maar de individuele wens om dood te gaan. We moeten inderdaad, zo stelt ook Vermeersch, ten stelligste vermijden dat iemand te vroeg uit het leven stapt. Maar enerzijds toegeven dat de zorg voor bejaarde mensen faalt – wat Vermeersch doet – en anderzijds de vraag naar euthanasie bij levensmoeheid benaderen als de apotheose van zelfbeschikking, is geen juiste redenering.
Levensmoeheid benaderen als een maatschappelijk probleem is een harde noodzaak. Het kan bovendien verhinderen dat we uitglijden op de idee dat het zonder meer progressief zou zijn om de dood te beschouwen als het enige antwoord in deze kwestie.